Hoofdstuk 18 (1)

667 59 3
                                    

Er gingen twee dagen voorbij, die waren gevuld met bezorgdheid en drukte. Soldaten liepen af en aan, karavaans werden bevoorraad of verstevigd en rijdieren werden nog een laatste keer nagekeken. Pax voelde de spanning als een deken in de lucht hangen: iedereen was kortaangebonden en er ging meer mis dan goed. Gelukkig bleef Eden rustig en zorgde zijn luide, daadskrachtige stem voor enige orde. Hij gaf orders, hielp waar hij kon en probeerde zelfs met zenuwachtige soldaten of huilende vrouwen te praten. Hij en Genesis praten veel met elkaar – nu hij had toegegeven, was ze een stuk vriendelijker tegen hem geworden. Ook deed hij er alles aan om het verblijf van het groepje zo aangenaam mogelijk te maken. Pax had een van de beste kamers gekregen: groot, licht met een enorm dubbel bed met satijnen lakens. Hij en Silvan hadden daar twee overheerlijke nachten doorgebracht, maar het was moeilijk om volledig te ontspannen in een oorlogssituatie.

Pax trainde ook. Hij wilde zijn Gave perfect onder de knie krijgen, want eigenlijk had hij nooit les gekregen. Alles had hij zelf geleerd, zelf gedaan, stiekem onder de ogen van Arox. Het was een hele bevrijding om opeens les te krijgen van mensen die net als hij waren, en hem begrepen.

'Ik heb wel een paar Florameesters hier,' had de koning gezegd. 'Kom maar mee.'

Samen waren ze langs de vijvers van het paleis gelopen, tot in het bos. Op een open plek stond een enorme, houten tempel die overdekt was met mos en klimop. Nog voor Pax er binnen was gestapt, had hij de magie al door zijn aderen voelen vloeien. Deze plek bestond puur uit aarde en planten, uit alles dat hij begreep en kon controleren.

'Ga maar naar binnen,' zei Eden. 'Ik heb ze al verwittigd dat je misschien zou komen. Succes.'

Pax had diep ingeademd en zijn schouders gerecht. Hij was zenuwachtig naar binnen gestapt en verwelkomt door een slanke vrouw met mosgroene ogen en een donkere huid. Haar haren waren ingevlochten met bloemen – die niet verwelkten – en haar uniform was overdekt met planten. Ze was zo mager als een jong boompje en leek verrassend frêle, maar daar had Pax zich stevig in onderschat.

'Ik ben Ara,' had ze gezegd. 'Welkom.'

'Pax.'

'Dat weet ik.'

En zo waren ze begonnen. Ara had Pax afgemat en nauwelijks rust gegund – ze had alles uit hem geduwd. Na twee dagen stond hij hier nu terug, moe en met pijnlijke spieren, maar niet tegen zijn zin.

'Omdat we in sneltempo moeten leren,' zei zijn meesteres. 'Kan ik je niet lang laten oefenen, zoals je weet. Maar je doet het fantastisch.' Haar ogen werden tot spleetjes geknepen. 'Haast alsof je...'

'Alsof ik wat?' Pax was net overeind gekrabbeld na een laatste oefening. Hij had drie verschillende planten laten verschijnen en hen zo snel en wijds laten uitdijen dat ze een levend schild hadden gevormd. Dat was hem al van de tweede keer gelukt, maar Ara's slag met een neervallende beuk had ze aan stukken geblazen.

'Niets,' zei ze.

Pax fronste naar haar.

'Je bent gewoon een goede leerling.' De vrouw draaide zich om. 'Je pikt alles snel op, hebt meestal maar een of twee keer nodig om iets goed te doen. Dat is verrassend, haast alsof je een grotere kracht hebt dan ik ken...'

Er viel een stilte. Pax' voelde zijn wangen gloeien en dacht onbewust aan Arox... en toen aan elfen... en hij schudde snel zijn hoofd. Zijn vermoeden mocht niet kloppen... Echt niet! 'Ik weet niet waar u het over hebt,' zei hij dus maar en hij maakte zich op voor een volgende aanval.

Ara bewoog haar arm omhoog en planten schoten onder zijn voeten uit de grond. Hij sprong omhoog door een liaan tevoorschijn te toveren en slingerde buiten het bereik van de sissende groene monsters. Ara was daar echter op voorbereid en met een wild handgebaar brak de liaan doormidden, zodat Pax op zijn gezicht viel.

PAX - De BegaafdenWhere stories live. Discover now