Hoofdstuk 8(2)

1.6K 178 157
                                    

Voor ik dit hoofdstuk begin, wil ik even zeggen dat ik hier een jaar  naar toegewerkt heb. Ik heb het hele plot moeten verzinnen en het heeft me echt tijd gekost om er zelf achter te komen. Na dit deel zal jullie een groot deel, een enorm geheim, onthuld worden. Hopelijk choqueer ik toch sommige mensen en zag niet iedereen het aankomen. Dit is trouwens voor @fictionalstate bc she cool en she knows everything!

***


Hijgend en badend in het zweet schoot Genesis overeind terwijl ze een ijselijke gil opving in haar hand. Blindelings graaide ze om zich heen, probeerde Duvall te omarmen om tot rust te komen, maar ze werd verrast door een koele plek naast haar. Duvall was hier niet – hij was niet in bed, hij was wég.

Verwikkeld in de dekens, die haar leken te wurgen, rolde ze rond op het matras en voelde een hysterische kreet opborrelen in haar keel. Een bonkende hoofdpijn dreunde in haar oren en leek haar schedel te verscheuren waardoor helder denken onmogelijk werd. In totale chaos viel ze uiteindelijk uit het bed en klapte niet al te zachtzinnig op de stenen, harde vloer.

De pijnscheut die door haar rug trok, kwam ook in haar hoofd terecht en zorgde ervoor dat de pijn nog erger werd. Kreunend sloot ze haar ogen, drukte haar handpalmen tegen de koele tegels en ging hijgend op handen en knieën zitten.

Haar gedachten dwaalden rusteloos rond, haar huid ging van ijskoud naar gloeiendheet. Griffin verscheen keer op keer voor haar geestesoog en hoe hard ze het ook probeerde, het lukte haar niet om Lupens verminkte kop uit haar hoofd te bannen. Ze begon te trillen en te schokken. Hoofdschuddend drukte ze zich tegen de grond en liet haar zoute tranen te vrije loop, die een spoor uittekenden over haar verhitte wangen en de op de grond druppelden. Ze leken te bevriezen.

'Lupen...'

Ze kreunde. 'Lupen...'

Griffin had een manier gevonden om zelfs nu, zelfs hier in haar hoofd binnen te dringen. Hij had het mogelijk gemaakt om haar ook vanop deze afstand, net toen ze dacht dat ze veilig was, te kwellen. Hij zou haar nooit meer met rust laten en zijn duistere plannen en leugens zouden haar voor eeuwig achtervolgen.

Het maakte haar gek en ziek en ze dacht dat ze stierf. Het gevoel alsof ze verdronk in een donkere, ondoordringbare mist. Alsof ze zou stikken.

'Lupen...'

De deur vloog met een klap open. Ze deed niets de moeite om op te kijken en liet twee bekende handen haar optillen van de grond. Duvall. Ze herkende hem zelfs zonder hem te zien.

Hij droeg haar naar het bed en zette haar op de rand neer. Naast hem stond Lupen, levend en wel, met grote ogen en ontblootte tanden.

'Wat is er aan de hand, Genesis? Wat heb je?'

'Lupen...,' kraakte ze. 'Lupen.'

De wolf staarde haar aan.

'Lupen,' bracht ze uit en ze stak een hand naar hem uit. Lupen wierp een korte blik op Duvall en legde toen zijn kop op haar schoot, zachtjes brommend om haar gerust te stellen. Genesis drukte zich snikkend tegen hem aan en sloeg haar armen rond zijn dikke, wollige nek. Voor ze hem echt kon knuffelen, moest ze zichzelf er eerst van verzekeren dat er niets aan de hand was door zijn ogen zelf te bekijken. Ze tilde zijn kop en inspecteerde ieder deel van zijn gezicht, net zo lang tot de wolf zich losmaakte uit haar aanraking, zich afzette tegen de grond en naast haar op het matras sprong.

Hij vleide zich neer op het bed en drukte zijn warme, stevige lichaam tegen het hare. Ik ben hier.

Langzaam voelde Genesis zichzelf tot rust komen en ze klemde haar handen rond een dikke pluk op zijn rug. Duvall keek haar overduidelijk bezorgd aan en kneep in haar hand, maar was zo geduldig en begrijpend om niets te zeggen.

PAX - De BegaafdenWhere stories live. Discover now