46 Brand

143 15 3
                                    

Zijn lichaamshouding verraadt helemaal hoe onwelkom ik ben, maar ik laat mezelf niet zomaar uit het veld slaan en volg hem.
"Je wil me hier niet, net zoals je me dinsdag niet wou zien..." De man gaat in een aparte kamer staan en schenkt zichzelf drank in, sterke drank. Aan de kleur te zien zou ik whisky zeggen waardoor ik mijn neus onbewust al optrek.
"En toch sta je hier aan mijn deur." Hij glimlacht nep en neemt een goede slok waarna hij zich in een lederen stoel laat zakken, hij ziet er nog steeds gek uit, tegenstrijdig zelfs. Wallen en lome ogen met die houding die wijst op vermoeidheid, maar ook een bepaalde scherpte in zijn stem die me kippenvel geeft.
"Sinds wanneer drink je dat zelfs?" Harry lacht ongestoord in zichzelf en kijkt me dan aan.
"Kom je me de les nog even spellen?" Hij lacht, alsof hij dronken is en schudt dan zijn krullerige slappe haar. "Dit is wat jij met me doet Louis." Hij fluistert het glimlachend, kapt zijn glas in een keer om en staat op. Ik probeer op dezelfde plaats te blijven staan. Waarom maakt hij me nu zo bang?
"Ik maak een alcoholist van je?" Nu grijns ik zelf kort om zijn zin. Nee, dit is niet oké. Hij komt dichterbij, zo dichtbij dat ik de bedwelmde adem ruik en zie hoe diep dat linker kuiltje in zijn wang wel niet is. Zijn ogen zijn donker met sprankeltjes licht in.
"Je doet me verlangen naar dingen die niet goed voor mij zijn." Hij bekijkt me en draait zich dan weg van me om naar het maanlicht te kijken. Zijn houding verandert als hij van een glas waarvan ik de inhoud niet kan, zien drinkt: hij wordt terug groter en fronst dieper. "Of voor jou, zoals je zo graag aanhaalt." Ik grom en zet een krachtige stap dichterbij maar dat ziet hij niet. Hij blijft naar buiten staren.
"Dat is niet waar Harry! Je kan me niet de schuld geven van dingen die door jouw toedoen ontstaan zijn! Volgens mij heb je mijn voorstel dinsdag niet eens gehoord! Ik wou gewoon met je spreken..." Mijn stem sterft niet uit, maar stopt wel abrupt als ik tegen opkomende tranen van woede vecht en hevig knipper. Harry draait zich half naar me toe en bekijkt me, zijn gezicht serieus, maar hij draait het snel weg van me.
"En waarom sta je dan om drie uur 's nachts voor mijn huis, niet uitgenodigd en breek je zomaar in?!" Zijn stem klinkt diep en onheilspellend, maar ik negeer het en stap naar hem toe, hem dwingend me aan te kijken. Hij heeft me wel binnengelaten, uiteindelijk.
"Ik slaap enorm slecht. Ik leef enorm slecht. Ik voel me leeg en ik ben slecht gezind. Er is maar een iets waar ik aan kan denken Harry. Je liet me trouwens zelf binnen." De toon in mijn stem is overduidelijk gekanteld naar iets gevoelig, Harry buigt kort nederig zijn hoofd, maar overtuigt zichzelf dan toch ervan om me terug kort aan te kijken. "Jouw aanwezigheid was iets wat ik eerst niet miste, maar waar ik nu niet zonder kan." Harry lacht kort en draait zich abrupt weg van me.
"Nonsens Louis, je kent me helemaal niet!" Zijn stem schiet dramatisch de hoogte in waardoor ik mijn hoofd schud. "Helemaal niet!" Deze keer is het furieus gezegd en draait hij zich razendsnel om, om intimiderend naar me toe te wandelen. Ik slik maar houd koppig zijn blik vast.
"Je bent jezelf niet, net zoals ik mezelf niet was. Ik ga hier niet weg voordat je eindelijk eerlijk met me bent." Harry glimlacht naar beneden, zijn ogen worden een tint donkerder net voordat hij zich weer van me wegdraait, ijsberend.
"Dat kan nog lang duren dan hoor, Lou." Mijn hart stopt even met kloppen. Ik weet niet waarom mijn lichaam zo reageert op die tedere naam en zet een stap achteruit. Fronsend. Beseft hij het gebruik van die afkorting?
"Je neemt me niet serieus." Mijn vingers trillen van woede als ik nog meer achteruit ga. Harry's blik staat verward om mijn gedrag, hij lijkt me zelfs minder streng aan te kijken, meer als de Harry die ik ken. "Weet je," ik lach cynisch met mezelf, "ik begrijp precies waarom niemand dit alcoholische, agressieve en boze gedrag accepteert. Waarom niemand jou wil als ze dichterbij komen." Ik trek mijn wenkbrauwen op, mijn vuisten blijven gebald van withete woede om het onbegrip van hem, hij heeft het gezien. Zijn mond gaat open als hij knippert met zijn oogleden, maar ik zet door. "Wees niet bang lieve schat, ik zal helemaal niet meer dichterbij komen. Net zoals je het graag hebt." Ik stap uit de kamer en laat de deur trillend dichtvallen. Ik hoor voetstappen, maar zet het op een lopen. Mankend lopen. Het doet pijn, maar dat is niet vergeleken met de withete woede die brandwonden in mijn ziel achterlaat. Als ik buiten koude wolkjes licht uitblaas en me afvraag hoe ik er weg geraak, staat Harry achter me.
"Louis, ik rijd je wel naar huis." Zijn stem klinkt zeker, maar ook twijfelend. Ik draai me niet eens om.
"Je hebt gedronken, laat me gewoon gaan." Zijn schouder raakt de mijne als ik vooraan een poort hoor openen en hem recht in zijn groene ogen kan aankijken.
"Zoals je wil."

Dit is niet helemaal wat het moet zijn.
Nog bedankt voor de vele reacties!!

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu