87 Tegenstrijd-ig

138 10 4
                                    

-Vier uur eerder-
"Maria?" Harry's zware stem is duidelijk verbaasd, en die verbaasdheid die hij voelt, het is al zo lang geleden, maakt hem onrustig.
"Maak je geen zorgen, ik bel je maar om je wat trucs mee te geven." Dit doet de lange man twijfelend opstaan en naar het raam wandelen, loerend naar buiten over zijn uitgestrekte domein. Maria aan de andere kant is heel lief en bijna moederlijk met een klein glimlachje op haar gezicht.
"Trucs voor wat?" Als ze eens wist hoeveel ervaring aan trucs hij al in zijn hele leven gezien heeft... Goh, dan zou dit lachwekkend zijn.
"Om, om te gaan met Louis. Je hebt daarstraks ook gezien hoe ze verloren hebben. Nu, Louis was daarbij betrokken en ik kan je vertellen dat hij de eerste vijf tot tien dagen daar nog chagrijnig om is."
"Om puur ongeluk?"
"Mh-h." Ze knikt uitbundig en glimlacht kort naar haar vriend die net de kamer betreed. "Ik waarschuw je maar, als speelster, ga er niet op in. Het is een gevecht dat je niet kan winnen."
"Wel, dat klinkt als een leuke uitdaging..."
"Harry... echt waar. Ik bel je niet zomaar voor de lol hé. In ieder geval heb ik het gemeld. Ik ga ophangen."
"Bedankt Mar." Hij glimlacht en duwt zelf af.

-Heden-

Ik merk op dat Harry mijn bagage wil overnemen, maar gooi hem zelf in de koffer. Een manier om me langzaam af te reageren op de ooit zo dure jeep. De man naast me lijkt het compleet te negeren, dus stap ik maar snel in. De wolken zijn donkergrijs en ik heb het wel even gehad met de gladde regen sinds gisteren. Mijn gemoedstoestand heeft duidelijk invloed op die van Harry, die niets zegt en gewoon de radio op zet.
"Jij bent stil." Harry besluit eerst de auto achteruit te stoten door om zijn schouder te kijken en antwoordt dan pas. Misschien zijn mannelijke vampiers toch niet zo goed in meerdere dingen tegelijkertijd doen.
"Jij zou degene zijn die van alles zou moeten vertellen."
"Over Skopje? Wel, de ploeg was me vergeten mee te nemen naar het hotel waardoor ik in een oud cafeetje terecht kwam en zo een lift van een grote fan kreeg. Ik heb mijn T-shirt naar haar verzonden." Als iemand fronst, is dat dan altijd slecht? Ik kijk terug voor me en probeer die blik in zijn ogen te negeren. "Zo spannend en gevaarlijk was het absoluut niet hoor."
"Wel, je hebt je uitstapje weer gehad dan. Was ze mooi, die grote fan?" Ik lach nerveus en kijk kort zijlings en dan weer door de autoruit.
"Hoe weet je dat het een zij was?"
"Je praat erover alsof het een zij was." Ik zucht en leun dieper in de zachte stoel van de auto waardoor ik met mijn hoofd naar achteren, leunend in de steun, een blik op de krullenbol kan werpen.
"Jij bent jaloers." Harry zegt niets, het is lang stil op enkele liedjes in de auto na. Ik voel me nog steeds rot en het is vervelend dat ik hem niet kan aanraken. Hoe meer droevige liedjes ze op de radio spelen, hoe meer ik mijn best moet doen om niet te huilen. Dit is ronduit belachelijk; er is echt iets mis met me, maar dat weten anderen misschien al langer. Ik prul aan mijn eigen nagelriemen en probeer de tijd wat te doden door te doen alsof ik het nieuws lees. Het is oud nieuws dat ik in het vliegtuig al gelezen heb. Ik zucht en zet me ongemakkelijk anders in de stoel. Wacht, dit is niet de weg naar mijn huis.
"Harry?"
"We stoppen kort bij mij." Als we kort oogcontact maken, merk ik een bepaalde medeleven in zijn blik.
"Waarom? Ik..." Veel kan ik niet zeggen, ik heb er gewoonweg geen zin in en ook niet de behoefte aan.
"Omdat jij mij nodig hebt, nu en niet straks." Het hobbelig weggetje verraadt dat we er al zo goed als zijn, en hij parkeert de auto vluchtig.
"Ik blijf gewoon zitten hoor." Harry negeert die opmerking, zet de handrem stevig op en stapt uit. Hij wandelt langs de motorkap rond de auto en opent mijn deur.
"Wees niet zo'n verdomd koppige Tomlinson, Louis." Hij zegt het niet extreem boos, maar ook niet neutraal. Het klinkt eerder...gevoelig. Net wat ik niet nodig heb nu. Ik ben zelf al prikkelbaar genoeg. Hij klikt mijn riem los, ik stap zelf uit omdat ik dat zelf nog wil doen en sta tegenover hem. Ik voel me mateloos gefrustreerd en merk dat ik een brok spanning ben als Harry's zachte blik over mijn lichaam heen gaat.
"Heb je dat niet gemist dan?" Harry glimlacht lichtjes, ik probeer mijn frustraties niet verder op hem uit te werken.
"No comment." Ik lach en leun tegen de auto aan. "Geef me nu een knuffel, Lou." Dat was dus wat hij eigenlijk wou. Ik grijns en sla mijn armen rond de grote man. Zijn T-shirt bevat niet veel warmte, maar toch leun ik er tegen aan aangezien zijn haren kriebelen.
"En daar laat je me speciaal voor uit de auto komen."
"Luilak." Hij murmelt het stiekem in mijn oor en kust me daar dan waardoor ik kort mijn ogen terug open en naar de bomen kijk. Ik voel me al terug kalmer, meer mezelf, maar nog niet helemaal. Er zit gewoon spanning in mijn lichaam, en die moet eruit. "Nee, dat mag ik eigenlijk niet zeggen." Ik laat hem los en leun opnieuw tegen zijn wagen aan als ik dat mooie gezicht kort bekijk. "Je speelde goed hoor. Ik ken niet veel spelers die nog als een zot opgestaan waren om achter de verloren bal te gaan."
"Het gaat er niet om of je er geraakt of niet, de mentale druk doet iets met spelers. Soms draait dat goed uit voor ons." Harry knikt, een mondhoek is een beetje omhoog gekropen door mijn vast niet zo indrukwekkende uitleg.
"Aanvaard het compliment gewoon."
"Er is een reden waarom ze mij niet met de pers laten spreken na een verlies." Ik geef hem nog een blik en stap dan terug in. Ondanks de vlucht voel ik me moe en heb ik het tamelijk koud. Harry stapt ook terug in en neemt de moeite niet om zijn gordel aan te doen, een beetje de stoere onschendbare vampier uithangen.
"Terug naar jouw huis dan."

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu