122 Een

128 9 1
                                    


Het is even stil in de auto. Waarschijnlijk door Phoebe's onverwachte vraag.
"Eigenlijk heeft ze het moeilijk met hetzelfde als jij."
"En dat is?" Ik probeer vriendelijk te klinken, Harry lijkt het zo ook op te vangen.
"Liefde en zorg accepteren." Ik zwijg even, twijfel, zwijg en open dan toch mijn mond.
"Misschien ligt het wel aan de opvoeding." Harry's groene ogen staren strak naar de weg voor hem.
"Dat kan." Hij fluistert het bijna waardoor het gesprek nog zwaarder wordt dan het al was. Ik heb geen zin in zware gesprekken.

Mijn hand vindt de zijne op de versnellingspook, hij glimlacht en draait zijn hoofd in mijn richting. "Waar gaan we slapen?" De match morgen is thuis, dus in principe maakt het niet zoveel uit waar we gaan slapen.

"Ergens waar een groot bed staat." Ik geef hem de keuze, hij glimlacht scheef maar blijft gefocust op de avondspits voor ons. "Ik ben namelijk nog niet echt moe." Eigenlijk wel, maar dat is niet wat ik wil zeggen. Ik streel met mijn pink langs de rug van zijn hand. Zijn reactie doet me glimlachen. Zijn pupillen vergroten terwijl hij zijn adem vasthoudt en zijn lippen open laat zakken.
"Ik wel." Ik zucht en probeer mijn lach in te houden.
"Dan zoek je maar een ander bed." Nu lacht hij wel, zijn hoofd draait mijn richting uit. Ik wil dat gezicht met die blinkende ogen en diepe kuiltjes vastnemen, aanraken. Er dingen mee doen.
"Dat was maar een grapje. Kan je jezelf nog eventjes bedwingen, liefste schat?" Ik begin nu ook te lachen om de manier waarop hij het zegt.
"Wat als ik dat niet kan?" Mijn hand verschuift naar zijn bovenbeen. Harry's auto is een Land Rover en daardoor bijzonder smal binnenin. Anders was ik nooit zo ver geraakt met mijn korte armpjes.
"Louis..." Nu weet ik niet meer of we nog aan het spelen zijn. Hij gromt heel laag, het is verdomme aantrekkelijk en het klinkt bovendien serieus. Ik doe niets. Mijn hand ligt zelfs heel braaf aan de zijkant van zijn schoot.
"Ik doe niets." Het klinkt onschuldig, het is onschuldig. Ik glimlach en leun terug ontspannen in mijn stoel, iets wat Har niet lijkt te lukken. Hij blijft gespannen aanvoelen. "Har... Ik speel maar met je." Ik trek mijn hand weg, maar de zijne is sneller. We staan net voor het rode licht wanneer hij mijn vingerknokkels zachtjes kust voordat hij me pas laat gaan. Het is warm en teder.
"Ik weet het, maar ik krijg die verrekte gedachten niet uit mijn hoofd." Ik lach en let terug op de weg.
"Je zal toch moeten wachten, allerliefste...Beer." Hij gromt opnieuw en duwt plotseling het gaspedaal volledig in. Ik schrik, mijn hartslag schiet omhoog waarna ik hem aankijk.
"Beer..." Hij draait met zijn hoofd en geeft me een passievolle blik. "Hoe sneller we thuis zijn, hoe beter?" Ik grijns en schud mijn hoofd. Hij kan er absoluut niet tegen wanneer je 'hard-to-get' speelt. Dus dat is wat ik ook ga doen.

Twee plakkende lichamen tegen elkaar. In actie, soms niet. Ruw en zacht tegelijkertijd. Twee verschillende wezens met dezelfde noden. Twee verschillende zielen die elkaar opzoeken. Kreunend en smekend. Wild en gecontroleerd.

Ik frons als mijn telefoon gaat. Ik zit vanboven in het stadion te kijken hoe de andere ploeg net arriveert. Het is Harry, mijn vinger neemt snel op.
"Met Louis."
"He," het klinkt zacht. Ik frons even en leun tegen de vensterbank aan. "Dit is puur zakelijk, ook al zou ik het anders willen. Er is een oproep binnengekomen van een jongen. Hij beweert homoseksueel te zijn, is verdediger in de nationale competitie B en wil je graag ontmoeten in verband met zijn geaardheid. Hij is er vandaag en heeft al verschillende stewards aangeklampt. De manager belde me niet om dit door te geven." Wat moet ik hier mee? Ik zwijg gewoon, want ik weet het zelf niet.
"Je vertrouwt het niet." Harry zegt niet ja of nee, hij zucht zachtjes.
"Luister Louis, ik probeer je enkel te beschermen van slechte scenario's. Dit kan er zo eentje worden. Als je graag met hem wil afspreken, moet hij eerst langs mij. Ik heb mijn gaven om er een eerlijk antwoord uit te krijgen."
"Iemand folteren is geen gave." Ik zeg het doodserieus, maar de krullenbol schiet in de lach.
"Dat bedoelde ik niet. Hoe ik het volledig pijnloos doe, maakt niet uit. Het is eerst jouw beslissing om te nemen. Samen met die van de talkshow. Die kerels zijn bijna even opdringerig als jij." Ik lach en draai me weg. Jan neemt ergens plaats aan tafel, net als Toby en Moussa. De drie zijn net als de drie musketiers onafscheidelijk. Ook op het veld. Goed, het gesprek dus.
"Ik neem aan dat ik verder wil gaan met taboes doorbreken, dus laat hem maar komen. Dat moet niet eens iets openbaars zijn. Ik wil na de wedstrijd even tijd voor hem maken, maar dat is geen halfuur. Ik wil me nu gewoon concentreren op de match." Ik zwijg even. "Dat waren heel veel 'ik wils'." Harry humt, hij staat niet meer stil geloof ik.
"Dan zorg ik daarvoor. Vergeet niet dat Lottie en Daisy komen kijken. Maria zou ze gaan halen. Ik zie je na de perspraat wel in de gang om je verder te helpen."
"Je bent een schatje." Letterlijk, figuurlijk, beiden. Hij grijnst en maakt een kusgeluid in zijn telefoon waardoor ik kort schrik. "Tot straks, adviseur." Hij lacht en hangt dan op. Ik schuif een stoel tot bij de Belgische tafel.

Ik zeg dit niet vaak, maar ik ben blij dat het regent. Het is zelfs niet zomaar regen, het water valt met bakken uit de lucht op de zompige grasmat. Ons stadion is zo groot dat het je veel kracht kost om de afstand naar de goal telkens weer te overbruggen en ik heb het heet doordat speler acht me voortdurend volgt. Ik krijg de bal, tik snel terug en loop verder. Dat gebeurt een paar keer, de bal blijft bij mij aankomen. Christian geeft me een wanhopige blik, hij weet ook niet hoe we verder kunnen. Ik adem diep in en schiet dan met de bal aan de voet en een draaibeweging voorbij nummer acht. De verdediging is meteen wakker wanneer ik doorloop en begin te dribbelen. Pure concentratie op natte ondergrond, de bal glijdt snel van mijn voeten terwijl ik me tussen twee spelers doordraai en Vincent zie staan. Ik pas hem hard en hij knalt hem richting doel. Buiten het lawaai van de regel hoor ik alle supporters schreeuwen. Vincent stormt op me af en slaat zijn armen dolblij om me heen. Dat was de broodnodige 1-0. We stellen ons opnieuw op. Een slechte pas wordt onderschept door Moussa die doorstroomt over de rechtse flank. Ik infiltreer me in de spits. Er komt een hoge voorzet, ik ben klein, maar spring. Een verdediger in mijn rug duwt me bijna plat op mijn buik, maar ik krijg mijn hoofd tegen de keiharde natte bal en richt zomaar ergens op. Het weer staat me niet meer toe, en die verschrikkelijk sterke kerel ook niet. Ik val toch recht op mijn buik, hetgeen dat ik absoluut wou vermijden. Heel mijn lichaam is nu doorweekt, maar ik spring snel overeind als ik merk dat de bal achter de doelman in het net belandt. Totaal niet waar ik hem wou hebben en dus ook totaal onverwacht. Ik begin als een gek te lopen, Dele springt ergens halverwege de vreugdedans tegen me aan, dat is 2-0.

Mijn spieren doen ongelofelijk veel pijn. James heeft me meer dan een halfuur behandeld voordat ik de tafel mocht verlaten. Ook de warme douche die daaraan vooraf ging hielp niet. Mijn rechterschouder en linker pols zijn volledig ingetapet door de agressiviteit van de tegenploeg. Niall geeft me dan ook een voorzichtige tik wanneer we grijnzend richting de pers lopen.
We zijn tien minuten verder. Ik kan eindelijk naar Harry toegaan. Zijn grote lichaam wacht in een zaaltje erlangs, de beker van man van de match rust nog in mijn handen. Afstand houden, Louis. Zijn ogen rusten op mijn ingetapete pols, ik haal mijn schouders op.
"Is onze gast er al?" Hij knikt, zijn krullen veren mee. Waren zijn lippen altijd al zo roos? Ik probeer het te negeren en volg dat elegante lichaam. "Ik moet toch niet naar boven hé?" Dat kunnen mijn kuiten niet aan, echt niet.
"Nee, het is hier." In de oude persconferentiezaal zit een stevige kerel. Voor even dacht ik dat hij een speler uit de ploeg van de tegenstander was. Hij staat vluchtig en snel op, Harry knikt. Hij heeft hem al gecontroleerd met zijn trucjes?
"Meneer Tomlinson, ik ben Jake Morris." Ik knik en neem zijn stevige handdruk aan, maar goed dat dat mijn goede pols was. "Uw match was absoluut geweldig." Vast wel, ik voel me allesbehalve geweldig. Ik knik en glimlach beleefd, altijd beleefd.
"Zeg maar Louis. Je zocht contact met me?" Jake knikt nu zelf en wrijft even zenuwachtig in zijn handen.
"Wat jij gedaan hebt, ik wou het daarover hebben." Dat is vaag... Ik probeer nog enigszins vriendelijk te fronsen.
"Wat bedoel je precies? Ik doe tamelijk veel." Ik probeer niet om mijn eigen binnenpretjes te lachen. Oh, het mislukt ook nog. Nu denkt hij vast dat ik arrogant ben.
"Je hebt jouw geaardheid openbaar gemaakt. Ik weet al bijna tien jaar dat ik op mannen val, maar ik kan niet praten over mijn vriend met ploegmaats. Een homo hoort zogezegd niet thuis in deze wereld. Jij bewijst het tegendeel, ik wil me daarbij aansluiten."
"Mijn...actie was puur een eigen beweging." Wacht... Hij... Ik geef Harry een blik, deze reageert daar niet zichtbaar op. En toch wel, het is zichtbaar voor mij. "Je bedoelt dat ik een soort van revolutie gestart heb, en dat jij bij die zogezegde beweging wil aansluiten?" Jake knikt, zijn grote lichaam is zenuwachtig. "Maar ik heb geen beweging opgericht."
"Dat kunnen we net doen, nu." Ik twijfel en wandel naar een klapstoel voor de pers, waar ik op ga zitten. Ik moet hierover nadenken. "Jouw actie was al verbazingwekkend, ik denk dat we het moeten doortrekken om voor een verandering te zorgen." Harry vindt dit maar niets, ik zie het aan de donkere kleur in zijn ogen. De manier waarop zijn mondhoeken net niet neutraal zijn. Hij vindt dit gevaarlijk, ik vind het aanlokkelijk.
"Ik denk dat je het beste jouw telefoonnummer achterlaat. Ik kan hier zo niet over beslissen, sorry. Het is wel knap dat je de stap durft te zetten." De man knikt en zoekt haastig naar zijn telefoon en iets om te schrijven. Het is Harry die hem een achterkant van een folder en een pen geeft. Jake is opgejaagd, ik adem kalm in en uit en neem het dan aan. "Ik laat je nog iets weten." Ik geef hem een overtuigende blik voordat Harry hem aanmaant de kamer te verlaten. De deur valt achter hem toe, ik stap dichter naar Harry toe en sla mijn armen rond zijn hals. Harry glimlacht, hij ruikt verdomd lekker.
"Ze hebben je nogal aangepakt."
"Dat is het spel." Ik glimlach en laat hem dan voorzichtig los, dit is niet de plaats. Harry zet een stap achteruit en opent de deur.
"Tijd om naar huis te gaan." Ja, dat is een goed idee.

Zal Louis dingen veranderen?

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu