124 Bandje?

112 9 0
                                    

"Jakobus, wat is je probleem?" De man zijn adem stinkt en als hij met zijn ruwe vinger stevig in mijn borst prikt, moet ik er alles aandoen hem niet even de vliegrit van zijn leven te geven.
"Het probleem is dat jij met mìjn vrouw praat. Mijn vrouw die mijn kindje draagt." Ik trek niet onder de indruk van die woorden een enkele wenkbrauw omhoog. Toch vervloek ik het stiekem dat ik niet breder gebouwd ben, dat zou een pak moeite schelen.
"Dus? Die vrouw daar is nog steeds mijn beste vriendin die ik even kwam bezoeken."
"Ik duld geen mannen in de buurt van mijn vrouw. Al helemaal niet als ze zo'n watje en zo vrouwelijk zijn als jij."
"Jak." Eleanors stem klinkt smekend, onderdanig. Is dit wat er van haar geworden is?
"Excuseer?!" Ik geef de man met mijn fysieke kracht een flinke duw, maar hij staat zo stevig in zijn schoenen dat er geen beweging in komt. Meteen krijg ik het benauwd als een grote hand me bij mijn kraag vastneemt en me een halve meter boven de grond doet bengelen. Vervloekt lichtgewicht dat ik ben. Ik spuug naar hem, niet willend om mijn magie te gebruiken. Net nadat zijn hand mijn kaak raakt voel ik hoe we uit elkaar worden getrokken door de enige echte Harry, hij kon niet nog trager reageren. Dat was goed raak. Ik kreun pijnlijk en grijp meteen naar mijn bonkende kaak. Het doet pijn om mijn mond open te doen, maar toe is nog erger. Meteen voel ik hoe het begint te zwellen en ik kijk even naar Harry die Jakobus in de lucht heeft hangen. "Heel erg bedankt Harry, maar volgende keer mag je toch net iets sneller zijn."

- "Niet boos, ik weet niet wat wel El." Ik kijk even ongemakkelijk om me heen en merk dat iedereen plaats maakt voor Eleanor zodat ze kan gaan zitten. Iedereen verlaat daarna ook de kamer, behalve een donkere figuur. Harry staart intens naar Eleanor en ik kuch even ongemakkelijk om zijn aandacht terug te verdelen over iedereen.
"Harry kan je...?" De jongeman schudt met zijn hoofd, duidelijk en zo koppig als een ezel.
"Je weet wat ik hierover denk." Zijn stem is laag en dreigend.
"Jij weet dat dat nergens voor nodig is." Mijn stem kaatst hard terug in het verlaten huis maar Harry verroert zich niet.
"Zij is overduidelijk nog verliefd op je Louis, hoe kan je dat niet zien?" De vampier verheft zijn stem op een gevoelige manier waardoor ik even verbaasd achteruit deins en met grote ogen Eleanor aanstaar.
"Je - je hebt een man, een... kind. Je zei dat het je niets uitmaakte. Dat je zo gelukkiger zou zijn..." Mijn stem klinkt boos en dreigend, maar alle woede was daar straks al een keer uit mijn lichaam gespoeld waardoor ik me eerder kalm en verbaasd voel.
"Wat moest ik anders zeggen?" Ik zucht en wrijf even door mijn haren. "Je bent de beste persoon die ik ooit ontmoet heb Louis, mijn gevoelens zijn daardoor nooit verandert."
"Ik val op mannen Eleanor, op Harry! Hoe kan dat alles niet veranderen? Ik dacht dat dat duidelijk was." Haar onderlip trilt gevaarlijk. Voor het eerst in lange tijd zie ik het weer; de manier waarop ze me aankijkt. Zo vol liefde, dit was echt niet de bedoeling. Ik merk dat Harry ongeduldig aan het worden is en opstaat om zichzelf duidelijk te maken. Hij geeft mij niet op, niet dat ik dat ook zou willen.
"Het spijt me Lou." Ze snikt ondertussen maar ik durf mijn armen niet om mijn beste vriendin te slaan, in tegenstelling tot dat neem ik juist afstand van haar.
"Je bent mijn beste vriendin El, maar Harry is mijn eerste echte liefde." Ik staar vanonder mijn wimpers uit naar de lange Harry die vertederd en onzeker lichtjes naar me glimlacht. Als hij naar Eleanor kijkt is het op een koele en angstaanjagende manier.
"Ik weet het Louis, ik wou het je gewoon nog zeggen, nu ik het nog kan."
"El? Kijk me aan. Gaat het?" Domme vragen maar ze antwoordt niet. Ik weet niet wat te doen als haar ogen me bemoeilijkt aanstaren.
"Het is de baby." Ze perst haar dunne lippen op elkaar en kijkt nu wantrouwend naar de dichter gekomen Harry. "Stampen, woelen, schokken geven. Het is verschrikkelijk." Haar stem klinkt even benepen als ze eruit ziet waardoor ik koortsachtig begin na te denken en naar Harry kijk. Net als ik iets wil zeggen trekt een kracht mijn aandacht, het is de baby. Ik voel het zo vreselijk sterk. Het trekt en roept naar me, El grijpt naar haar buik en kreunt jammerend uit pijn. Ik kan enkel ongelovig naar de keizer staren, zijn blik weet iets maar het lijkt alsof hij het niet kan geloven. Doordat El blijft jammeren leg ik voorzichtig mijn hand op haar buik, ik voel door magiewerking waar het zit. Het voelt zo speciaal aan dat mijn hart trager en gevulder gaat kloppen, gevuld met liefde. Het kalmeert als ik een vaderlijke warmte afgeef, geleend van de aardbodem. El haar gezicht klaart op, pijnloos. Zonder nog iets te zeggen sta ik op en neem ik wat meer afstand onder Hars kritische blik, dit kan hij me niet geven en dat weet hij. Dat werkt zo wederzijds.
"Louis...wat heb je?" Bij plotseling gestommel binnen in het huisje verstar ik en voel ik Harry me langzaam achteruit trekken.

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu