84 Bezoek

135 10 4
                                    

*derde persoon*

Louis zit aan de keukentafel terwijl hij Phoebe helpt met een spreekbeurt over kinderarmoede. Harry die een beetje gek wordt van alle geluiden, zit op de bank naast Lottie en Daisy die het nieuwsbericht kijken. Louis' mama komt na een uur aanwezigheid thuis en omarmt meteen haar zoon.
"We zijn net klaar." Phoebe glimlacht en ruimt haar laptop en de geprinte PowerPointpresentatie op waarna Louis bij Harry op de bank gaat zitten.
"Je hebt Harry meegebracht?" Louis humt en negeert de blik van Lottie. Ze zit zelf immers meer naast haar vriend dan iets anders. "Wil je nog iets eten lieverd?" Harry merkt de veelzeggende blik van zijn naaste op en schudt met een klein glimlachje zijn hoofd.
"Nee dankje mam!" Daisy springt op en gaat nu op Louis' schoot zitten, iets wat de man doet grijnzen.
"Ik wil mee reizen." Hij lacht opnieuw en geeft een snelle blik aan zijn omgeving.
"Net als Phoebe dan." Even gaan de blauwe ogen de kamer rond waarna hij zijn grip rond het meisje verstrakt en haar een oprechte blik geeft. "Als ik even vrijaf heb, zullen we wel eens ergens naar toe gaan." Ze knik tevreden en richt afgeleid haar blik al terug op de tv. Harry houdt zijn blik net iets te lang op de man naast hem gefocust waardoor hij deze snel moet afwenden als Louis' moeder er nu ook bij komt zitten.

Mijn koffers staan me in de hal aan te gapen terwijl ik een smoothie binnenwerk, iets zwaarder kan mijn maag nog niet aan om half zeven 's morgens.
"Je weet dat we om zeven uur er moeten zijn hé?" Ik knik en glimlach flauwtjes naar Harry die op de bank zit.
"De weg is toch vrij zo vroeg in de morgen." Harry humt wat en trekt zijn wenkbrauwen omhoog, ik ga op de tafel zitten.
"Hebben we nog tijd om iets te doen dan?" Ik grijns en zet mijn halflege drankje neer.
"Niet om te doen waar jij aan denkt. Ik ben menselijk." Harry lacht ook en komt overeind, zijn haar ligt weelderig gedrapeerd doordat er nog niets mee gebeurd is, zijn trui heeft hij toch maar vluchtig aangetrokken voor mij.
"Ja, misschien dat je toch aan mijn idee van gisteren moet denken." Ik knik uiteindelijk traag, zonder dat ik het zelf door heb, en frons dan. Harry is even verward door mijn gedrag.
"Misschien dat ik het wel wil hebben." Om me zowel mentaal als fysiek sterk te houden.
"Zeker?" De gloed in de man zijn ogen is al iets donkerder dan de grijze mistwolkkleur die het daarnet had. Ik bijt op mijn onderlip en knik dan toch. Harry streelt een keer door mijn haar en doet me dan opkijken. Ik glimlach en kus hem zacht. Als ik mijn ogen terug open, zijn, zijn ogen bloedrood en kan ik enkele aders ontdekken. Ik deins echter niet achteruit en blijf dicht bij zijn sterke lichaam. Ik moet wel.
"Alsjeblieft." Zonder zijn blik van me af te halen, zet hij zijn tanden in zijn bleke pols en biedt hij die me zo aan. Op die manier heb ik nog niet van hem gedronken. De vorige eerste keer was vanuit een glas. Mijn aarzeling doet hem fronsen, zijn ogen blijven donkerrood.
"Wil je-?" Ik schud mijn hoofd en neem zijn pols vast om mijn lippen er tegen aan te zetten. Ik weet niet precies wat ik moet doen, en hoe ik het moet doen, maar op een of andere manier vindt zijn kruidige bloed mijn smaakpapillen en ben ik aan het drinken. Het is raar hoe Har me zo kan bekijken, maar op een of andere manier is het alsof het zo hoort te zijn. Mijn ringtone doet me verschrikken waardoor ik zijn onderarm los laat, zijn gehavende huid gaat onmiddellijk terug toe. Ik wil hem nog kussen, maar grijp dan toch naar mijn telefoon op tafel.
"Hé, ben je eindelijk onderweg luilakje? Toch niet afgeleid?" Ik lach om Nialls stem en geef Harry die het ook hoorde een blik.
"Ik ging net vertrekken."
"Ja ja. Doe de groetjes aan de krullenbol." Ik grijns en leg af. Hij heeft gelijk; ik moet echt vertrekken.

"Hoe bedoel je de bus in pan?" Ik zucht en rol met mijn ogen, dat is echt typ-isch.
"Dat zie je toch, een slappe band." Toby glimlacht en zet zich uit ervaring al neer op een bankje naast het stadion, afgeschermd van de mogelijke fans, al zijn die er meestal niet een gewone trainingsdag. Ik besluit dan maar af te wachten wat we gaan doen. Het is immers zeven uur 's avonds en we zouden nog wat tactiekbespreking doen na het avondeten.
"We gaan taxi's bellen." Onze hulpcoach knikt en opeens is hij druk in gesprek met iemand aan de lijn. Aan het tempo van zijn Engels te horen, is het iemand lokaal hier. Ik zucht en klamp Dele aan.
"Ik ben mijn oplader vergeten in de kleedkamer." Dele grijnst en rolt dan met zijn ogen. Ik weet het.
"Ik ga hem nog snel halen, jullie zijn hier toch nog niet weg." Tenzij ze een taxi-bus hebben voor een kleine dertig man. Mijn benen wandelen al terug naar de ingang terwijl ik mezelf vervloek. In een leeg Macedonisch stadion rondlopen is eerder eng dan gezellig. Ik hum dan ook wat in mezelf en concentreer me op alles behalve de lege gangen waar ik overal op de verdomde lichtknop moet duwen. Ik moet er twee keer over doen om de juiste kleedkamer te vinden, en zucht tevreden als deze nog niet op slot gedaan is. Via het licht van mijn gsm, kan ik snel mijn oplader, die naast het stopcontact op de grond lag, terug vinden en wandel ik na een toiletbezoek terug naar buiten. Als het ook daar absoluut stil is, voel ik mijn hart in mijn keel bonken. Dit is niet goed. Of ze zijn al weg, of ze hebben zich verstopt, en dat laatste lijkt me weinig waarschijnlijk. Ik zucht en probeer niet te panikeren. Ik ben een grote volwassen jongen die dit zelf kan oplossen. Absoluut. Ik besluit mijn sneltoets in te schakelen en ben Niall, maar die neemt niet op. Geweldig, het is waarschijnlijk te gezellig in de taxi. Of hij is weer eens in slaap gevallen. Ik zucht en besluit buiten het afgezette stuk te lopen, maar ook op de weg kom ik niemand tegen. Ik tuur hopeloos voor me uit als een rode auto met hoge vaart aan de andere kant van de weg stopt. Is dat voor mij? Ik word toch niet gekidnapt? Oh jezus... Ik slik mijn spanning weg als het raampje naar beneden gaat en steek de straat over. Een jonge vrouw zit aan het stuur.
"Kan ik je ergens mee helpen?" Ik knik en geef haar een hopeloze blik.
"Ik zou graag een taxi willen bellen." De bruinharige vrouw lijkt kort te twijfelen en kijkt rond zich heen waarna ze de autodeur openduwt.
"Ik ben mijn telefoon vergeten, maar ik was toch onderweg naar een brasserie hier in de buurt. Zij kunnen je wel helpen." Ik knik en besluit toch maar in te stappen, beter dit dan niets.
"Dankje." Langleven internet binnen je eigen landsgrenzen. Die regel moeten ze echt eens aanpassen. De jonge vrouw trapt goed de gaspedaal in en stuift weer weg. Het duurt dan ook maar enkele minuten voordat we aan een soort van café geparkeerd staan.
"Loop maar mee." Haar Engels is gebrekkig, maar ik begrijp haar en volg haar naar binnen. Voordat ik zelf iets kan regelen, is ze in haar eigen taaltje tegen een vrouw aan de toog aan het praten, die dan weer iemand roept. De oudere uitbaatster wijst naar een stoel en het duurt niet lang voordat er ineens geroosterd brood met kaas tussen voor mijn neus ligt. Ik geef de vrouw een gekke blik, ze glimlacht enkel gastvrij en gaat verder met haar afwas.
"Hallo? Ik kan je wel snel brengen als je-" Een lange slanke vrouw, midden twintig met kastanjebruin haar stopt met praten als ze me in haar vizier krijgt. "Je bent dus echt Louis Tomlinson?" Haar Engels is buitengewoon goed. Ik knik en zucht opgelucht.
"Ja, en ik zou graag terug in mijn hotel geraken. Ben je fan?" Ze knikt hevig en knipoogt dan grijnzend.
"Niet zeggen tegen de anderen, die vinden me al een landverrader omdat ik in Engeland gestudeerd heb."
"En je werkt hier?" In dit verlaten brasserietje? Ze lacht.
"Dit is mijn tweede thuis. Nu, neem je brood mee en dan gaan we." Ik sta op en besluit de inkomende oproep van Niall te accepteren.
"He man? Waar ben je?! Ik ben super ongerust."
"Jij komt er ook lekker op tijd achter. Ik ben bezig met naar het hotel te geraken, normaal verloopt dat goed." Ik hoor de Ier zuchten, maar zijn bezorgdheid is nog niet weg, net als de mijne overigens. Ze kan me als chantagemiddel gebruiken. Louis Tomlinson ontvoerd, Skopje wint. Ik glimlach en praat verder. "Nee, maar ik geraak er wel. Tot dadelijk." Ik stap zonder nog veel verder na te denken in de zwarte Audi en klik mijn gordel vast. Het stuur staat aan de andere kant hier, hoe gek.
"Naar waar?"
"Een groot vijfsterrenhotel net buiten het dorp. De naam is iets met een H." Ze lacht en ratelt een of ander woord. "Ja, dat." Ze glimlacht terwijl ik van het brood aan het eten ben, ik heb echt honger en het zal vast wel niet vergiftigd zijn door dat oude vrouwtje. "Wil je iets in ruil voor deze rit?"
"Je handtekening maakt me blij genoeg." Ik knik en bedenk al meteen dat ik meer voor haar kan betekenen dan dit. Een gesigneerd T-shirt van de match bijvoorbeeld. Maar dat moet ze nu nog niet weten. "Ik ben Lau trouwens."
"Is dat een gebruikelijke naam van hier?"
"Lausanne wel. Niet echt Engels jammer genoeg." Ze lacht en haalt een hand door haar volle haar. Opeen of andere manier klikt het goed tussen ons twee.
"Netjes. Kom je kijken naar de terugwedstrijd?" Ze lacht opnieuw en pinkt om te stoppen voor het hotel waar we in verblijven. Dit is dus toch het juiste.
"Vanavond is al opwindend genoeg." Ik knik en zoek naar pen en papier. Ze haalt haar handtas van de achterbank en reikt me die aan, waarna ik er haar volledige naam opkrabbel samen met mijn handtekening.
"Enorm bedankt Lau." Ze glimlacht en wuift als ik snel uitstap, opgelucht dat ik toch aangekomen ben.
"Jezus Lou! Je had wel ontvoerd kunnen worden!!" Ik lach het weg als een stoere jongen en schuif bij aan de tafel in het restaurant.
"Ach ja, ik heb mijn oplader tenminste." Zonder die kan ik niet bellen naar het thuisfront, al ligt mijn laptop al wel veilig op onze kamer als stok achter de deur. Jan lacht en propt het stuk brood verder weg in zijn mond voordat hij iets zegt.
"Prioriteiten stellen hé." Ik grijns en knik waarna ik zelf gretig toe tast.

Een Macedonisch avontuurtje...

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu