97 Moment

110 10 2
                                    


Ik bijt zenuwachtig op mijn lip als we in de tunnel klaarstaan. De druk is groot aangezien de mannen van Leicester zeker bovenaan de voorlopige ranking staan. Ik schrik net niet aangezien ik de koude handen van Toby zag aankomen. Hij lacht en knijpt kort in mijn schouders waarna ik grijns en me naar voren draai. De camera's wachten ons op en de scheidsrechters besluiten om toch al naar buiten te gaan. Het miezert nog steeds. Ik probeer vooral niet naar de supporters van de tegenstander te kijken; ze zijn enorm enthousiast en brullen hun ploeg toe. Ik staar vanuit mijn ooghoek naar onze supportershoek en glimlach kort waarna ik mijn zenuwen probeer weg te slikken; het is tijd om te gaan spelen.
"Louis!" Ik draai me richting de coach die heftig bewegingen staat te maken; hij wil dat ik en Dele even niet meer van flank wisselen. Ik focus me op Vardy die al enthousiast naar voren begint te lopen als hij de keeper de bal naar voren ziet smijten. Ik dek hem en probeer ondanks mijn matige gestalte de bal toch op te vangen door boven hem uit te springen. Het lukt me, ik kop hem richting Kyle die achter me staat om me op te vangen waarna ik verder begin te lopen. De regen snijdt en het is hard werken, maar het balbezit is weinig, traag en moeilijk waardoor ik vaak de oversteek naar voren moet maken, om daar een lange bal te spelen of terug te gaan; Vincent is onbereikbaar. Ik vloek na enkele keren en ga dan enorm gefrustreerd de kleedkamer binnen tijdens de rust.

Louis' kwaadheid gutst door zijn aderen en maakt Harry enorm geagiteerd en onrustig. Hij moet moeite doen om te blijven zitten, zijn voeten wiebelen al nerveus. Phoebe zucht en wrijft kort door haar ogen.
"Wat een ---match." Harry trekt een wenkbrauw op en glimlacht dan.
"Inderdaad, vooral frustrerend."
"Omdat Louis ons nog niet heeft gezien? Een match is niet zo simpel hoor." Alsof zij de wijze tiener is die de eeuwenoude vampier nog wat kan bijleren.
"Beiden." Het klinkt een beetje bijtend en dat had heus niet gehoeven, beseft Harry ook als het eruit is. Hij zucht en staat op: "Wil je nog wat drinken?" Zijn gestalte torent meteen boven de normale mens uit.
"Iets warms." Harry knikt, perst zijn lippen op elkaar en wandelt doorheen de zee aan geuren naar binnen. De warmte slaat meteen neer op zijn bleke wangen terwijl hij bestelt.

"Louis!" Dele roept naar me, ik infiltreer me tussen twee spelers, zie een derde afkomen, maak een kapbeweging en pas de bal naar hem. Toch iemand die de bal nog wil hebben. Ik zucht en loop verder. Er zijn nog geen goals gevallen en mijn benen zijn zo verschrikkelijk week van het voortdurend heen en weer lopen. Weer een versnelling omdat Erik de bal in de buurt van de zestien krijgt. Ik vloek als Son de bal overtrapt en merk dat er gefloten wordt. Als ik mijn blik naar de kant werp, ben ik deels opgelucht als in het rood mijn nummer staat te pronken op het wisselbordje. Ik mag gaan rusten en dat is niet het meest positieve. De coach geeft me een klopje, ik trek snel mijn jas aan en ga de tunnel in; met een nat truitje in de gure wind gaan zitten is geen goed idee. Ik wou dat ik meer had kunnen doen voor mijn ploeg, maar ik ben doodop door de vele acties. Misschien moeten we zelfs blij zijn dat het slechts 0-0 is.

Het is mijn beurt om de persronde te doen. Zowel bekende als onbekende gezichten bekijken me waardoor ik mezelf moed inpomp en dan toch maar voor de camera's ga staan. Het is zo enorm intimiderend.
"Louis, wat vond je van de match?" Ik bevochtig mijn lippen en creëer zo een seconde bedenktijd.
"Wel... Leicester was enorm sterk. We hebben verschillende dingen geprobeerd, maar het was vooral moeilijk om goed balbezit te behouden en dan druk te zetten. Ik denk dat we goed zijn blijven vechten en bijna alles ervoor gedaan hebben om de match zo goed mogelijk te spelen."
"Je hebt meer dan elf kilometer gelopen in vijfenzeventig minuten, wat vind je daarvan?" Ik probeer me niet te focussen op de verschillende lichten en gezichten voor me, maar eerder op mezelf; ook al klinkt dat een beetje raar.
"Dat vertelt dat het een moeilijke wedstrijd was en dat we echt veel geprobeerd hebben."
"Ben je tevreden met het resultaat?" Een kleinere man met zwaar accent duwt zich tussen de anderen door.
"Nu ja, we zijn zowel blij met het punt als ongelukkig dat we geen doelpunt hebben kunnen maken, ondanks enkele kansen. Ik denk dat we niet mogen klagen."
"Je leek nogal geagiteerd toen je van het veld af moest, is daar een reden voor? Ben je het soms niet eens met de coach?" Hoe komt hij daar bij? Ik frons en zet een stapje achteruit.
"Nee, absoluut niet. Ik sta volledig achter zijn beslissingen. Elf kilometer in die tijd is ook niet niks. Soms is er een frisse wind nodig in een moeilijke wedstrijd." Ze knikken, ik ben het beu en merk dat de toeziener teken doet dat ze moeten stoppen.
"Dankjewel, Louis." Ik knik en loop terug het stadium binnen.
"Louis!" Ik schrik van Sons schelle stem die me roept.
"Ja?" Als ik om het hoekje ben zie ik dat hij bekend volk bij zich heeft, ik glimlach en geef hem een dankbaar schouderklopje. "Wat doen jullie hier? Gekken!" Ik heb de neiging om Harry zeer verliefd te kussen, maar onderdruk die in het bijzijn van mijn zusje. Haar een knuffel geven is een veel beter idee. "In dit hondenweer?" Ze grijnst en aait doorheen mijn half natte haar.
"Je hebt hard gewerkt, broertje." Ik kom weer overeind en knik dan, deels zuchtend.
"Klopt. Maar..." Ik kan het niet vatten dat ze hier zijn, Harry's groene ogen blinken dan ook zachtjes terwijl hij erbij staat. "Heb jij haar meegenomen?" Hij knikt, de bruine krullen bewegen mee op en neer.
"We wouden de match van dichtbij zien."
"Een slechte match, ja." Ik trek mijn jas dichter toe en zie dat de meeste spelers langs de achterkant al richting bus gaan.
"Dat lag niet aan jou." Ze zeggen het beiden gelijk, ik lach en knik dan toch maar. Ze zullen het wel menen zeker. Mijn ogen flitsen opnieuw richting de bus, die mag ik niet missen.
"Je moet gaan." Harry legt zijn hand beschermend tegen Phoebe's rug. "Ga maar, het is oké." Onwennig geef ik de man een blik. Hij weet dat ik bij hen wil blijven. Hen wil knuffelen en één ervan ook kussen. Ik knik dan en geef Phoebe nog een knuffel. De neiging om dat bij Harry ook te doen is enorm groot, maar ik ben officieel nog niet 'uit de kast' gekomen. Ik bedenk me dus en loop dan richting bus, doorheen de plassen en neervallende regen. Ik neem echter wel mijn gsm en zet me naast Niall die zich al geïnstalleerd heeft.
Dat was enorm lief... Ik wou dat ik je kon vastnemen (& meer)... Ik verzend het snel en zet me dan ook beter. Niall heeft zijn ogen al toe, ik leg een deken over zijn verkleumde lichaam.
"Je hebt goed gespeeld, Ni." Hij knikt en trekt het deken naar zich toe.
"Jij ook, Loulou." Het duurt echt niet lang voordat ik slaap, net zoals de Ier naast me en alle andere voetballers.

Ik kreun als het er aan mijn arm getrokken wordt.
"We zijn er, Lou. Je blokkeert trouwens ook de weg." Ik frons en open voorzichtig mijn ogen. Het licht van het gangpad brandt, mijn benen liggen in het midden van de gang en de meeste spelers staan op om de bus te verlaten. Ik glimlach vermoeid naar Hugo en ga overeind zitten om dan traag op te staan, mijn benen voelen zwaar en vermoeid aan; mentaal slaap ik echt nog half. Niall passeert langs me terwijl ik mijn dikke jas stevig toe doe en uit de bus strompel. Als ik aan mijn geparkeerde auto denk, kreun ik nog inwendig nog dieper. Ik heb echt absoluut geen zin om terug naar huis te rijden met mijn slaapkop, maar het moet wel. De koude schudt me wakker; ik vind snel mijn tas terug en neem deze terwijl we naar de spelersparking wandelen.
"Tot morgen, Del!" Dele steekt in het duister zijn duim omhoog terwijl hij zijn auto opent. Ik doe net hetzelfde en stap in. De radio draai ik meteen op keihard waarna ik mijn raam open en zo een spleetje ijskoude lucht binnen laat;deze zou me wakker moeten houden. Het verlangen naar Harry en mijn bed neemt met de seconde exponentieel toe waardoor ik extra gas geef. De twintig minuten rijden duren tergend lang terwijl ik vloek naar de broodnodige koude. Ik parkeer snel en neem de lift naar boven; Harry zal er toch wel zijn zeker? Phoebe moet morgen wel naar school... De deur is los waardoor ik opgelucht zuchten mijn tas open rits en leeg kap in de berging. Ik doe mijn schoenen uit en merk dat er buiten enkele dimlichtjes ook nog wat kaarslichten te bespeuren zijn; dat doet me breed glimlachen.
"Har?" Zijn lange gestalte bevindt zich half wakker op de bank. "Je bent nog wakker."
"Jij ook." Hij glimlacht en gaat terug rechter zitten nu dat ik hem beter kan aankijken.
"En je hebt het gezellig gemaakt... Het spijt me dat ons afscheid eerder zo...wel,houterig was. Ik ben al even aan het wachten om je terug te kunnen vastnemen."En dat meen ik vanuit het diepst van mijn hart. Ik wil niet naast hem gaan zitten, uit praktische reden. "Ik ga me even klaar maken en dan ga ik in bed liggen; ik ben kapot." Het is een hint naar wat hij zou moeten doen; namelijk:al in het bed gaan liggen. Hij knikt, zijn uiteengevallen krullen veren heen en weer. Ik maak me snel klaar, blaas de lekker ruikende kaarsjes uit, en ga dan naast hem onder de lakens liggen. Mijn handen vinden onmiddellijk zijn sterke torso. "Ik zie je echt graag, Har." Ik voel een kusje op mijn voorhoofd en kruip nog dichter tegen zijn tamelijk koude lichaam aan; het is een poging om hem zowel mentaal als fysiek te verwarmen.
"Ik jou ook, Lou."
"Je brief was enorm lief. Ik heb echt de hele dag gewacht totdat ik erover kon praten met je, maar nu ben ik zo moe. Ik wil gewoon slapen en bij je liggen."Zijn vingers strelen voorzichtig over het blote stukje huid bij mijn onderrug.Ik streel de haartjes in zijn nek weg en sluit mijn ogen; het is toch pikkedonker.
"Ik vind het dan weer ontzettend lief dat je dat vertelt." Ik kus zachtjes zijn wang en leg mijn hoofd weer neer; ik ben echt moe.
"Ik waardeer het echt." Hij blijft zachtjes bewegingen maken over het kleine stukje huid. Het lijkt wel alsof hij me nog dichter en beter tegen zich aantrekt; een houding die je de hele nacht kan volhouden.


Schatttigg

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu