|Hoofdstuk 5|

566 57 30
                                    

"Vergeven en vergeten? Nee, misschien zal ik wel vergeten, maar ik zal nooit vergeven."

_Hoofdstuk: Vijf_


'Wie zei dat je haar pijn moest doen?'

Ryhaels stem gonsde door de hal heen, waardoor Samuel voorzichtig een stap naar achter zette en zijn handen in de lucht hief. 'Ze vroeg er zelf om, ik kon er weinig aan doen.' hij sprak elk woord langzaam en duidelijk uit, alsof hij tegen een klein kind sprak en niet tegen een Demon die veel meer macht had dan hij ooit zou hebben.

'Niet gewond! Dat was de afspraak, je taak was alleen om haar te brengen, maar jullie vier samen konden dat zelfs niet doen? Wat vindt de Aanvoerder hiervan? Weet hij überhaupt al dat ze hier naartoe is gebracht?'

Samuel haalde zijn schouders op. 'Als het goed is wel. Ik denk dat hij elk moment kan beginnen met het uitvoeren van de plannen.'

Gefrustreerd haalde Ryhael een hand over zijn gezicht heen. De plannen. De Aanvoerder, de hogere demon die had besloten om een paar testen uit te voeren op Haelyn en die bovendien had besloten om vier demonen op haar af te sturen om haar vervolgens hierheen te brengen, wilde zijn plannen op haar uittesten, omdat hij "vermoedde" dat ze een Nephilim was...

Een afstammeling van een Engel en Demon.

'Dit gaat niet goed komen. Ik moet ervoor zorgen dat de plannen niet uitgevoerd worden, maar hoe?' mompelde Ryhael meer voor zichzelf, maar Samuel hoorde hem.

'Waarom wil je een held spelen? Dit is je werk, Ry, je kan er niet onderuit komen. Het is maar een meisje,'

Met een grimas keek hij Samuel aan, draaide zich om en liep vervolgens in de richting van de kamer waar Haelyn in lag. 'Ja, natuurlijk. Maar een meisje. Alleen maar een meisje.'


_POV HAELYN_

Er waren maar een paar dingen die ik herinnerde nadat ik flauw was gevallen. Namelijk de stekende pijn in mijn schouder en arm, en hoe iemand in mijn oor woorden bleef fluisteren. Voorzichtige woorden, die me hoop probeerden te geven en zeiden dat alles goed zou komen.

Hoop die ik toch al verloren had.

'Word wakker', fluisterde een schorre stem. 'Alsjeblieft, word wakker.'

Ik wist niet zeker of ik droomde of dat ik in een diepe slaap was. Het liefst wilde ik voor altijd blijven liggen, met mijn ogen dicht, zodat ik de werkelijkheid kon ontwijken; de werkelijkheid die me zoveel pijn deed.

'Laat haar gaan. Waarom bescherm je haar? Kom op, hij wacht op haar.' Het was een nieuwe stem, realiseerde ik, een stem die ik vaagjes herinnerde.

Er volgde een kleine stilte en ik luisterde mee. 'Ze gaat niet die ijskast in. Laat haar op z'n minst wakker worden. Je kan dit niet maken, straks gaat ze daar dood--'

'Wat wil je dan doen? Wil je de Aanvoerder teleurstellen? Je weet dat hij het zal doorgeven aan het Hoofd. Dan halen ze je van je rank af, dat weet je toch wel? Wil je dat allemaal echt opofferen voor haar?'

'Ja.'

'Nee. Ik zal je dat niet laten doen. Ga aan de kant, ik moet haar naar de Aanvoerder brengen.' Er volgde nog een stilte en bijna wilde ik mijn ogen openen totdat ik iets hoorde vallen. Of nee, beter gezegd, struikelen.

'Je gaat hier spijt van krijgen, Cael.' gromde de persoon die me probeerde te beschermen.

'Het is Cale. Cale, begrepen? Ik ben geen engel meer, dus noem me niet zo.'

Het volgende wat gebeurde was onduidelijk voor me. Iemand tilde me op en droeg me ergens heen, terwijl ik mijn ogen probeerde te openen- wat me niet lukte, en er kwamen steeds meer stemmen bij.

'Is ze wakker?'

'Waarom is ze geblinddoekt en vast gebonden?'

'Is de eerste opdracht dat ze in de ijskast gaat?'

'Ryhael, wat ben je aan het doen?'

Bij die naam fronsde ik. Het kwam me bekend voor, maar ook weer niet. Ik had het meerdere keren gehoord, maar op de een of andere manier kon ik me het niet herinneren.

'Aanvoerder. U kunt dit niet doen.' volgde een stem, waarvan ik gokte dat het de zogenaamde Ryhael was.

'Ryhael, doe dit niet.' siste de stem van eerder, die ik nu herkende als Cale.

'Maak haar los.' Deze stem klonk nors en ik dacht dat hij veel macht had, aangezien hij gelijk gehoorzaamd werd. Binnen enkele secondes werd ik neergezet op iets zachts en werden mijn handen en voeten bevrijd. Als laatste volgde de blinddoek.

Zodra ik mijn ogen opende, deed ik ze weer dicht. Het plotselinge licht deed pijn aan mijn ogen doordat ik de hele tijd geblinddoekt was. Nadat ik een paar keer had geknipperd zag ik een groep mannen, die in een halve cirkel om me heen stonden.

Ik opende mijn mond om iets te zeggen, het maakte niet uit wat, maar mijn keel voelde droog aan. Hoelang was ik hier?

'Geef haar drinken.' beval een man met een beginnende bierbuik en zijn armen over elkaar gevouwen, wiens stem ik herkende als de man die zei dat ik los gemaakt moest worden. Was hij de Aanvoerder?

Niet veel later kreeg ik een bekertje met water en zonder erbij na te denken dronk ik het leeg.

Dezelfde man stapte naar voren en keek me aan met een sceptische blik. 'Goed, Haelyn, aangenaam kennis te maken. Ik ben de Aanvoerder en voor de aankomende dagen zal je hier blijven, maar maak je geen zorgen, niemand zal je iets aan doen. Ik wil alleen een paar testjes met je uitvoeren. Is dat oké?'

Zijn blik zei dat er geen ander antwoord was dan "ja". Mijn blik gleed over de groep heen, en ik slikte. Was ik de enige gevangene hier?

'Je bent hier geen gevangene, dame.' zei een stem en ik keek op naar degene die het had gezegd. Met grote ogen keek ik hem aan. Grijnsend tikte hij met zijn wijsvinger en middelvinger tegen zijn slaap aan.

Wees voorzichtig met wat je zegt en denkt, iedereen hier kan gedachtes lezen, hoorde ik zijn waarschuwende stem in mijn hoofd gonzen.

'En, vind je het goed?' drong de Aanvoerder aan. Ik sloot mijn ogen voor een seconde en zuchtte diep. Had ik een andere mogelijkheid? Waarschijnlijk niet. 'Oké, ik zal het doen, maar wat is het dat ik moet doen?'

De Aanvoerder glimlachte iets te breed en keek me aan met zijn blauwe ogen, die heel erg... dood leken. 'Dat zal je zometeen merken. Als je er klaar voor bent, zullen we dan beginnen?'

•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•○•

Sorry sorry sorry! Ik ben bij mijn oma waar geen wifi is en daarom heb ik niet kunnen schrijven, en ik zit al sinds een paar uur te schrijven omdat ik het hoofdstuk kwijt raakte toen ik het wilde publiceren :/

Dus tja, eindelijk ben ik klaar, na 3 uurtjes ongeveer, en bohoi ben ik gefrustreerd. Wattpad moet normaal doen..

In ieder geval, vanaf volgende week komen de updates weer regelmatiger. Maak je geen zorgen.

Trouwens, drie keer raden die de prins op het zwarte paard is...

Blijven stemmen en reageren! Motiveert me altijd ❤

Is iedereen trouwens over/geslaagd? Naar welke klas ben je gegaan? Ik was dat helemaal vergeten te vragen oepsss

Het verhaal begint nu pas echt. Hou je stevig vast!

Dat was het dan,

Adios,

Hasta la vistaaah.

-Jaani.

|| Nephilim || Where stories live. Discover now