|Hoofdstuk 21|

258 32 46
                                    

"Sometimes, you have to create your own sunshine in a world full of darkness."

_Hoofdstuk: eenentwintig_

Duw hem weg. Duw hem weg.

Dit was verkeerd- ik wist niet wie hij was, wat hij wilde, laat staan wat hij was.

Maar hoe hard ik ook tegen hem aanduwde, hij bleef staan. Met zijn lippen over de mijne heen, wild bewegend.

Innerlijk had ik een gevecht. Een deel van mezelf wilde dit, het andere wilde het niet. Ik wist niet wat ik moest doen.

Zijn hand ging lager. Zo laag dat ik plots weer kon nadenken en dit keer toen ik hem weg duwde, struikelde hij naar achteren.

Paarse ogen keken me bijna geshockt aan, wat overging naar verrassing, en vervolgens naar woede. Hij begon weer naar me toe te komen. Dit keer hield ik mijn hand uit als teken dat hij moest stoppen. 'Nee,' fluisterde ik hoofdschuddend, 'nee.'

Hij bleef staan voor een seconde. Luisterde niet naar me en zette een stap naar voren, maar bleef toen weer staan. Zo stil dat ik dacht dat hij iets van plan was.

Zijn paarse ogen gleden over mijn muur heen. Naar mijn bed. Totdat het rustte op mijn nachtkastje. En ik kon bijna zweren dat die ogen iets donkerder werden van kleur.

'Wat heb je daar gezet?'

Ik hoorde zijn stem voor het eerst. Nou ja, hij had mijn naam had gezegd bij de opening van de doos, maar ik kon het nu duidelijker horen, zonder de luide stemmen om me heen. Hoorde gelijk ook hoe zijn stem -bij de doos zoet, zacht- nu anders was. Bijna eng. Het gaf me de rillingen.

'Wat ik daar heb gezet? Niets bijzonders?' vroeg ik dom. Of hij voelde mijn tampons aan met zijn krachten.

Dat zou... speciaal zijn.

Als ik in een andere situatie was geweest, had ik gelachen.

De stripper (of wie het ook was), liep naar mijn nachtkastje toe en rukte de eerste lade open. Daarna de tweede. Bij de derde stopte hij en gooide spullen eruit, om vervolgens de zwarte veer te pakken die ik helemaal onderaan had verstopt.

'Interessant.' mompelde hij, de veer bestuderend. Zijn hand streelde over de veer heen, die bijna glinsterde in het licht van mijn slaapkamer. Het was zo mooi dat ik ernaar bleef staren en bijna vergat dat hij mijn veer vasthad.

'Geef het terug.' In drie stappen stond ik voor hem en probeerde de veer uit zijn hand te pakken, maar hij hield zijn hand achter zich en keek me aan met een grijns die niet veel goeds kon betekenen. 'Vertel me eens, Haelyn, vanwaar heb je deze veer?'

Toen ik geen antwoord gaf en hem maar aanstaarde met een dodelijke blik, duwde hij tegen mijn schouder aan met zijn ene hand. Met zoveel kracht dat ik op de grond viel.

'Je moet realiseren, meisje,' ging hij verder, 'dat je niet zomaar dingen of spullen moet oprapen van de straat. Het kan een negatief-'

Hij dropte de veer en siste opeens- een laag, sidderend geluid.

Zijn donkerpaarse ogen keken me voorzichtig aan. 'Wat heb je gedaan met die veer-'

Nu volgde er een gilletje. Hij blies naar zijn hand die de veer vast had gehouden, alsof het in brand stond. 'Wat ben je aan het doen- aah!' gilde hij, wild wapperend met zijn arm.

(A/N: lmao ik ga stuk hij gilde "aah" AHAHAH kay back 2 the story)

Voor een seconde zou ik wel kunnen lachen. Wat was hij aan het doen? Was dit een deel van de act?

Maar al snel begon ik ook te gillen op het moment dat hij naar me toe kwam en zijn hand uitstak om me vast te pakken. Niet vastpakken, merkte ik, zodra een zwarte soort wolk uit zijn hand begon te komen. Die recht op mij gericht was.

Ik was compleet gek aan het worden. Het was officieel.

'Wie ben jij?' hijgde hij, zijn irissen nu compleet zwart. Voordat ik kon antwoorden, brulde hij het uit en liet de zwarte wolk in volle vaart op me af komen.

Het volgende dat gebeurde: chaos. Ik had geen idee of het gegil dat ik hoorde van mij kwam, de wat ik nu zeker wist dat het een demon was kwam op me af, er werd hard gebonst op de deur die na enkele secondes werd ingetrapt, ik hoorde boven het geschreeuw in deze kamer ook geschreeuw en een commotie in de woonkamer-

Hoeveel tijd er was verstreken toen iemand mijn naam zei, wist ik niet. Ik kon alleen denken aan de brandende, stekende pijn in mijn schouder en arm en nek. Het voelde aan alsof er een slang over die plekken heen gleed.

'Haelyn?' zei iemand weer, voorzichtig en op zijn hoede.

'Het doet pijn,' snikte in, terwijl hete tranen over mijn wangen liepen. Het liefst wilde ik de huid krabben waar de demon me had geraakt zodat het akelige gevoel dat ik had zou verdwijnen-

'Haelyn, kijk me aan. Rustig. Kijk me aan.' Tegen mijn zin in keek ik, door mijn tranen heen, op naar de persoon die voor me knielde. Ryders bezorgde blik keek me aan.

'Luister, dit gaat eventjes pijn doen.' Zonder op mijn antwoord te wachten stak hij zijn hand uit en pakte de brandende schouder aan.

Het voelde aan alsof er olie op de vuur werd gegooid.

Schreeuwend van de pijn schoof ik naar achteren, weg van zijn hand.

Het doet pijn het doet pijn het doet pijn

Ik had geen idee of dat ik het fluisterde of dat ik het gilde. Ryder had er blijkbaar geen last van en plaatste zijn ene been op mijn bovenbenen, zodat ik niet meer naar achteren kon schuiven. Ook had hij zijn ene hand om me heen geslagen, als een steun.

Toen drukte hij zijn hand weer tegen mijn schouder aan. Tegenstribbelend probeerde ik uit zijn greep te komen, de tranen bleven maar glijden over mijn wangen. Na enkele minuten werd de pijn minder en voelde ik me slaperig.

Toch deed ik mijn ogen open en keek Ryder aan.

Of Ryhael.

Ik wist niet wie van de twee het was. Het gezicht was van Ryder maar die ogen- die ogen. Zilveren ogen die ik nooit zou kunnen vergeten.

Iets in me begon pijn te doen, die boven de pijn van mijn schouder uit kwam.

'Ryhael,' huilde ik, mijn trillende hand naar zijn gezicht brengend. Hij keek me bijna gepijnigd aan, alsof hij de pijn kon voelen die ik op dat moment voelde. 'Oh, Ryhael.'

Vanuit mijn wazige ooghoeken zag ik hoe Ximena verscheen in de deurgat. 'Ik heb de klootzak terug geschopt naar waar hij vandaan kwam. Hoe had ik niet gemerkt dat het een incubus was? Oke dat maakt niet uit, hoe gaat het met haar?' 

Klootzak... vandaan kwam... incubus?

'Ik word gek,' mompelde ik en mijn stem klonk bijna dronken.

Ryhael -ik bedoel, Ryder- tilde me voorzichtig op en legde me neer op mijn bed. Hoe hij zo vaak had gedaan in de nachten dat ik niet kon slapen door de nachtmerries.

Het voelde toch anders aan. Alsof Ryhael hier was-

'Ryhael...' mompelde ik nog een keer tegen Ryder, die me alleen aanstaarde en zei: 'Slaap.'

En binnen een seconde tijd was ik in een droomloze, diepe slaap gevallen.

○●○●○●○●○●○●○●○●○●○●○●○●○●○

Zo leuk he. Cliffhangers.

Lekker lang hoofdstuk!

Nephilims, bij 15 stemmen post ik het volgend hoofdstuk. Ik merk namelijk dat ik nauwelijk 4 haal, terwijl ik bij HTAITD normaal 200 (soms bijna 300) per hoofdstuk haalde. I'm crying. Pls vote for me. I'm sad.

Oh en ik denk dat het toch tijd is om koekjes uit te delen. *geeft koekje aan elke lezer* GRATIS KOEK VOOR IEDEREEN

A*D*I*O*S

-Jaani.

|| Nephilim || Where stories live. Discover now