|Hoofdstuk 18|

232 22 34
                                    

"We accept the love we think we deserve."

_Hoofdstuk: achttien_

'We gaan dus een feest organiseren omdat we hier net zijn komen wonen en aangezien je verjaardag er aankomt, hadden we bedacht om er één groot feest van te maken. De huisbaas sponsort ons zelfs, dus waarom zouden we het niet doen?' zei Ximena enthousiast. Zij en Ryder keken me vragend aan. Vragend voor toestemming.

Ik wilde mijn verjaardag niet vieren...

...maar ik wilde het niet verpesten voor ze.

Dus zei ik, 'Ik vind het feest geen probleem, maar je hoeft mijn verjaardag er niet bij te doen, ik wil het niet vieren-'

'Waarom niet? Het is maar eenmalig.' klaagde Ximena. Ze keek me aan met puppy ogen.

Ryder zei niets. Hij had me de afgelopen dagen genegeerd.

Net zoals ik hem had genegeerd. Ik wist dondersgoed dat hij degene was die me die ene nacht -een paar dagen geleden- naar bed had gedragen. En dat was niet de enige keer. Hij had dat, als ik het goed herinnerde, al drie keer gedaan.

We zeiden er beiden geen woord over.

'Ik... vind het gewoon raar om het te vieren.' mompelde ik.

'Dat is nog meer reden om het juist te vieren! Kom op, schat, een keertje maar. Wie weet ontmoet je iemand en dan zul je er helemaal geen spijt van hebben. Ik bedoel, misschien kan ik een stripper voor je halen?' ze wiebelde met haar wenkbrauwen en lachte alsof ze zojuist iets heel grappigs had gezegd.

Uit mijn ooghoeken zag ik dat Ryder me scherp aankeek. Alsof hij wilde dat ik nu nee zei.

Dus zei ik voor de grap, 'Stripper?' Met een brede grijns gaf ik haar een speelse duw. 'Nu je het hebt gezegd moet je er wel echt eentje regelen, Xi.'

Ze gooide haar handen in de lucht, stond op en rende naar de deur. 'Yes! Een stripper voor madame, komt eraan!'

Toen verdween ze.

Hopelijk nam ze het niet te serieus.

Ryder bleef me aankijken met een dodelijke blik.

Ik gaf hem een zoete glimlach.

○●○●○●○

De nachtmerries maakten me gek.

Het ging van de zwarte schimmen met omgekeerde voeten naar kakkerlakken de grootte van honden die een spoor van slakkenslijm achter lieten.

Het werd erger en ik voelde dat ik op het punt stond wakker te worden om weer naar de badkamer te rennen. De spinnen, kakkerlakken, schimmen- het werd weer teveel.

Maar... ik zag iets. Een zwarte veer.

Meerdere veren.

Totdat het vleugels werden.

Twee brede, zwarte vleugels die bij een persoon hoorden.

Van de schouders en benen kon ik opmaken dat het een jongen was. Een man. Hij stond met zijn rug naar me toe.

'Haelyn...'

De stem was zacht. Het wilde dat ik dichterbij kwam.

'Haelyn,'

|| Nephilim || Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu