3. Ik breek de belofte die ik met mijn moeder had

180 13 0
                                    

"Dus tia en ik, wij zijn halfgoden?" Vraagt Miles verbaast. Alex had net alles uitgelegd. Over kamphalfbloed en de Griekse goden, over Olympus, over nieuw Rome en kamp Jupiter. "Ja jullie zijn halfgoden". Zegt hij. Miles is even stil.
"Shit". Zegt hij uiteindelijk gewoon. Er verschijnt een glimlachje op mijn gezicht maar hij verdwijnt al snel. "He Alex kan je even het stuur overnemen?" Vraagt Miles. Alex neemt het stuur over en Miles komt naast me zitten. Ik leun tegen hem aan. " gaat alles goed tia?" Vraagt hij zagt. Zijn stem dringt diep in me door. "Ik kan niet mee naar het kamp Miles" zeg ik. Hij probeert mijn blik te vangen. "Waarom kan je niet mee? Het is een plek waar we kunnen leren vechten. Het is sowieso beter dan de school waar we nu op zitten."
"Je begrijpt het niet Miles" zeg ik en ik voel dat ik begin te huilen. " kom dan mee, voor mij. Ik kan niet zonder je tia". Ik hoor dat hij onderbewust zijn toverspraak gebruikt. Zijn stem klinkt twee keer zo vol en is gevuld met verlangen. maar het werkt. Er rolt een traan over mijn wang. Met alle risico's die ik dit jaar heb genomen kan dit er nog wel bij. Ik kan niet zonder Miles. "Oke maar alleen tot het eind van dit schooljaar".
Bij een benzine pomp zet Alex de gele schoolbus neer en we lopen verder over een pad aan de zijkant van de weg. We lopen steeds verder van de weg af tot we bij een heuvel zijn. In de verte zie ik een groot wit huis met twaalf huizen in een u vorm. Aan de voet van de heuvel staat een boom dat ooit een meisje is geweest. Die boom beschermt het kamp tegen monsters en stervelingen.

We lopen naar de ingang. In oud Griekse letters staat er boven kamp halfbloed maar ik kan het lezen want Hera heeft me dat geleerd. "Kamp halfbloed" zegt Miles voorzichtig. " ja" zegt Alex, " kijk je bent een natuurtalent". Alex en Miles lopen langs de boom onder de poort maar ik blijf staan. De belofte die ik ooit heb gemaakt bij mijn moeder kan ik niet zomaar breken. Miles loopt naar me toe. "He, het is oke" zegt hij geruststellend. Hij pakt mijn hand en loopt met me naar de boom. Ik stap over de grens en de belofte is verbroken.
Hand in hand lopen Miles en ik door het kamp heen . Overal waar ik kijk zie ik mensen trainen met zwaardvechten, boogschieten, speerwerpen , vechten en nog veel meer. Er is ook een groepje aan het volleyballen en in de verte zie ik de oceaan met een strandje genaamd het kano meer. Alex loopt voorop en Miles kijkt goed om zich heen naar alle cabines. Aan de rechter kant van het pad zie ik een stuk of twintig raar gevormde huizen in de vorm van een Griekse omega. Die van Zeus voorop, als een mooie stevige tempel en daarnaast een kleinere, onbewoonde maar elegante tempel van mijn moeder. Verder zijn het stereotype tempels; bij demeter hangen de bloemetjes buiten en bij Ares hoor je de oorlogskreten 20 meter verder.
We lopen richting het witte huis waar op de veranda een centaur staat. Ik weet wie het is. Het is Chiron, de hoofdbegeleider van het kamp. Hij is met een iemand van het kamp aan het praten maar stopt abrupt als hij Alex niet staan. "Alex, goed je weer te zien", zegt hij en hij kijkt naar Miles en mij. " en je hebt een prachtkoppel meegenomen zo te zien".
" ja dit is Miles en am...tia" zegt hij terwijl ik hem boos aankijk. "Miles en tia, welkom op kamp halfbloed. Ik ben chiron en ik ben de kamp begeleider. Alex heeft jullie vast al vertelt wat jullie zijn"? Vraagt hij . "Ja hij heeft ons al geïnformeerd" zegt Miles. " nou dat is fijn. Alex ga nu maar naar je vrienden , ze willen alles weten over je eerste queeste". Alex die al te popelen stond om weg te rennen, sprint over het grasveld naar een boerderij waar hij word ontvangen met knuffels. Ik kijk weer naar chiron. "En jullie twee krijgen nu een rondleiding van het kamp van deze jonge dame" hij wijst naar het meisje waar hij eerder mee aan het praten was. Ze is misschien twee jaar jonger dan Miles en ik dus ongeveer twaalf. Ze is wel net zo groot en heeft twee vlechtjes in haar blonde haar.

"Hai , ik ben Polly darson" zegt ze. Dochter van Apollo. "Ik ben Miles Jameson" zegt Miles en geeft haar een hand.
"Ik ben Tia Marten" en ik doe hetzelfde als Miles. "Oke dan gaan we eerst langs de cabines".
We lopen langs elk huis en bij elk huis vertelt ze iets. Bij Artemis vertelt ze dat hij zo leeg is omdat Artemis eeuwig maagd is, maar dat soms de jagers op bezoek komen en dat ze dan in haar tempel slapen. Bij de grote drie verteld ze dat ze vaak leegstaan maar dat heel soms een zoon of dochter komt maar dat dat eigenlijk niet mag.
Dan komen we bij die van Hera . Ze gaat voor de ingang staan en mijn maag trekt samen . Ik probeer het niet te laten zien. "Dit is het huis van Hera, maar hier komt nooit iemand. Hera is namelijk de godin van en huwelijk en zij is getrouwd met Zeus . Dus een kind krijgen met een sterveling zou natuurlijk niet kunnen".
moest jij eens weten dacht ik.

We lopen verder en komen uiteindelijk bij het huis van Hermes. Het is een groter huis met meer slaapplekken dan de andere.
"Hier slapen jullie tot jullie erkend worden. Dan ga je naar je eigen huis en dan blijf je daar". Miles en ik lopen naar binnen en zetten onze tassen op twee bedden naast elkaar. Dan zijn we vannacht tenminste bij elkaar. We lopen weer naar buiten en we volgen Polly weer. Ze laat ons de arena zien waar gevechten worden gehouden en het donkere bos achter het kamp waar ze vlaggen roof spelen. Ze laat ons de lava klim muur zien en de Schietbaan. Uiteindelijk komen we bij een schuur, waar allemaal wapens in liggen. Dolken, messen, pijl en bogen noem het maar op. Ik zie zelfs een bijl. "Kies maar een wapen. Ga op je instinct af".
Ik heb er natuurlijk al een . De armband om mijn rechter pols. Het is een dunne goddelijk bronzen armband met plaatjes van mythes erop. Ik heb hem gekregen toen mijn moeder me afzette bij mijn vader.
Miles kijkt rond. Hij raakt soms wat aan en pakt dan uiteindelijk twee identieke dolken.
" goede keuze" zegt Polly. " heel effectief bij het vechten van monsters". Ze kijkt naar mij. " en jij?" Vraagt ze . Ik bedenk wat ik moet doen en besluit dat het niet heel veel kwaad kan om mijn wapen te laten zien. "Ik heb geen wapen meer nodig". Ze kijkt me vragend aan. "Maar" begint ze . "Ik heb al een wapen" zeg ik. "Drie zelfs". Ik haal mijn middel en ringvinger naar beneden net zoals Spider-Man. Mijn armband krijgt de vorm van het wapen dat ik wil.
Het veranderd nu in een zwaard. Het is een middelmaatje met een glimmend brons lemmet. Dan draai ik hem soepel rond en nu veranderd hij is een lange speer met een vlijmscherpe punt op het einde. Ik draai heb nog een keer rond en nu heb ik een boog in mijn hand en op mijn schouder verschijnt een pijlen koker die vol zit met pijlen. Ik draai de boog rond en het is weer de bronzen dunnen armband op mijn pols. Polly kijkt me met grote ogen aan. "Waar heb je die gehaald?" Vraagt ze. Miles kijkt me ook aan. "Is die armband dat altijd al" vraagt hij. " nou lang verhaal" zeg ik.
We lopen weer naar het witte huis waar Chiron nog steeds op ons staat te wachten. Hij is echt een mooie centaur. Hij heeft een gespierd boven lichaam en ziet er niet slecht uit voor zijn leeftijd. Hij heeft een wit paarden lichaam met een zachte vacht. Maar naast hem staat iemand anders. Het is dyonisos de God van de wijn.
"Jullie zijn vast benieuwt wie jullie ouders zijn, niet?" Vraagt Chiron . "Ik weet dat het een godin is" zegt Miles. "En bij jou ook, toch Tia?"
Ik kijk hem aan. " ja bij mij ook" zeg ik.
"Jullie worden waarschijnlijk vanavond bij het kampvuur erkend" zegt Chiron. Miles kijkt me opgewonden aan. "Ik kan niet wachten" zegt hij. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik kan vertellen dat ik waarschijnlijk niet word herkend omdat nouja Hera niet dom is. Ik kan ook gewoon niks zeggen en bij Hermes gaan wonen. Daar wonen de kinderen van Hermes maar ook de paar halfbloeden die nooit zijn erkend. Dat zijn waarschijnlijk de kinderen van mindere goden die niet eens weten dat ze bestaan. Maar ik wil daar niet wonen. Ik wil ergens bij horen. Ik vertrouw Chiron we maar dyonisos niet. Hij is een van de twaalf goden van Olympus en zou zonder twijfel me proberen te vermoorden.
Er verschijnt een regenboog voor dyonisos, het teken van Iris . Iemand wil hem een iris bericht sturen. "Nou geweldig om jullie te ontmoeten" zegt hij sarcastisch. " echt heel interessant". Hij loopt weg en ik zucht. Nu hij weg is kan ik het vertellen. Ik moet het gewoon kwijt ook al is het een risico.

"Ik word niet erkend" zeg ik met een trillende stem. "Ik weet al wie mijn moeder is".

Dochter van Hera//Percy Jackson fanfictionWhere stories live. Discover now