20. Ik trek mijn zwaard en laat mijn vrienden achter

88 7 0
                                    

De rest van de Vlucht  probeer ik de vragen van Miles te ontwijken. Hij vraagt de hele tijd waarom ik huil en in mijn handen knijp totdat ik bloed, maar ik kan het niet vertellen. Zelfs zijn toverspraak dringt niet tot me door.
"Tia, wat is er met je?" Vraagt hij weer. Het vliegtuig doet weer gek en hij knijp met zijn perfecte handen in de stoel leuningen.
Dan kijkt hij weer naar mij. Ik zeg niks en probeer mijn tranen achter te houden. "Niks" zeg ik dan. Hopeloos kijkt hij me aan. Ik wil hem zo graag vertellen wat Polly heeft gedaan maar ik kan het niet. Eerst moet ik met Polly zelf praten. Hij laat het zitten maar geeft me door de turbulentie's heen een paar liefde volle maar bezorgde blikken. Alex zegt niks. Hij zit nogsteeds met zijn hoofd in een zakje over te geven. Dan gaan we landen. Met moeite zakt het vliegtuig maar we komen onder de wolken vandaan. Ik hoor de piloten zeuren dat dit de moeilijkste Vlugt van hun leven is en dat ze niet snappen waarom. De landingsbaan komt dichterbij . Terwijl elke passagier zich vasthoud aan een gordel of een leuning stuiteren we op de grond en ik zweer dat er wel een paar onderdelen van het vliegtuig zijn afgebroken. Dan eindelijk staat het vliegtuig stil en Polly word wakker. Ze doet slaperig haar ogen open en kijkt naar ons. We zitten allemaal niet relaxt op het puntje van onze stoel en Alex is aan het kotsen.
"Wat?" Zegt ze. Ze kijkt mijn kant op en voor dat ze mijn ogen kan vinden kijk ik de andere kan uit. Ik kan niet naar haar kijken nu. Niet nu ik net er achter ben gekomen dat ze me heeft verraden aan Apollo. Ik ben niet boos want ze had een reden. Misschien niet de beste maar ze had er tenminste een. Ze is dus niet gemeen. Ik ben gewoon teleurgesteld want ik vertrouwde haar. Ik weet niet of ik haar ooit nog kan vertrouwen. We staan op pakken onze weinige spullen en lopen als eerste het vliegtuig uit. We komen in het vliegveld en zoeken de uitgang. Niemand zegt iets tegen elkaar. Waarschijnlijk is Miles bang dat hij iets fout heeft gedaan tegen me, Alex is bang dat als hij zijn mond open doet dat er iets anders dan woorden uitkomt en ik, ik zit te diep in mijn gedachtes over Polly te denken. Dan maakt Miles alles een stukje beter. Hij komt naast me lopen, geeft me een kus op mijn wang met zijn oh zo zachte lippen en pakt mijn hand. Ik leun met mijn hoofd op zijn schouder, die precies op de goeie hoogte is. Mijn bruine haar kriebelt Miles zijn nek, maar hij negeert het voor me. Samen lopen we het vliegveld uit. Bij de uitgang staan een paar taxi's en we stappen in een in.
"Coney Island Beach, alstublieft" zegt Polly. Ik krimp in elkaar als ze praat. Ik weet niet waarom maar er zijn gewoon zo veel gevoelens tegen haar dat alles wat ze doet me pijn doet. 
"Dat duurt ongeveer een uur" zegt de taxi chauffeur. Het is een bruine man met een vriendelijk uiterlijk. Hij start de gele taxi en we beginnen te rijden. Ik hang de hele rit afwezig tegen Miles aan. Hij zingt Griekse  liedjes in mijn oor waarvan ik niet eens wist dat hij ze kent. Het kalmeert me wel. Hera zong ze vroeger altijd voor me toen ik niet kon slapen of als ik nachtmerries had. Polly kijkt afstandelijk naar me, alsof ze doorheeft dat ik haar doorheb. Na een uur komen we aan op het strand, en we hebben prachtig uitzicht op new york. Polly betaalt de taxichauffeur en loopt dan ook naar buiten. We staan allemaal met onze rug naar de zee en met onze ogen naar empire state building. Nou niet ernaar, maar erboven. "Dus daar is Olympus?" Vraagt Miles. Alex knikt. "Jep daarboven vriend, daar gebeurt alles. Van landbouw tot eBay en van tornado tot borrel feestje".
Ik kijk afwezig naar mijn handen. Polly ziet me.
"Tia?" Vraagt ze en mijn hart begint harder te kloppen. "Kan je even komen?"
Ik kijk haar aan en zie dat ze het moeilijk vind. Ik loop dus met haar mee, een eindje verder op het strand terwijl de jongens iets achter onze ruggen fluisteren. Alex maakt vast een grapje over dat meisjes samen naar de wc gaan enzo en Miles is alleen maar bezorgt.
Polly gaat voor me staan. "Wat is er, of nouja, is het wat ik denk dat het is?" Vraagt ze gestresst terwijl ze gek met haar handen beweeg. Ze is iets kleiner dan ik, maar ik kijk niet op haar neer. Ik durf niks te zeggen. Ik ben bang dat mijn stem zwak is en dat er niet veel anders uit komt dan gepiep. Daarom knik ik mijn hoofd. Bij dit gebaar ademt Polly schuddend uit en er beginnen tranen over haar wangen te lopen.
"Tia het spijt me zo, ik weet niet wat me bezielde maar mijn vader was zo boos toen ik zijn harp kapot had terug gebracht had en, en en ik moest het wel goed maken maar nu heb ik zoveel spijt en nu doet mijn vader gemeen tegen je en iedereen doet aardig tegen mij en je verdient het niet en ik moet gestraft worden en niet jij en en en"
Polly is op dit moment hysterisch aan het huilen. Ik leg mijn handen op haar schouders.
" sjjjjjjjhhhh" kalmeer ik haar zonder mijn toverspraak te gebruiken. "Het is al goed" zeg ik. Ze kijkt verbaast op. "Echt?"
"Ja Polly. Ik weet niet of ik je weer vertrouw. Ik heb er lang over na gedacht maar je bent vergeven. Je bent mijn beste vriendin, echt waar. Mijn moeder is heel slecht in vergeven, kijk maar naar Hercules bijvoorbeeld. Ze heeft Zeus nooit echt vergeven daarvoor. Daarin ben ik anders dan mijn moeder en jij bent anders dan je vader. Hij houd van stiekeme spelletjes en die heeft hij ook op jou gespeeld. Jij houd daar niet van en dag kan ik zien. Het is echt goed Polly".
Ik ben nu ook geluidloos aan het huilen. Dan geven we elkaar een knuffel. Zo een goeie, weetje wel. Niet zo eentje die niet veel betekent maar een die alles zegt. Ik hou van je, dankje dat je er voor me bent en je bent vergeven voor je fouten. Net als we loslaten en elkaar nog een keer glimlachend aankijken komen Miles en Alex eraan gelopen.
"Het is tijd" zegt Alex. "Polly , Miles en ik moeten gaan en Tia, veel succes, ik bedoel ga niet dood". Hij geeft me een knuffel en slaakt nog een mekkertje. Dan gaat Polly voor me staan. Het duurt even voordat ze haar woorden vindt en zegt uiteindelijk gewoon "dankje" en geeft me dan een knuffel. Dan gaat Miles voor me staan. Ik wist niet dat het zo moeilijk zou zijn.
"Doe voorzichtig he, tia" zegt hij, en ik hoor de brok in zijn keel.
"We zien elkaar zo weer, als het allemaal voorbij is" zeg ik maar ik ben niet al te zeker. Ik heb nog nooit zonder mijn krachten een monster in mijn eentje verslagen. Ik heb altijd hulp gehad van mijn krachten en mijn vrienden.
"Ik hou van je tia" zegt Miles en er loopt een traan over zijn wang. Hij weet hoe gevaarlijk de draak gaat zijn.
"Ik hou van je Miles"
En we zoenen. Niemand is meer om ons heen. Geen Polly geen Alex niks. Alleen Miles en ik, de liefste jongen op de wereld en de grootste fout in de Griekse geschiedenis. Dan komen onze lippen van elkaar af maar we houden elkaar nog een tijdje vast. Dan laat hij me los. Ik wil dat de knuffel nog langer Duurt. Het voelt als een afscheid van iets groots. Goed of slecht weet ik niet. "Je kunt het" zegt hij diep en machtig. Ik knik en draai me om, klaar om op zoek te gaan naar het nest van de draak orthus. Mijn vrienden lopen weg. Ik weet dat als ik omkijk naar ze, dat ik weer moet huilen, dus ik doe het niet. Ik trek mijn zwaard, het wapen dat ik ga gebruiken en loop met een nieuw gevonden kracht naar het gevecht.

Dochter van Hera//Percy Jackson fanfictionOnde histórias criam vida. Descubra agora