7. We nemen afscheid van polly en de jageressen

57 6 0
                                    

"De jageressen" mompelt Polly bewonderend.
"Ze zijn...prachtig" zegt Alex terwijl hij naar de meisjes staart. Ik rol met mijn ogen. Een paar jageressen doen hetzelfde.
"Is alles oke?" Vraagt Thalia . Het is duidelijk dat zij de aanvoerster is en dat is niet alleen omdat ik weet wie het is. De andere meisjes volgen duidelijk elke stap die ze zet, vooral nu ik Artemis niet bij ze zie.
"Alles gaat goed" zegt Polly. "Behalve die hellehond misschien"
Het valt me op dat ze rechtop zit. Ze heeft haar schouders rechter dan normaal en ze probeert trots te glimlachen.
"Wie zijn jullie?" Vraagt ze en ze kijkt naar mij. Ik heb waarschijnlijk nog steeds dikke ogen en donkere kringen onder mijn ogen dus haar blik staat bezorgd.
"Dat is Polly" zeg ik. "Ze is dochter van Apollo. Dat is Alex" en ik wijs naar alex die opeens mekkert.
"Sorry..." zegt hij.
"En ik ben Tia...dochter van..." het is altijd moeilijk om mezelf voor te stellen aan andere mensen als verboden dochter van Hera.
"Ik ben dochter van Hera" zeg ik uiteindelijk.
Een paar meisjes deinzen achteruit maar Thalia verplaatst geen moment wat ik cool vind.
Mijn moeder had me natuurlijk over de onsterfelijke jageressen verteld en ook over hun aanvoertster.
"Ik ben Thalia grace" zegt ze. "Wij zijn de jageressen van Artemis maar dat wisten jullie al. Zijn jullie op queeste? Vrouwe Artemis vertelde me dat we naar deze bossen moesten om een boodschap te brengen en iets op te halen".
Ik kijk naar de andere. Zij kijken ook niet wetend.
"We zijn op queeste ja" zegt Polly. "We hebben een voorspelling gekregen over.....over...."
Polly kijkt me ongemakkelijk aan en ik laat mijn hoofd zakken. Ik denk aan mijn droom. Over waar hij is en dat ik niet wie hem heeft mee genomen. Maar misschien kunnen de jageressen helpen.
"We zijn opzoek naar mijn vriendje" leg ik uit.
"Hij is al vier dagen vermist maar....niemand herrinerd zich hem. Behalve ik dan. Ook alle foto's zijn weggevaagd behalve die in mijn medaillon en alleen ik kan die zien".
Thalia kijkt nadenkend. "Het is sowieso iets met de mist dan" zegt ze uiteindelijk.
"Ja we zijn ook onderweg naar hecate"
Er valt een stilte. De zon gaat bijna onder. Ondanks dat ik misschien vier uurtjes heb geslapen ben ik uitgeput maar slapen ga ik echt niet doen.
Thalia kijkt naar boven.
"We stellen het kamp hier op" zegt ze. "En dan moet ik tia privé spreken. En daarna jou" ze wijst naar Polly". Bang wijst ze naar zichzelf. "I-ik heb toch niks fout gedaan?" Vraagt ze geschrokken. Een paar meisjes lachen.
"Nee joh" zegt Thalia en ze gaan aan de slag met tenten.

Je moet even bedenken dat een rugzak te klein is voor een enorme tent, alles wat je nodig hebt om te overleven zoals lucifers, EHBO-kitjes  met een goddelijke twist, dekens kussens, lampen wapens en eten.
Nou de rugtassen van de jacht bevatten alles. Ze hebben zelfs twee extra tenten, voor Polly Alex en mij.

Als ze klaar zijn komt een meisje me halen om met Thalia te praten. Terwijl we samen naar de grootste tent lopen vraag ik aan het negenjarige kindje wat ze er van vind om een jageres te zijn.
"Super cool" zegt ze. Er glimt een groen licht in haar oog. Waarschijnlijk is ze een nimf. Die jagen ook.

We lopen de tent in waar een grote troon staat. Die is waarschijnlijk voor Artemis, die nu afwezig is, dus er zit niemand in. Thalia staat ernaast en het meisje die een nimf is loopt weg.
"Vrouwe Artemis is achter haar broer aan" zegt Thalia. "Waarom?" Vraag ik.
"De rede kon ze me niet vertellen maar ik moest wel een boodschap overbrengen naar jou" ze gaat iets rechter opstaan en schraapt haar keel.
"Vertrouw mijn broer niet"
Er valt een stilte. Gestrest denk ik na. Vertrouw mijn broer niet? Wat heb ik daar nou aan. Ik weet heus wel dat ik Apollo niet kan vertrouwen, daar heb ik al genoeg ervaring mee.
"wacht, Was dat alles?" Vraag ik.
"Ja dat was alles"
Er loopt een traan over mijn wang want ik besef dat de man die Miles had gedragen Apollo was geweest. Ik stamp de tent uit en ga naar mijn eigen tent waar ik op het veldbedje plof. Met mijn gezicht in mijn kussen gegraven schreeuw ik van frustratie. Ergens achter me hoor ik Thalia Polly naar binnen verwelkomen. Ik vraag me af waarom ze dat doet. Mischien heeft het ook wel met haar vader Apollo te maken.

Ik blijf in bed naar de rand van de tent staren. Ik merk niet eens dat de tijd voorbij gaat en Polly stormt enthousiast binnen. Ik kijk haar verschrikt aan want wauw.
Ze ziet er anders uit. Echt heel anders.
Haar twee vlechjes hangen nu stijl over haar schouders. Inplaats van geel blond is haar haar glanzend zilver. In haar ogen schijnt geen jeugdige gloed meer. Je ziet een echte vrouw, ook al is ze maar twaalf.
"I-i-k ben een jageres!" Zegt ze lachend.
Ik weet niet wat ik moet denken. Vanaf nu is ze onsterfelijk. Mijn beste vriendin heeft zich aangesloten bij de jacht. Ze moet weg van het kamp. Ik ga haar minder zien. Veel minder.
Ik weet dan ook niet hoe ik moet reageren. Door het brok in mijn keel zeg ik dus zoiets als:
"Oh ja leuk uh top Nice" ik probeer een lach op mijn gezicht te toveren. Ik loop naar haar toe en geef haar een knuffel.
"Ik weet dat ik weg moet" zegt ze. "Maar ik wil het al heel lang".
"Het is goed Pols" zeg ik. "Zolang je maar gelukkig bent"

Ik ga niet mee eten, ik blijf in mijn tent. Ik hoor door het zilveren stof, dat een paar jageressen rodelen over dat ze geen vriendje hebben voor deze reden maar ze worden stil gecommandeerd door Thalia.
Ik slaap ook nauwelijks. En als ik dat doe, dan wordt ik wakker van een schreeuwende Miles in mijn droom. Ik ben ook als eerste wakker die ochtend. Ik ga naar buiten, het nevelige dennenbos in. Ik loop naar onze Pegasi. Ik aai Duif over zijn bol en geef hem een beetje hooi uit de tas op zijn rug.
"We zijn weer klaar om te vertrekken baasje" zegt ze. "Dankje duif. Zeg maar tegen Dols dat hij weer naar het kamp mag. Polly gaat niet verder"
"Ke baasje!"

Ik ga bij het gedoofde vuur zitten. De ochtend is fris, en ik steek een paar blokken aan met mijn vingers en hou mijn handen in het vuur. Ze ontdooien een beetje maar het gekietel doet me denken aan Olympus.
"Dat is sick" zegt een stem vanuit de opening van de grootste tent. Het is Thalia, in een lang, flanellen ochtend jas. Ze komt naast me op de boomstronk zitten.
"Ik hoor ook niet te bestaan, weetje" zegt ze. Ik kijk haar aan. "Niet?"
Ze schud haar hoofd. "Mijn vader is Zeus en de afspraak is grote drie geen halfgoden krijgen".
Ik knik. Ik wist niet dat ze een dochter van Zeus was.
"Bij mij is het nog erger" zeg ik. Ik vertel haar het hele verhaal. Hoe mijn moeder me tot mijn zevende had opgevoed. Hoe ze me de krachten van alle twaalf de andere goden had gegeven, om me te beschermen. Hoe ik op queeste ging met Miles, Polly en Alex. En hoe Miles, de jongen waarvan ik hou, verdwenen en gewist is. Ik vertel haar ook over de voorspelling. Ze luisterde aandachtig. Alsof ze alle tijd van de wereld heeft. Dat heeft ze in werkelijkheid ook. Ze is onsterfelijk.
"Duif en zon hah" zegt ze. "Is het niet logisch dat dat Apollo en Aphrodite zijn? Ik bedoel Apollo houd er niet van om te verliezen en Aphrodite... dat is gewoon wraak omdat Miles en jij van elkaar houden".
Ik knik. Dit heb ik ook al bedacht.
"De zin dat de dood zijn slag slaat vind ik alleen heel zorg verwekkend " Zeg ik tegen haar.
"Een voorspelling heeft vaak een dubbele betekenis, tia"
Ik knik weer en kijk naar beneden. Ik voel me leeg gezogen. Alsof de liefde haarzelf aan me zuigt en me depressief maakt. Als ik Miles niet ga vinden, weet ik niet of ik nog verder wil. Hij is alles voor me. Het is alsof Thalia mijn gedachte leest.
"Je vindt hem wel"
"Ik weet het niet, hij voelt zo ver weg"
"Hij is er nog"
"Maar in welke staat? H-hij mag niet lijden"
Er rolt een dikke traan over mijn wang en Thalia legt een hand op mijn schouder.
"Wij jageressen zweren mannen af Maar Miles lijkt een goeie jongen. Ik zal aan je denken, Amartia."
"Dankje"

Alex en ik bestijgen onze Pegasus. De jageressen hebben al hun spullen weer gepakt en staan naast ons.
"Veel succes met jullie queeste" zegt Thalia. "Ik hoop dat jullie de verloren zoon van Aphrodite vinden". Ik knik dankbaar. Polly loopt naar me toe. Ze heeft tranen in haar ogen.
"Jullie zullen altijd mijn beste vrienden zijn. Maar nu heb ik zusters. Veel geluk met jullie zoektocht naar Miles en we zien elkaar in de toekomst zeker nog".
"Ik hou van je Polly" zeg ik met een brok in mijn keel. "Meehheeeee ik ga je missen" zegt Alex triest. Ik heb nooit beseft dat Alex en Polly zulke goeie vrienden waren maar ze zijn echt close. Dan stijgen Duif en Browndown op. Ik zie Polly nog zwaaien maar ze flitst voorbij. Ik ga goed op Duif zitten en maak me klaar voor een bezoek aan de godin van de magie.

Dochter van Hera//Percy Jackson fanfictionWhere stories live. Discover now