2. Mijn hart breekt net als de fotolijstjes

70 8 0
                                    

"Hoe bedoel dat je niet weet wie Miles is?" Vraag ik aan Polly. Er ontstaat een grote baksteen in mijn buik van nerveusheid.
"Ik ken geen Miles" zegt ze. Ze liegt. Ze moet wel. Tuurlijk kent ze Miles. Hij is haar beste vriend.
"Jullie zijn beste vrienden!" Schreeuw ik. Mijn keel doet pijn van de tranen die ik tegen hou. Waar de hel is Miles? Vanaf de kantine komt Alex aangelopen. Als hij mij ziet stressen neemt hij een gallopje met zijn geitenbenen. Zijn hoeven zakken een beetje in het zand en struikelend loopt hij naar ons toe.
"Wat is er aan de hand?" Vraagt hij. Ik antwoord niet want het brok ik mijn keel is te groot. "Ik hoorde tia schreeuwen helemaal in kantine". Ik antwoord nog steeds niet. Polly neemt het daarom van me over.
"Ik vond haar hier slapend en toen ze wakker werdt begon ze over....... wie ook als weer? Stiles? Niles?" Ze kijkt me vragend aan.
"Miles!" Schreeuw ik weer en ik kijk weer naar Alex. "Jij kent hem toch wel? Hij is jou beste vriend weet je nog? Hij is een zoon van Aphrodite, jullie beste vriend en mijn vriendje!"
Er lopen nu tranen over mijn wangen. Hoe kunnen ze hem nou vergeten?
Alex legt zijn handen op mijn schouders.
"Het is al goed" zegt hij en hij geeft me een knuffel. Even denk ik dat hij wel weet wie Miles is maar dan laat hij me los.
"Vertel ons wie hij is" zegt hij. Nee. Hij weet het ook niet meer. Ik stap naar achter. Het is te veel. Ze spelen met me het is sowieso een grap. Maar ik weet dat het echt is. Hij is weg. De persoon die ik het meest nodig heb is verdwenen. alles begint te draaien. Er dansen zwarte stipjes voor mijn ogen en ik voel de grond dichterbij komen. Mijn ogen sluiten en alles waar ik aan kan denken is Miles.

Ik wordt wakker op een leren bankje in het grote huis. Chiron hangt boven me met een blokje ambrozijn. Het duurt even voordat alles binnen komt. Miles.
Ik ga meteen rechtop zitten als ik alles weer herinner. Dat de kamer draait negeer ik even en ik knijp mijn ogen dicht en weer open. "Miles" mompel ik zacht en ik sta op om weg te rennen. Ik moet hem vinden. Maar het moment dat ik op sta zak ik door mijn knieën. Ik voel twee grote mensen handen me rechtop houden. Het zijn die van Chiron.
"Kindje, wie is Miles?" Vraagt hij. Mijn wazige zicht wordt scherper.
"Miles is mijn vriendje" zeg ik zacht. Ik kijk rond in de kamer. Alex en Polly zitten samen op een stoel en ze kijken allebei bezorgt naar me. "Hij was hier gister nog!" Zeg ik hard "gister en het hele vorige jaar! Jongens hij ging met ons mee op queeste!."
Meer vragende blikken. Ik had het niet meer. Ik loop stampvoetend het huis uit, de veranda af. Ik doe mijn best om niet om te vallen. Ik weet dat Polly, Alex en Chiron me volgen maar het doet me niks. Ik moet iets vinden dat bewijst dat Miles bestaat.

Ik kom aan in mijn cabine. Eigenlijk moet ik hier alleen slapen omdat ik geen broertjes of zusjes heb maar Miles mag altijd bij me liggen. We hebben daarom zelfs een twee persoons bed in de marmeren kamer.
Meteen als ik binnen kom is er iets veranderd. Het lijkt wel leger. Ik kan niet meteen zien wat het is. Ik loop naar mijn bed. De cabine is gebouwd in een cirkel met in het midden een gigantisch monument van mijn moeder. Eigenlijk hoort er Niemand in te slapen en hij is daar dan ook niet voor gebouwd. Alles staat op onhandige plekjes.
Er is iets veranderd aan mijn bed. Het is 1 persoons bed. Ik ga erop zitten. Wat? Ik snap er echt helemaal niks meer van.
ik kijk op mijn nacht kastje. Er staan vier foto's op. Ik pak er een vanaf. Een grote groepsfoto van het hele kamp met De kinderen in groepjes bij elkaar. Per Goddelijke ouder God. Maar bij de Aphrodite kampers is geen Miles te bekennen. Ik ga druk met mijn vinger over de foto. Ik zie in mijn ooghoek dat Chiron, Polly en Alex zijn aangekomen. Ze blijven in de deur opening staan. Ze denken vast dat ik gek ben maar hun mening kan me niks boeien. Ik laat de foto op de grond vallen als ik er over uit ben dat er niemand genaamt Miles opstaat. Het glas breekt Met een hard geluid waar Polly een beetje van schrikt.
Ik pak de volgende foto, van onze vrienden groep. Waar eerst vier mensen opstonden staan nu maar drie. Tussen Alex en mij zit een gat alsof er iemand tussen had moeten staan. Er biggelt een traan over mijn wang. Er hoort ook iemand op te staan.
Ik laat deze foto ook vallen en ook dit glas valt aan diggelen. De volgende foto is hetzelfde.
Op de laatste foto hoor ik alleen met Miles te staan. We horen samen met onze rug naar de camera voor een ondergaande zon te zitten met op de achterkant het meer.
Polly had die foto stiekem gemaakt. Ze vond het een schattig tafereel. Maar waar eerst Miles naast me had gezeten, met een arm om me heen, was nu niemand te zien. Alleen ik. De tranen die ik al de hele tijd heb proberen tegen te houden komen nu toch door. Gefrustreerd gooi ik de foto door de kamer. Hij komt met een knal neer. Ik begin te huilen. Maar echt heel hard. Het drietal dat nogsteeds bij de deur staat toe te kijken bevriest.
Dan komt Polly naar me toe en slaat een arm om me heen. Ik laat mezelf op haar schoot vallen en ik huil nog harder. Zachtjes probeert ze me te kalmeren maar het lukt niet. Machteloos kijkt ze naar Chiron en Alex.
"Sssshhhhhh" probeert ze fluisteren. Maar het troost me niet. De enige die me nu zou kunnen trooste is Miles. Maar blijkbaar bestaat hij niet.

Dochter van Hera//Percy Jackson fanfictionOù les histoires vivent. Découvrez maintenant