26

227 8 1
                                    

Liv klopt zachtjes op de deur van haar ouders hun kamer, oppassend dat ze niet op haar vader stapt. Zachtjes gaat de deur open. 'Wat is er?'
'Dat kan ik beter aan jou vragen. Sinds wanneer slaapt papa als een hondje op de grond, alsof hij een hondje is?' Ondertussen heeft Eva de deur helemaal opengedaan en Wolfs is op de grond gevallen. Hij komt kreunend overeind en kijkt verward naar de twee dames.
'Ik uhm, ik ga me even opfrissen.' Hij strompelt naar de badkamer.
'Mam?' Vraagt Liv afwachtend als haar vader is weggelopen.
'Het is niks Liv. We hadden een beetje ruzie. Meer niet.'
'Dat is de laatste tijd vaker zo.' Eva kijkt naar de grond. Ze weet dat haar dochter gelijk heeft. Waar ze vroeger bijna nooit ruzie hadden, hebben ze nu wel elke dag minstens één keer ruzie. 'En trouwens, volgens mij hadden jullie geen ruzie. Volgens mij was jij gewoon kwaad. Hij heeft hier de hele nacht voor de deur gelegen. Dat doe je niet als je kwaad bent.' Eva's handen beginnen te trillen en een traan loopt over haar wang. 'Mam?' Ze legt een hand op haar moeders schouder.
'Het is niks schat.' Eva schudt haar hoofd, veegt de tranen weg en forceert een glimlach.
'Hij heeft weer wat gezegd hè?' Ze kijkt haar dochter verbaasd aan. 'Ik ken jullie toch.' Glimlacht ze en ze wrijft troostend over haar rug.
'Hij zei dat hij misschien beter dood was.'
'Oh mama toch.' Liv slaat haar armen om haar moeder heen. 'Dat meende hij niet. Echt niet.'
'Weet ik ook wel, maar...'
'Maar?'
'Ik, hij, ik weet het niet...'
'Het doet je pijn hem zo diep te zien zitten.' Fluistert ze. Eva maakt zich los, neemt haar dochters hoofd tussen haar handen en wrijft glimlachend over haar wangen met haar duimen.
'Wat ben je toch een slimme, grote meid geworden.' 

'Ik uhm, ik ga vandaag naar de dokter. Praten over wat er allemaal moet gebeuren.' De hele ochtend al leefden ze naast elkaar door.
'Hm.' Is het enige wat ze zegt.
'Eef, ik...' Eva draait zich met haar rug naar hem toe. 'Ik snap dat je kwaad bent hoor. Ik had het niet mogen zeggen en ik meende het al helemaal niet. Het spijt me. Zie je straks.' De laatste twee zinnen zegt hij zachter. 'Hou van je.' Fluistert hij nog. Bij deze woorden draait ze zich om, maar dat krijgt hij niet mee. Met tranen in zijn ogen loopt hij de trap op. Hij had gehoopt dat ze meeging om hem te steunen, maar hij had het zelf gezocht. Hij had het verpest.

'Wolfs wacht!' Ze gaat voor de auto staan waarvan hij net de motor had gestart. Hij trekt de sleutel terug uit het contact en stapt uit. Voor hij goed en wel terug op het voetpad staat vliegt ze hem al in zijn armen. De tranen laat ze stromen.
'Shhh. Het is oké schatje.' Hij drukt kusjes in haar haren.
'S-sorry dat ik je deze nacht heb buiten gesloten. Ik wou je wel bij me, ma-maar waarom zei je dat?' Snikt ze.
'Jij zegt altijd dat ik moet praten. Dat ik moet zeggen wat me dwars zit, maar ik had beter mijn mond gehouden.' Ze maakt zich los uit zijn armen, neemt zijn hoofd tussen haar handen en schudt haar hoofd.
'Nee, je hebt gelijk. I-ik schrok gewoon. Ik schrok eigenlijk heel erg.'
'Ik meende het niet.' Schudt hij zijn hoofd. Zijn handen omsluiten nu ook haar hoofd.
'Maar je zit er wel mee in je hoofd.'
'Ik zou niet zonder jullie willen, maar soms denk ik dat het gewoon beter is dat...' Ze schudt haar hoofd.
'Dat is niet waar Floris en dat weet je. Ik heb liever een zieke Wolfs dan helemaal geen Wolfs en de kinderen hebben liever een zieke vader dan helemaal geen vader. Geloof me. Ik had er dan wel één, maar dat was hetzelfde als geen vader. Die meiden hebben je nodig Floris Wolfs. En ik kan niet zonder je.' Hij knikt en drukt zijn lippen op de hare.
'Het is goed schatje. Het is oké nu. Je hebt me dat wel laten inzien deze nacht.' Grinnikt hij zachtjes door zijn tranen heen.
'Sorry, nog eens.' Grinnikt ze ook zachtjes. Hij drukt weer een kusje op haar lippen.
'Ik moet gaan. Anders kom ik te laat.'
'Je vind het spannend hé?' Hij knikt zachtjes.
'Zal ik met je meegaan?' Hij kijkt haar verwonderd aan.
'Ik ben niet meer kwaad, Wolfs. Ik was trouwens nooit kwaad. Ik was gewoon...'
'Geschrokken.' Maakt hij haar zin af. Ze knikt lichtjes. Zijn armen omsluiten haar tengere lichaam opnieuw. 'Het gaat goedkomen. Echt waar. Ik ga me laten behandelen en dan komt alles goed.' Ze kijkt haar man twijfelend aan. 'Eef, het is niet als toen. Echt niet. Ik ga het doen. Echt.' Ze knikt overtuigd. 'Ga je mee, mevrouw Wolfs?' Hij opent de portier en gebaard met zijn arm dat ze mag instappen. Ze lacht zachtjes en stapt in.

Ik dacht, toch nog een deeltje vandaag. Gewoon omdat ik zin had om te posten🤷‍♀️😂 

Stapje Voor Stapje 2Where stories live. Discover now