10

259 6 5
                                    

2 weken later

'Pap! Ben thuis!' Roept Lieke. Liv loopt de trap naar boven en Lieke neemt die naar de woonkelder.
'Pap?' Het is vandaag maandag. Zijn vrije dag en normaal treft ze hem hier altijd in de keuken. Nu dus niet.
'Vreemd.' Mompelt ze. Ze loopt naar de koelkast en neemt er een pakje chocolademelk eruit. Dat is een van de weinige dingen die ze toch van haar moeder geërfd heeft. In bijna alle opzichten lijkt ze op haar vader, in tegenstelling tot haar zusje, maar chocolademelk en bami neem je haar niet af. Ze draait zich om en slaat een kreet, met als gevolg gestommel op de trap en Liv die bezorgd naar haar lijkbleke zus kijkt. Ze rent op haar af en schrikt bijna even erg als Lieke als ze ziet wat haar zus net heeft aangetroffen.
'Pap, wordt wakker.' Lieke klopt tegen zijn wang. 'Liv, bel verdomme de ambulance en sta daar niet zo dom!' Schreeuwt ze. Ze schrikt van haar toon en laat haar telefoon uit haar handen vallen. Tranen stromen over haar wangen. Haar handen trillen. Ze probeert haar mobiel terug op te pakken, maar het lukt niet en hij valt weer. Nu ze op de aan-knop drukt gaat hij niet aan.
'Ik uhm, denk dat hij kapot is.' Piept ze. Lieke zucht en neemt haar telefoon van het aanrechtblok. 'Sorry.' Fluistert Liv.
'Het is oké.' Ze houdt de telefoon aan haar oor. 'Ja, uhm, mijn vader ligt hier. Ik uhm, weet niet wat er gebeurt is, maar hij heeft een tumor. Het adres is Sint Bernardusstraat 13'
'Ademt hij nog?' Hoort ze een vrouwen stem.
'Uhm, ja. Maar er moet snel iemand komen. Hij wou zich niet laten behandelen en nu gaat het mis.'
'Rustig aan meisje. Er is een ambulance onderweg. Bel iemand die jou kan opvangen en dan doen wij wat we kunnen.' Ze heeft de angst in Liekes stem gehoord.
'Dank u wel mevrouw.'
'Graag gedaan lieverd. Ga nou maar iemand bellen. Ik hoor de sirenes al, dus ze zullen er zo zijn.'
'Ja, dag.'
'doei.'

De ambulance broeders leggen hem op een brancard. 'Één van jullie kan mee als jullie willen.' Lieke Schudt haar hoofd.
'Jawel Liek, ga mee.' Spoort ze haar zus aan.
'Nee, ik laat jou niet alleen Liv.'
'Ik red me wel.'
'Ja, m-maar ik niet.' Liv kijkt haar verbaasd aan. Haar, altijd zo sterke, zus breekt recht voor haar ogen.
'Liek, rustig maar.' Ze slaat haar armen om haar zus heen.
'Hebben jullie al iemand gebeld?' Liv knikt.
'Onze moeder is onderweg.'
'Oké, jullie kunnen straks gewoon langs het ziekenhuis komen. Er is alleen maar plaats voor één in de ambulance.'
'Dank je.'
'Zorg voor d'r hé.' Doelt hij op Lieke in haar armen. Liv knikt en schenkt hem een dankbare glimlach. De broeder loopt bij hen weg, de trap op.
'Het komt goed.' Fluistert Liv in Liekes oor.
'dat zei hij ook en kijk hem nu. We weten niet eens of hij het wel haalt.'
'Dat doet 'ie wel.' Ze kijken allebei geschrokken naar hun moeder die hen streng aankijkt. 'Hij haalt het gewoon.' Lieke rent op haar af en stort zich in Eva's armen. Liv blijft staan. 'Is er iets liefje?'
'Ik heb papa in gevaar gebracht.'
'Dit is toch niet jou schuld!' Ze loopt op haar dochter af en omhels haar ook.
'Nee, maar ik liet mijn mobiel vallen. Toen was hij kapot. Als dat niet was gebeurt was de ambulance eerder geweest en dan was het misschien minder erg geweest.' Snikt ze.
'Ach lieverd toch. Jij hebt hier geen schuld aan. Oké?' Ze haalt haar schouders op. Lieke stapt op hun af.
'Het is mijn schuld mam. Ik zei dat ze daar niet zo dom moest staan. Ik was gewoon geschrokken.'
'Het is niemands schuld alleen die van hemzelf meiden. Hij had in behandeling moeten gaan. Naar de dokter moeten luisteren. Jullie hebben niks hieraan kunnen veranderen. Horen jullie dat?' Ze knikken allebei. 'Kom op mafkezen van me. We gaan naar het ziekenhuis.'
'Jij vertrouwd wel heel erg op pap hé?' Eva kijkt haar vragend aan.
'Als hij zegt dat het goed komt geloof jij dat? Je doet zo rustig.'
'Het komt goed. Echt waar. Ja, ik geloof in hem en ik hoop dat dat terecht is.' Ze neemt beide dochters onder een arm en ze lopen gezamenlijk de trap op.

oh oh, Wolfs toch...

Stapje Voor Stapje 2Where stories live. Discover now