17

225 4 1
                                    

Liv en Lieke zijn de kamer uit om wat te eten en te drinken.
'Ik heb geen besmettelijke ziekte hoor. Je mag me best aanraken.' Grinnikt Wolfs. Eva kijkt hem met betraande ogen aan. 'Sorry liefje.' Hij probeert naar haar toe te schuiven, maar zijn gezicht betrekt van de pijn. Eva gaat meteen rechtop zitten en drukt hem terug in zijn kussen. 'Mijn hoofd doet zo veel pijn.' Kreunt hij. 'Als ik stil lig gaat het nog, maar als ik beweeg. God, dan doet het pijn.' Hij glimlacht geruststellend.
'Waarom blijf je dan niet stil liggen?'
'Omdat ik dicht bij jou wil zijn. We hebben nog niet echt een momentje voor ons twee gehad.'
'Wil je dat ik bij je kom liggen?'
'Dat wil ik altijd.' Knipoogt hij. Ze kruipt dicht tegen hem aan.
'Flo?'
'Wat is er, schatje?'
'Ga je nu wel...'
'Tuurlijk liefje. Ik ga me laten behandelen. Ik kan jou toch niet alleen achterlaten met die twee monsters van ons. Het ging nu al niet goed. Laat staan als ik voor altijd weg ben.'
'Het was mijn schuld. Ik heb niet naar hun omgekeken. Ik had er voor hun moeten zijn, maar in plaats daarvan zat ik h-'
'Hier. Waarom de hele tijd?'
'Ik wou je niet alleen laten Wolfs. Ik was bang dat ik je kwijt zou zijn als ik terugkwam. Ik heb het al niet zo op ziekenhuizen.'
'Onkruid vergaat niet. Ik weet het schatje. Het is niet jou schuld dat Lieke zich rot voelt.' Hij voelt zijn borst nat worden. 'He schatje, wat is er?'
'Ze, ze had een breekmesje vast. Ze, ze wou zichzelf snijden. Ik uhm, ik deed dat vroeger ook. Misschien heb ik...'
'Dat is niet erfelijk Eva, dat weet jij ook. Doe niet zo dom. Jij hebt hier geen schuld aan. Helemaal niet. Hoor je me?' Zegt hij streng. Ze kijkt hem geschrokken aan en knikt braaf. 'Liefje, ik wil gewoon dat je weet dat het niet jou schuld is.'
'Maar als ik op haar had gelet, dan had ik het gemerkt.' Hij glimlacht naar haar en streelt haar wang.
'Ik vind het best wel schattig dat je hier niet weg bent geweest.' Ze bloost. 'Ik hou van je, Eva en in het vervolg luister ik naar jullie, want jullie hadden gelijk. Ik had me meteen moeten laten behandelen.'
'Je weet het dan toch?'
'Sorry Eef. Ik meen het. Vanaf nu gaat het beter zijn. Ik zweer het op mijn vier kinderen.' Ze kijkt hem even bedenkelijk aan. Zou ze het vertellen? Nee, nog niet. 'Geloof me Eef.'
'Ik geloof je Wolfs. Ik geloof je.' Glimlacht ze fluisterend.
'Wat was dat nou met Lieke?'
'Ze dacht dat het haar schuld was. Dat jij in coma raakte.'
'Hoezo haar schuld?'
'Omdat ze je al die tijd negeerde.'
'En ze denkt dat ik daarom die aanval had?'
'Omdat ze dacht, ik denk nog steeds denkt, dat ze jou heeft opgejaagd.' Hij zucht en haalt een hand door zijn haar.
'Hoe moet ik dit oplossen.' Het is geen vraag. Hij zegt het. Hij verwacht geen antwoord.
'Door met haar te praten. Ik heb het gevoel dat ik niet helemaal meer tot haar doordring. Vroeger, vroeger konden we uren praten samen. Altijd kwam ze naar mij. Maar nu, nu kan ik haar niet meer bereiken. Daarstraks luisterde ze heel even. Ze stelde zich weer heel even open, maar ze klapte niet lang erna weer helemaal dicht. Het is sinds die affaire met die informatie die ze van haar eiste.'
'Doet me denken aan jou.' Grinnikt hij. Ze kijkt vragend op. 'Jij trekt ook altijd die muren op als het moeilijk wordt. Dan voel ik me ook gepasseerd. Dan kan ik je niet bereiken. Je bent er dan wel, maar ik niet bij jou.' Ze glimlacht en knikt. Hij heeft gelijk en dat weet ze. 'Maar weet je Eva? Dat is veranderd sinds wij getrouwd zijn. Eigenlijk al sinds we samen zijn. Sinds we een officiële relatie hebben. Je sloot je minder en minder voor me af. Je stelde je open. En toen we allebei het ja-woord hadden uitgesproken, toen veranderde er iets in je ogen. Die glinstering die je soms had kwam en hij is nooit weggegaan. Misschien moeten we haar eens vertellen dat we van haar houden.'
'Maar dat doen we vaak genoeg toch?'
'Ja, een snelle 'ik hou van je', maar er is meer dan dat Eef.'
'Wat dan?' Hij haalt zijn schouders op. Ze grinnikt. Hij kijkt haar glimlachend, maar toch vragend aan. 'We zijn hopeloos. Weet je dat?' Hij grinnikt terug.
'Misschien, maar wij houden wel van onze kinderen.' Ze knikt. 'En van elkaar.' Fluistert hij. Ze kijkt diep in zijn ogen. Hij glimlacht lief en drukt teder zijn lippen weer op de hare. 'Ik hou van je Eva. Wil je me beloven dat je dat nooit vergeet liefje? Wat er ook gebeurt?' Ze kijkt hem aan.
'Wat dan ook?'
'Eva, wat is er?'
'Niks, hoezo?'
'Je doet raar.'
'Raar?'
'Ja raar, Eva. Je kan me alles vertellen he.' Ze glimlacht zenuwachtig.
'Weet ik wel, maar...' Op dat moment gaat de deur open.
'Oh, sorry. Als jullie liever alleen zijn.' Stottert Liv als ze haar ouders in hun innige omhelzing ziet liggen.
'Waarom loop je niet door.' Zegt Lieke geschrokken als ze tegen haar zus opbotst.
'Kom er maar gewoon bij liggen hoor lieverd.' Zegt Wolfs lachend. Liv kruipt bij haar vader en moeder in bed.
'Ik heb voor jullie geen koffie mee, sorry. Moeten jullie ook wat? Dan ga ik wel halen hoor.' Zegt Lieke met haar blik op de grond gericht.
'He zeg, waar is dat stoere meisje naartoe?' Vraagt haar vader bezorgd. Ze kijkt hem geschrokken aan. 'Lieverd toch.' Zegt hij zacht. 'We hebben er een puinhoop van gemaakt he? Jij en ik?' Ze grinnikt zachtjes. Hij heeft gelijk. Ze hebben allebei heel stomme dingen gedaan. Hij lacht ook en opent zijn armen waar zij gewillig inkruipt. 'Kom eens bij je papa, kleine meid.' Ze grinnikt opnieuw. Zo praatte hij vroeger altijd tegen haar. Hij drukt lachend een kus op haar kruin. Liv is diep weggekropen in Eva's armen.
'Je hebt honger mam. Je maag rommelt.'
'Dat geeft niks. Ik eet straks wel.'
'Nee mam, je hebt de afgelopen dagen al bijna niets gegeten. Kom we gaan wat halen.' Ze trekt haar moeder uit het bed en ze lopen samen naar de deur.
'Soms vraag ik me wel eens af wie hier nou de moeder is.' Grapt Wolfs. De drie dames schieten in de lach.
'Het is goed met je Wolfs.' Lacht ze waarna ze de deur uitloopt, haar dochter achterna.

Stapje Voor Stapje 2Where stories live. Discover now