Hoofdstuk 8 ~ In het klimbos

54 8 3
                                    

Donderdag 7 april - 10.01 uur

Zenuwachtig sta ik tussen de zeven tweelingen in, terwijl ik met Daniël en Olivier de enige drieling vorm. De camera's draaien en filmen zowel ons als de presentatoren. We zijn op locatie aangekomen, waardoor we al een idee hebben gekregen van wat er gaat gebeuren. We dragen allemaal een overall.

"Vandaag gaan we klimmen en klauteren. Alles komt aan op de motoriek of het gebrek daaraan. Vertel eens, wie is er absoluut niet lenig?"

Cor kijkt iedereen vragend aan en behandeld lachend de opmerkingen die hem toe worden geroepen. Olivier en Daniël kijken mij met een blik van verstandhouding aan. Als er iets is waar wij drieën beter in zijn dan Peter en Reinier, is het dit wel. Wij zijn beduidend leniger en ik vind het erg jammer dat ik hier waarschijnlijk niet aan mee mag doen. Alhoewel: de overall belooft wat.

Cor praat verder: "We hebben een specifiek parcours uitgelegd en de helft van de tweelingen blijft hier, terwijl je broer of zus met Emma mee gaat. Zo kunnen wij achteraf zien wat de verschillen en overeenkomsten zijn. Ter plaatse zal ik nog wat dingetjes uitleggen. Is dat duidelijk voor nu?"

Iedereen knikt, ik ook. Emma-Nore neemt het woord: "Helaas moeten we van tevoren afscheid nemen van een geweldige tweeling. Jullie hebben het laagste gescoord op de paranormale tests en daardoor is het zo per direct klaar voor jullie."

Ze wacht even, voor het dramatische effect.

"Frits en Jan-Jaap, Ingeborg en Janita, willen jullie een stapje naar voren zetten?"

Ik schuifel wat met mijn voeten. Ik snap dat die spanning nodig is voor de kijker thuis, maar momenteel vind ik het maar helemaal niks. Zeg gewoon wie er weg moet, zodat we afscheid kunnen nemen. Ik ben diep vanbinnen allang blij dat mijn broers of Sam en Dennis niet genoemd zijn, want nu mijn gevoel opnieuw mee zit, steekt mijn winnaarsmentaliteit de kop op en wil ik maar wat graag blijven. Bij voorkeur met mij bekende tweelingen.

Het zijn uiteindelijk Frits en Jan-Jaap die weg moeten en ze worden, na het afscheid, weggeleid om nog wat persoonlijke woordjes voor de camera te benoemen, waarna ze naar huis moeten. Ik kende de heren niet goed genoeg om het werkelijk jammer te vinden, maar de rest heeft er meer moeite mee en ook dat begrijp ik. De band die ze in zulke korte tijd smeden, zit diep. Reden voor mijn eigen ongemakkelijkheid als de vreemde eend in de bijt. Gelukkig leer ik ze steeds beter kennen.

Inmiddels gaan de presentatoren over op de orde van de dag en Emma-Nore klapt in haar handen om de aandacht te trekken.

"Goed, zoals gezegd wil ik graag dat jullie je opsplitsen. Tess," hierop kijkt ze mij aan en ik knik ietwat verschrikt naar haar. "Als je wilt mag je ook meedoen. Wel voor spek en bonen, maar het zal misschien interessant zijn om jouw gegevens bij die van Daniël en Olivier te voegen."

"Dat is prima," zeg ik. Heb ik in ieder geval die overall niet voor niks aangetrokken.

Daardoor mag ik niet toekijken als de eerste groep aan de beurt is en algauw ben ik in een prettig gesprek gewisseld met eenlingen zonder hun dierbaarste broer of zus en dat geeft mij een heel bijzonder beeld van ze. Ik heb het idee dat ik ze zo beter leer kennen, al blijf ik blij met de stickers op de overalls. Door de kleur voel ik me trouwens toch anders dan de rest, want ik zit nu bij de blauwe groep en heb als enige een groen exemplaar aan. Maar daar is niks aan te doen en ik lach en praat mee met de anderen. Het scheelt dat Olivier, Reinier en Sam bij me zijn.

Direct daarop krijg ik een beetje spijt van mijn toestemming, want nu is blauw aan de beurt en ik mag niet bij rood zitten, zodat ik werkelijk geen enkel oneerlijk voordeel krijg. Tijdens het wachten besef ik opeens het ergste en ik raak lichtelijk in paniek.
Ik ben de enige die over is en de anderen zijn dan al klaar, en bekend met de route en de opdracht. Dat betekent dat iedereen toe gaat kijken hoe ik het ervan af breng. De zenuwen gieren door mijn lijf en ik probeer een zin te formuleren om aan te geven dat dat ook niet eerlijk is.

Ik word geroepen en ik probeer mijn bedachte zinnen ten gehore te brengen. Er komt niet veel uit, maar dan merk ik dat enkele tweelingen weg zijn om verderop lekker te blijven klimmen en gebruik te maken van de faciliteiten, nu dat kan. Gelukkig ben ik voor hen lang niet zo interessant als ik dacht en dat is een ontzettende opluchting.
Maar alle vier mijn broers zijn er natuurlijk, net zoals Sam en Dennis, en ook Hinke en Esther staan toe te kijken, een vals lachje om hun lippen.

"Je vindt het vast niet erg dat we nu niet iedereen in een kleedkamer stoppen, aangezien je gegevens niet echt mee tellen, maar als je wilt, kan ik aangeven dat ook zij allemaal weg moeten gaan."

Het is lief aangeboden van Emma-Nore, maar ik wil niet zwak overkomen en dus lieg ik, quasi-vrolijk: "Nee hoor. Zoals je zegt: het is niet echt, dus laat ze maar blijven. Dan laat ik ze wel even zien hoe het moet."

Ik betreur die laatste zin direct, maar zie slechts bemoedigende lachjes - ik kijk expres niet naar Esther en Hinke - en dat helpt om tot rust te komen.

Cor legt uit: "Goed. De bedoeling is dat je het parcours gelijkwaardig aflegt aan hoe Olivier en Daniël het hebben gedaan, uiteraard zonder te weten wát zij hebben gedaan, en daarom is het jullie twee bij deze verboden om haar wat toe te roepen. Op bepaalde punten in het parcours hangen diverse objecten en het is de bedoeling dat je er elke keer één uitkiest die je meeneemt tot het eindpunt. Duidelijk?"

Ik knik zenuwachtig en laat mezelf vastklikken aan een veiligheidsdraad. Onzeker klim ik naar boven en kijk omlaag, waar de toeschouwers allemaal stil zijn en afwachtend terugkijken.

"Klaar voor de start... Af!"

Het eerste wat ik bijna voor elkaar krijg door de spanning, is omlaag vallen, maar ik weet mezelf net tegen te houden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik de schrikbewegingen van enkele broers, maar ik moet me nu focussen op de weg die ik nog moet gaan.
Met beide handen houd ik de zijkanten vast en spring - hopelijk - lichtvoetig over de obstakels. Ik ben blij dat ik vrij lenig ben, waardoor ik net wat zekerder kan reageren op alles wat ik tegen kom.

Ik kom op een gegeven moment bij een paal uit en zie daar enkele artikelen hangen, zoals Cor ook gezegd heeft. Ik zie verschillende bosjes brillen hangen, bestaande uit: duikbrillen, zonnebrillen en veiligheidsbrillen, en aarzel kort. Dan denk ik aan zowel Olivier als Daniël en het feit dat ze allebei in de bouw werken. Gedecideerd pak ik een veiligheidsbril en steek hem in mijn shirt. Ik hoor wat rumoer van beneden, maar daar let ik verder niet op.

Vol goede moed klim ik verder en maak op die manier de hele tijd keuzes. De spanning laat mij meer en meer met rust, waardoor ik steeds flexibeler word in mijn bewegingen. Als ik uiteindelijk via een kabelbaan-constructie moet eindigen op een plateau, steek ik - kort - uitgelaten mijn benen omhoog en land zegevierend.
Emma-Nore stopt de stopwatch en kijkt me met nietszeggende ogen aan.

Als ik eenmaal beneden ben terwijl ik, voor de zekerheid, Olivier even knuffel, kijk ik haar daarna vragend aan.
Nu lacht ze en zegt: "Op dit moment heb ik geen antwoord voor jou of de anderen. Morgen laten we de uitslag zien en dan horen jullie ook wie er naar huis gaat.
Maandag gaan we weer verder."

Maar ik kan wel mijn attributen laten zien en daarom kijk ik om me heen, naar de anderen. Daniël begrijpt me verkeerd en zegt grijnzend: "Jij en wij waren zoveel sneller dan die krakkemikkige broers van ons, dat zit wel goed."

Ik lach ook, terwijl zowel Reinier als Peter protesteren. Sam lacht en doet mee. Hinke en Esther zijn in geen velden of wegen meer te bekennen, waardoor ik me nog meer op mijn gemak voel.
Dennis staat vlak naast me en zegt: "Op één ding na, had jij dezelfde artikelen als je broers. En het mooie is, zij kozen die beha dan niet, maar wel allebei hetzelfde rode topje. En het gaat om hún uitslag per slot van rekening. Qua tijd en dezelfde bewegingen kan ik je helaas niet helpen, maar ik denk dat jullie wel goed zitten."

Ik kijk naar hem en lach aarzelend. Volgens mij heeft hij nog nooit zoveel tegen me gezegd en het feit dat juist hij zorgt voor duidelijkheid in mijn verwarde brein, is hartverwarmend. Zacht bedank ik hem, waarna Daniël mij meetrekt en roept: "Kom mee Tess, dan gaan we ze even laten zien hoe het moet!"

Ik volg hem lachend en als ik omkijk, zie ik dat Dennis ons niet volgt, maar mij wel nakijkt.

TweelingtestWhere stories live. Discover now