Hoofdstuk 15.3 ~ Gymmen

50 8 3
                                    

Dinsdag 19 april - 11.19 uur

In mezelf mopperend loop ik achter de rest aan en kom terecht in een gelijkwaardige zaal als de voorgaande. Deze is evenwel volgestouwd met turnattributen. Ik zie onder andere een ongelijke brug, een dikke mat en een evenwichtsbalk. Ook enkele ringen en touwen hangen duidelijk klaar voor een komende actie en ik begin er direct zin in te krijgen. Talent voor dansen heb ik niet, maar ik vond dat gymles me in de basis- en middelbare schooltijd altijd goed af ging.

De anderen mompelen ook wat en ik stoot mijn broers met glinsterende ogen aan. Nu heb ik er wel zin in en ik zie ook hun mondhoeken omhoog krullen.
Stiekem kijk ik naar zowel Dennis als Hinke en Esther. Nu is mijn kans om te shinen en ik ga me niet inhouden.

"We gaan door met balans en lenigheid. Daniël en Olivier, wat denk je? Gaat het jullie hier beter af?"

De broers knikken driftig en ook ik kan een zelfverzekerde glimlach niet tegenhouden. Voor de zekerheid vraag ik: "Dit is niet geblinddoekt, toch?"

Het lijkt me nogal gevaarlijk, maar ja: je weet maar nooit.

Dat is inderdaad niet het geval. Cor legt het uit: "Jullie gaan een voor een drie attributen af. Dat zijn de touwen, de evenwichtsbalk en de bok. Bij de touwen verwachten we wat krachttraining van jullie, want daar moeten jullie zo hoog mogelijk in klimmen. Misschien herkennen jullie dit goedje nog wel van vroeger?"

Hij houdt een bakje met witte brokken erin op en ik herken inderdaad de magnesium blokken die zweet absorberen en daardoor voor extra grip zorgen.

"Smeer je handen daar alsjeblieft goed mee in."

We knikken braaf en Cor vervolgt: "De afsprong telt ook mee. Ook de sprong van de bok is van belang. Hoewel je denkt er op één manier op en af te kunnen springen, tellen er veel zaken mee. De aanloop, de afzet en uiteraard hoe je neerkomt, alles wordt naast de uitkomst van je tweelinghelft gehouden."

Tot zover is alles duidelijk en Cor waarschuwt uiteindelijk lachend: "Verder. Verkijk je niet op de evenwichtsbalk, want die is lastiger dan je denkt. Zeker als je ongeoefend bent. We zullen het je niet aandoen om er op te springen. Je mag er gewoon op stappen en naar het einde lopen. Probeer aan het eind zo ver mogelijk te springen, wat weer: inderdaad, wordt gemeten met je broer of zus."

"Kijk goed hoe je broer of zus het doet," bemoeit Emma-Nore zich er mee. "Doe het precies zo, zou ik zeggen."

Terwijl iedereen voorzien wordt van charmante gymkleding in blauw, rood en voor mij: groen, trappen Hinke en Esther af. Ze raffelen het rijtje netjes, doch enigszins fantasieloos af. Straks worden de beelden per tweeling over elkaar gelegd, waardoor we duidelijk de verschillen te zien zullen krijgen.
Ook Dennis en Sam doen het keurig en voor zover ik met het blote oog zie krijgen wij een harde dobber om het net zo synchroon te krijgen.

Ik mag beginnen en ik loop naar de touwen toe. Toevallig heb ik vrij veel kracht in mijn armen en - als ik het niet verleerd ben - zal ik het voor elkaar krijgen om flink hoog te komen. Of Olivier en Daniël ook zo hoog kunnen komen, is mij op dit ogenblik om het even.
Tot mijn polsen volgesmeerd met magnesium, grijp ik het touw vast en voel direct dat ik goed grip heb. Slingerend met mijn benen - dat deel heb ik nooit goed onder de knie gekregen - trek ik mezelf puur op mijn armkracht omhoog en beland in zeer korte tijd tegen het plafond, die ik aantik. Toevallig kijk ik recht naar Esther en Hinke als ik dat doe en zie hun blik. Als ik me niet vergis is dat pure jaloezie en daar heb ik absoluut geen moeite mee.

Triomfantelijk schuif ik iets te gehaast weer omlaag om met een enkele slinger elegant op de grond te eindigen. Voor de vorm maak ik een buiging, want ik krijg applaus. Mijn handen zijn gevoelig, maar zonder blaren.

Omdat ik een ware kluns ben op de balk, moet ik van mezelf ook goed mijn best doen op de bok. Mijn middelbareschooltijd vliegt op mijn netvlies voorbij en daarin vind ik de rust om kalm mijn aanloop op te bouwen.
Mijn sprong is perfect getimed en met een triomfantelijk gevoel land ik op de dikke mat. Als een volleerd turnster maak ik zelfs geen nahuppeltje en ik strek mijn handen voor de finishing touch. Weer wordt er geklapt en ik lach vrolijk naar mijn publiek.

"Dit was het hoor, met de balk ben ik nooit zo goed," waarschuw ik toch maar. Dan besef ik dat ik ze misschien iets teveel van het goede heb laten zien, want ze geloven me niet.
Hoofdschuddend loop ik naar de het opstapje. Ik zal ze het bewijs direct maar tonen.

Inderdaad is mijn loopje ietwat onzeker en ook mijn sprong is niet om naar huis te schrijven. Maar ik heb punten gescoord met de eerste twee onderdelen en ik ga uiteindelijk zeer tevreden zitten. Het is nu aan Daniël en Olivier.

Daniël volgt in mijn voetsporen al kan hij niet tot het plafond komen. Dat is mij best, zolang ook Olivier dat maar niet doet. Ook zijn bokkesprong is elegant en hij voltooid - zekerder van zichzelf dan ik - de smalle balk. Hij komt in ieder geval beduidend verder terecht.
Met Olivier gaat het helaas minder goed. Hij komt net zo hoog als Daniël met de touwen, maar hij struikelt bij de landing. Volgens mij is dat de reden dat de rest minder soepel gaat.
Maar we hebben het uiteindelijk resultaat nog niet gezien, dus ik verberg mijn ongeruste gevoelens achter een masker en lach mee met de rest.

TweelingtestWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu