Hoofdstuk 1.2 ~ Paniek

115 13 27
                                    

Dinsdag 29 maart - 18.06 uur

Ik ben blij dat het rustig is tijdens het diner, maar ik had ook niet anders verwacht op een normale dinsdagavond. Helaas krijg ik niet al te veel naar binnen door de brok in mijn keel, maar gelukkig is er niemand die daar een probleem van maakt. Ik zie daardoor - op het moment - alleen maar voordelen van dineren zonder enig gezelschap. Vanuit mijn hoekje kan ik de schaarse bezoekers bekijken en daarmee weet ik de tijd te verdrijven. Mijn telefoon heb ik bewust niet bij de hand, de kans dat ik mijn broers zal appen en mezelf verraden zal alleen maar groter worden. En het is nu onnodig dat zij op stel en sprong hier heen komen; ik ben niet meer in gevaar.

Eenmaal terug in mijn kamer open ik de folder van het hotel waarin al diens faciliteiten staan. Ik zie een fitnessaangelegenheid met vlak daarnaast een groot zwembad.
Ik ril als ik aan de sportschool denk - normaal kan het me wel bekoren, maar nu zie ik het echt niet zitten - echter, baantjes trekken lijkt me wel wat. Hoewel ik juist helemaal geen waterrat ben, heb ik behoefte aan de lucht van chloor en de geluidsvervormende ruimte.
Toevallig weet ik zelfs waar mijn badkleding ligt en dus is de keuze snel gemaakt.

Mezelf flink moe maken voordat ik ga slapen, lijkt een goed plan.
Op zoek gaan naar een nieuwe woning en verder werken aan mijn huidige klus, lijken me prima bezigheden voor morgen.
Of ik aan uitstelgedrag lijd? Misschien.

Het zwembad is nauwelijks bevolkt, er zitten wat meiden langs de kant te kletsen en er is een man baantjes aan het zwemmen: ik zie eigenlijk alleen een donkere kruin en gespierde armen. Het is daarom niet moeilijk om mijn spullen op een rustig plekje neer te leggen en het water in te springen.
Kalm maak ik mijn baantjes in een simpele schoolslag en probeer de rust over me heen te laten komen. Aan niets denken zou nu makkelijk moeten zijn, maar helaas is het tegenovergestelde het geval. Alle ervaringen van eerder vandaag vechten zich in mijn hoofd om voorrang en ik merk plotseling dat ik heel snel adem. Te snel. Ben ik aan het hyperventileren? Het is een onbekend fenomeen voor mij, maar wat ik wel weet is dat het niet slim is om dat in het diepe te doen.

Verdrinken is opeens een reële mogelijkheid en brengt me nog meer in paniek. Als een malle ploeter ik op z'n hondjes door het water, terwijl ik onbedoeld slokken water schep met mijn mond en weet, als door een wonder, het trappetje te bereiken. Bevend klem ik me stevig vast aan het levensreddende object en laat mijn adem hortend en stotend mijn lichaam verlaten. Het water dat ik niet door heb geslikt, hoest ik uit.
Ik slaak een gilletje van schrik - en verslik me - als ik opeens steun voel in de vorm van een hand op mijn onderrug. De man die parallel aan mij zwom, heeft toch doorgehad dat ik het moeilijk had en is me te hulp geschoten - in tegenstelling tot de meiden die nog steeds niks in de gaten hebben. Personeel zie ik niet, maar dat kan aan mij liggen.
Met mijn hart roffelend in mijn keel, klim ik trillend uit het bad. De man volgt mij, vooralsnog zonder een woord te zeggen, en houdt mijn elleboog vast. Op die manier begeleidt hij me naar mijn handdoek, die over een stoel is gedrapeerd, waar ik met een onelegante plof op plaats neem.

Ik kijk hem aan, hij is jonger dan ik dacht, terwijl ik op het punt sta om te zeggen dat het weer prima met me gaat. In elkaar storten doe ik liever alleen en daarom wil ik hem met een beleefd bedankje weer richting het zwembad sturen.
De man heeft echter andere plannen en kijkt me met een open uitstraling aan, zijn donkere haar ziet eruit alsof het zal krullen als het droog is. Gek genoeg voel ik me direct op mijn gemak bij hem, waarschijnlijk omdat hij mijn reddende engel was.

"Hallo, ik ben Sam Bovée," zegt hij. Hij slaat nog net geen armen over elkaar, maar maakt wel duidelijk dat hij voorlopig niet van plan is weg te gaan. Ik heb nog nooit zo'n paniekaanval meegemaakt, dus ik weet niet goed wat ik kan verwachten van mijn lijf.
Misschien is het wel verstandig dat hij even blijft.

"Hoi, ik ben Tessa. Tess, voor vrienden."

Hij lacht tevreden, daarmee zijn kuiltjes onthullend, en zegt: "Nu we elkaar kennen, voel ik me verplicht bij je te blijven totdat je je weer goed voelt."

Ik lach terug, ik snap zijn gedachtegang en ben eerlijk gezegd blij dat hij me helpt om mijn gedachten te ordenen.

"Mijn gedachten overstroomden net, waardoor ik een paniekaanval kreeg, denk ik," zeg ik eerlijk. "Maar ik denk dat hier rustig zitten, met jou praten, precies iets is wat me nu helpt. Bedankt daarvoor en voor je hulp net."

"Dat is niks, natuurlijk. Ik ben blij dat ik in de buurt was om te helpen."

Zonder woorden klop ik op de stoel naast me. Het praat een stuk prettiger zonder mijn nek te hoeven verdraaien. Glimlachend neemt hij plaats.

"Je weet zeker dat ik geen arts hoef te bellen?"

Verschrikt schud ik mijn hoofd. Dat is nergens voor nodig, alles is weer prima.

Redelijk overtuigd knikt hij me toe: "Als je het zeker weet. Maar ga alsjeblieft niet meer zwemmen vanavond. Morgen is er weer een dag."

Voor me houdend dat ik nu wel voldoende heb gezwommen voor een hele lange periode, beloof ik niet meer het bad in te gaan.

"Is verder alles goed met je? Je hebt blauwe plekken op je bovenarmen."

Verschrikt volg ik zijn blik en zie inderdaad ontsierende en best wel donkere plekken op mijn armen. Als je de manier weet hoe ik eraan kom, is het patroon ook duidelijk te volgen. Ongemakkelijk vouw ik mijn handen erom heen om ze wat aan het zicht te onttrekken.

"Eh, ik krijg snel blauwe plekken. Geen idee hoe ik hier aan kom, eerlijk gezegd."
Op dit moment is het te moeilijk om een plausibele verklaring te verzinnen, dus houd ik me van de domme. Nóg een overbezorgde man in mijn leven is er een teveel.

Sam kijkt argwanend, maar houdt er verder over op. "Jij overnacht zeker in het hotel?"

Hij niet dan? "Kan je hier dan ook vanuit de omgeving komen aanwaaien?"

"Ja zeker. Je kan gewoon een abonnement nemen. Het is binnenkort alweer hoogseizoen en dan gaat het wel goed, maar in de winter bijvoorbeeld kunnen ze het extra geld maar al te goed gebruiken. Zo druk is het hier dan niet. Met een jaarkaart kan ik gebruik maken van de reguliere ingang, terwijl jij via de speciale hotelingang binnen bent gekomen."

Ik knik hem toe. Ergens vind ik het jammer dat ik hem nooit meer zal zien, aangezien zwemmen deze week geen optie meer is voor mij.

"Maar," geeft hij geheimzinnig aan, "vanaf volgende week ben ik hier wel te gast, dan is het zwembad - en ook de fitness - gesloten voor anderen, dus ik had geen keus."
De brede lach op zijn gezicht spreekt boekdelen en ik snap direct wat hij bedoelt.

"Dus er zijn er twee van jou?"

Hij knikt en ik zie de verrassing op zijn gezicht dat ik het zo snel door heb. Immers, heel wat beelden van de wedstrijd zijn wel gemaakt, maar nog niet laten zien aan de buitenwereld. Alleen een insider weet wat hier volgende week gaat gebeuren.
Hij fronst nu ook. Natuurlijk heeft hij mij nog niet eerder gezien, dus hij probeert mij passend te maken in het plaatje dat hij nu overduidelijk in zijn hoofd aan het vormen is.

Hij vraagt het toch: "Jij hebt ook een tweelingzus? Ben je een verrassings-act of zoiets?"

Ik lach en knik vaag op zijn laatste vraag, ik maak duidelijk dat ik er niet teveel informatie over kwijt wil.
"Nee, ik heb alleen maar broers. Maar ik doe wel mee volgende week, al is het voor spek en bonen."

Sam kijkt me vragend aan, maar ik doe alsof mijn neus bloedt en vervolg onverstoorbaar: "Hoe heet jouw broer?"

"Die heet Dennis, ik ben de oudste."

Dat lijkt me wel wat: de oudste zijn. Het voor het zeggen hebben. Helaas gaat dat niet op voor mij.

Omdat ik de verrassing niet wil verpesten, neem ik met enkele korte woorden, en vrij gehaast, afscheid van hem. Nu we beiden weten dat we elkaar weer zullen zien, gaat dat zonder moeite. Terwijl ik hem nog maar net ken, weet ik dat ik in hem een vriend voor het leven heb gevonden.

"Bedankt Sam. Ik zie je snel weer."

De rest van de avond breng ik door in mijn hotelkamer. Ik zap wat langs de kanalen voordat ik uiteindelijk uitgeteld in een droomloze slaap val.

TweelingtestWhere stories live. Discover now