Hoofdstuk 13.2 ~ De date deel 2

54 8 2
                                    

Donderdag 14 april - 19.04 uur

We nemen - korte zinnetjes tegen elkaar zeggend, maar niks wat echt ter zake doet - plaats en laten onze bestelling opnemen. Ik bereid me een beetje voor op een ongemakkelijke en stille avond en hoop stiekem dat ik daardoor mijn verliefdheid kwijtraak, want dat maakt onze omgang zoveel prettiger. Misschien durf ik dan wel een woord tegen hem te zeggen.

"Wat vind je van de tweelingenwedstrijd tot nu toe?"

Dennis kijkt me geïnteresseerd aan en ik twijfel wat ik tegen hem moet zeggen. Ik besluit rustig te beginnen: "Ontzettend leuk, om al die tweelingen te zien en ze nauwelijks uit elkaar te kunnen houden, is echt een aparte ervaring."

Hij wil wat zeggen, maar ik wil toch ook mijn twijfels uitspreken en praat gehaast door: "Maar persoonlijk vind ik het ook vaak gênant om het buitenbeentje te zijn en hoe Cor en Emma-Nore dat zo vaak zeggen."

Nu knikt hij meelevend en ik vraag: "En hoe vinden jullie het? Volgens mij doen jullie het ontzettend goed."

Hij knikt en zegt: "Ja, wij weten elkaar goed aan te voelen en dat is natuurlijk waar het om draait in deze competitie. Ik vind het leuk hoe we steeds dichter naar elkaar toe groeien. Klopt het dat jij ook al vriendinnen maakt?"

Ik denk aan de leuke verhalen van Arlene en Simone, de middelbare dames die helaas weg zijn en dan twijfelend aan Ingeborg en Janita, die ik nauwelijks ken. Ook met Emma-Nore ga ik minder vriendschappelijk om dan ik in eerste instantie dacht en ik schommel weifelend met mijn hoofd.

"Nee, niet echt. Ik ga vooral om met mijn broers, en sinds kort met Sam. En met jou natuurlijk."

Ik verslik me haast als ik bedenk dat ik hem niet onder mijn vrienden schaar, maar meer als een onbereikbaar persoon. Zo iemand die in het leven zo ver boven mij staat, dat ik daar nooit aan kan tippen. Vreemd dat ik dat gevoel helemaal niet bij Sam heb.

Dennis reageert niet op mijn aarzeling en vraagt fronsend: "Ik dacht dat je het zo goed kon vinden met Hinke en Esther?"

Voordat ik mezelf kan tegenhouden, snuif ik ongelovig.

"Waarom denk je dat?"

"Laatst in het zwembad hadden jullie toch een leuk gesprek en tegen jouw broers hebben ze het er altijd over hoe leuk jij wel niet bent."

Vooral dat laatste is nieuwe informatie voor mij en ik voel hoe mijn ogen groot worden. Verstrooid zeg ik: "Ze deden het tegenovergestelde van leuk. Tenzij je bedreigingen leuk vindt? Maar wat bedoel je, wat zeggen ze tegen mijn broers?"

Maar ik heb al te veel gezegd en ik zie weer hoe zijn ogen vlammen als hij zijn stem verheft. Diep in mijn hart heb ik hem nog nooit zo sexy gevonden als op dit moment: één en al verontwaardiging om mij. Het verwarmt mijn hart.

"Bedreigingen? Hee, wacht eens even. Wat bedoel je?"

"Kort gezegd, gaven ze hardhandig door dat ik niet kwaad moest spreken over ze - wat ik niet deed of doe - en om ze uit de weg te blijven - wat ik graag doe."

Ik probeer het onderwerp te veranderen. Zo leuk vind ik het niet om het over die twee te hebben, maar Dennis blijft boos kijken en wil het naadje van de kous weten. Haperend komt het hele verhaal er daardoor uiteindelijk uit, terwijl ik uit alle macht probeer niet zo zielig en onzeker over te komen als hoe ik me op dat moment voelde. Voor het eerst besef ik ook dat ik me vooral verraden voelde door zijn gedrag, zijn onwetendheid, begrijp ik nu. Hij dacht juist dat ik een band met ze aan het smeden was en was alleen daarom vriendelijk tegen ze. Vanwege mij.

Op dat moment wordt ons voorgerecht gebracht en ik ben dankbaar voor die timing. Zodra de ober weer weg is, probeer ik het onderwerp te wijzigen.
Dennis is mij voor.

TweelingtestWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu