Hoofdstuk 31

885 89 30
                                    

Goedenavond mijn lieve lezers,

Een nieuw hoofdstuk van Inferno. 

Hopelijk genieten jullie ervan!

Echter moet ik zeggen dat het uploaden minder zal gaan worden. Ik ben namelijk full-time gaan werken en ik heb ook nog avondschool dus dat ik zeer zwaar.  Wel wil ik jullie zeggen dat jullie ondanks dat toch elke week 1 hoofdstuk kunnen verwachten.

Veel leesplezier!

Vergeet niet te reageren en te stemmen.

Volgen zou ook erg leuk zijn.

~


''Wil je vechten prinses? Kom maar op!'' Zei hij wenkend.

Wat wilde hij nou dat ik antwoorden, ja graag. Ik keek vluchtig naar achteren naar de deur waar Lucas nog altijd tegen aan beukte.

''Het is eigenlijk best grappig, die deuren zijn van onbreekbaar materiaal gemaakt en die broer van je beukt er tegen aan alsof zijn ielige lichaam het wel kon doorbreken. Is hij do-''

''Hou je kop!'' Siste ik woedend tegen hem, mijn wenkbrauwen gefronst en mijn handen gebald tot vuisten. Mijn knokkels trokken wit weg van het knijpen.
Een grijns sierde zijn gezicht, ''Je durft niet te vechten, is dat het..'' Zei hij.
Ik gromde, mijn tanden op elkaar klemmend. Ik wist zelf niet eens zou goed waarom ik mezelf in hield, was het omdat ik me bekeken voelde door de standbeelden of was het omdat de jongen die voor me stond me kon belangrijke informatie kon vertellen. Ik kon hem toch niet laten lopen, hij had Mikeala bedreigd! Hij moest gestraft worden! Ik zou mezelf voor altijd verafschuwen als ik het niet deed.

Zijn schatterlach die mij vernederde bracht me overstag, ik reikte naar mijn achterste en gooide uiteindelijk een dolk naar zijn hoofd die een pluk haar van hem wegsneed waardoor zijn oor bloeden.
''Lach nog een keer en ik zorg ervoor dat mijn volgende dolk recht door je keel gaat.'' Siste ik woest.
Zijn eerste uitdrukking was verbaasd maar uiteindelijk veranderde deze blik in fonkelde ogen en een brede grijns. In een flits stond hij bij me, zichzelf tegen mij aangedrukt. Zijn lippen te dicht bij de mijne, zo dicht dat toen hij sprak ze de mijne raakte. ''Dus het poesje wilt echt spelen..'' Lispelde hij een lok achter mijn oor strijkend. Ik dacht niet na en sloeg hem recht in zijn gezicht, een rode handafdruk achterlatend op zijn wang, een wang die hij vervolgens aanraakte met zijn vinger toppen. Ik wachten niet eens en haalde opnieuw uit, een slag die hij simpel weg ontweek door zijn gezicht te naar rechts te buigen. Ik haalde nog een keer uit, opnieuw mis. Bij elke slag die ik mis stoten groeide de woede in mij terwijl ik vooruit stapte. Ik sloeg opnieuw maar dit keer had hij mijn pols te pakken en trok hij me dichter tegen zich aan. Hij staarde naar beneden, een glimlach sierde zijn lippen. ''Je woede is gewoon weg schattig.'' Fluisterde hij me haast liefdevol toe. Ik spuugde, recht in zijn gezicht waarna ik me los rukte.

De uitdrukking veranderde op zijn gezicht, zijn ogen werden donkerder.
''Genoeg gespeeld.'' Gromde hij duidelijk kwaad waarna hij uithaalde, een slag die ik op het nippertje kon ontwijken door mijn getrainde reflexen. Opnieuw een slag die ik ontweek maar door zijn snelheid had ik niet in de gaten dat hij me met zijn voeten onderuit haalde. Ik viel en landen naast mijn riem op het tapijt. Stof verzamelde zich onder mijn nagels terwijl ik naar mijn riem greep en naar achter rolde om zo op te staan. De snelheid van zijn vechttechnieken waren ongelofelijk, ik voelde de wind lang me heen gaan bij elke slag en stoot die hij maakte. Enkele keren werd ik geraakt en ik raakte hem. Ik haalde uit met mijn dolk, hem verwondend bij zijn armen maar de verwondingen genazen net zo snel als ik ze maakte. Zilverkleurig vloeistof verzamelde zich op de plekken en heelde het. Buitenadem probeerde ik zijn stoten opnieuw te ontwijken terwijl we heen en weer liepen. Het zweet liep in straaltjes naar beneden en zijn huid glom als water in het licht.

Ik keek snel om me heen en begon van alles om te gooien of naar hem toe te gooien maar niks mocht baten. Ik besefte maar al te goed nu dat ondanks mijn trainingen deze persoon net zo goed had getraind, misschien zelfs beter door zijn ervaringen van jaren. Veel beter.

Ik zag de woede in zijn ogen meer en meer verzamelen elke keer als hij mij miste of hij werd geraakt door mij, hij gromde dierlijk.
''Ik be-ben jou hele-maal za-zat!'' Hijgde hij toen we tegen over elkaar stonden, slechts het altaar in ons midden latend alsof we slechts tikkertje deden. Het was echter een mening die we deelde over elkaar. Want ook ik was hem zat ondanks de grijns niet langer meer te zien was op zijn gezicht.
Mijn ogen gleden achter hem, mijn zwaard zoekende die tussen de houten bidbankjes was neergegooid door Juyou.

Mijn ogen gleden in een fractie van een seconde naar beneden naar de zilver schaal met water die ik slechts in afleiding naar hem toe wierp en wegrende naar mijn zwaard.
Echter een angstaanjagende hoge kreet van pijn wat klonk als nagels op een schoolbord weerklonk achter mij, maar ik had geen tijd om achterom te kijken. Ik rolde naar de bankjes toe en pakte mijn zwaard met beide handen vast.
Eenmaal mijn zwaard tussen mijn handen keek ik op, mijn ogen zo groot als schoteltjes terwijl ik keek naar de brand, nee roestplekken op zijn gezicht die zich aanleken te vreten als zuur. Juyou was in elkaar gestort, krijsend van pijn en ik slikte.

Ik had gedacht dat ik genoot van het leed van deze jongeman maar het was hartverscheurend hem daar te zien liggen. Hij kronkelde over de grond heen, proberende het water weg te vegen. Altijd nog met me zwaard in de aanslag, laag houdend, sloop ik naar hem toe.
''Juyou..'' Weerklonk mijn stem zachtjes waardoor zijn ogen de mijne weer vonden.
Ogen vol pijn en leed, ''Je heb me,'' Probeerde hij nog grijnzend te zeggen maar de pijn was te erg om ook maar een spier te streken.
Ik liet mijn zwaard zakken en knielde naast hem neer. Mijn vinger streken langs zijn wang, ergens voelde ik medelijden voor deze jongen maar mijn gedachten vertelde me dat hij dit verdiende. Hij verdiende deze leed, een leed die niet lang genoeg kon duren.
Zijn gezicht verzachten onder mijn vingers en ik trok ze terug, ''Als je mijn familie nog met één vinger aanraak zorg ik ervoor dat je zwempartijtje langer duurt tot dood je vind.'' Probeerde ik vlak te klinken. Juyou keek me slecht aan vol pijn, alsof hij voor genade smeekte maar dit niet durfde uit te spreken. Ik slikte, ''En je verteld me alles wat ik wil weten.. anders laat ik je lijden..'' Ik hoorde mijn stem midden in mijn zin afzwakken, alsof ik een puberale jongen was die de baard in zijn keel had gekregen.


Alsjeblieft laat het stoppen..

Die woorden alsof hij ze had uitgesproken vlogen rond in mijn gedachte en ik kon hem slechts vol verwarring aankijken, niet beseffend dat het niet zijn woorden waren maar zijn gedachte die ik hoorde. Ik slikte opnieuw, niemand zou er achterkomen als ik deze jongen genade zou bieden. Niemand had het gezien behalve de beelden die stonden voor verenging van de planeten. Ik griste het kleed van het altaar af en begon met deppen van zijn gezicht. Ik zag hem onder mij grimassen terwijl ik zijn gezicht, keel en handen droogde. Zijn ogen verzachtte toen we elkaar aan keken, het doek nog altijd op zijn wang gedrukt.
''Hij had gelijk,'' Hoorde ik hem zacht zeggen, woorden die mij verwarde.
''Wie had gelijk..''
''Isamu..''

Een lichtflits verblinden mijn zicht waardoor ik mijn ogen stijf dichtkneep tegen het felle licht, licht dat ik nooit eerder had ervaren. En toen ik mijn ogen open deed was Juyou verdwenen als sneeuw voor de zon.

Hij had zich niet aan zijn woord gehouden maar hij had mij wel verteld wat ik wilde weten. Zijn naam, Isamu.

~~~~~~

Genoten?

Stem, reageer, volg

Make my day! 

InfernoWhere stories live. Discover now