Hoofdstuk 4

12K 489 22
                                    

En zachte bonk op de deur maakt me wakker. Ik wrijf in mijn ogen. Ik heb niet lang geslapen. Ik gooi de dekens van me af om de deur open te maken.

'Laat mij maar' Harry duwt me nog net niet aan de kant. Ik rol met mijn ogen.

'Honger?' Vraagt Niall. Hij komt van de trap afgelopen, vol aangekleed.

'Ja, nogal' ik volg hem naar de keuken. Daar kijk ik toe hoe hij een kom vult met melk en ochtend granen.

'Heb je zelf geen honger?'

'Ik eet niet.. ik bedoel s'ochtends'

Ik knik en neem de kom aan. Ik ga aan tafel zitten en neem een hap. Niall gaat tegenover me zitten.

'Ga je me nu wel vertellen waarom jullie zo vreemd doen?' Zeg ik met mijn mond vol eten.

'Neh..'

Wat maakt het ook uit. Ik eet mijn ontbijt op en ik ga weg. Misschien is er een auto garage in de buurt. Ik laat mijn auto repareren, bel het ziekenhuis en kom hier niet meer terug.

Ze willen mijn auto vast niet maken zonder geld.

'Mag ik geld lenen?'

'Wat moet je met geld?'

'Ik wil mijn auto laten maken, ik betaal alles terug. ik beloof het!'

'Dat hoeft niet. Een vriend van Harry is toevallig heel goed met auto's'

'Echt!? Zou je hem kunnen vragen of hij mijn auto nakijkt?'

'Natuurlijk' Zegt Niall.

Harry komt de keuken ingelopen gevolgd door een andere jongen.

'Jessica, dit is Liam' hij geeft me een warme glimlach.

'Hallo'

'Hey, hoe gaat ie' Hij pakt een stoel en gaat naast Niall zitten.

'Goed. Ik ging net mijn spullen
pakken'

Shit, ik heb mijn tas gisteren op mijn auto laten liggen. Of mijn spullen zijn nat en bevroren of gestolen. Fijn, nu heb ik dus niks meer.

'Ik moet gaan..' Voordat er nog meer vreemde dingen gebeuren.

'Ik heb je mobiel opgeladen vannacht' Zegt Harry. Hij overhandigd me mijn iPhone.

'Dankjewel! Ik bel mijn tante! Ze kan niet ver weg zijn. Ik bel mijn moeder.' Ik scroll door mijn contacten. Sta op en loop de woonkamer in, laat de jongens achter.

Ik ga op de bankleuning zitten. Eerst probeer ik mijn moeders vaste telefoon. Geen reactie.

Ik bel haar mobiel.

'Dit is de voicemail van-' Dat had ik al verwacht. Waar mijn moeder op dit moment is, is mij de vraag.

Als ze het niet gered heeft. Ik kan er niet voor haar zijn, waarom ben ik hier heengereden op de eerste plaats?

'Hallo met Marieke'

'Tante Marieke, Ik ben zo blij je stem te horen!'

'Wat is er schat?'

Ik leg haar het verhaal uit. Niet alles, gewoon de belangrijkste dingen.

'Sorry, ik had nooit weg moeten gaan. Ik wist dat het niet goed ging met Ingrid. Gelukkig ligt er een reserve sleutel in het vogelhuisje achter in de tuin'

'Bedankt, Je red mijn leven!'

'Is het zo erg bij de buurjongens?'

'Nou, vannacht-'

Harry grist de telefoon uit mijn hand. Ik kijk hem kwaad aan terwijl hij hem op de tafel legt.

'Waar slaat dit op?'

'Je hoeft niemand te vertellen van vannacht'

'Wat maakt het uit, Zayn was toch gewoon iets aan het "ophalen"?'

Ik buig mijn wijsvinger en middelvinger twee keer. Harry rolt met zijn ogen en loopt weg.

'Loop niet telkens weg! Wat is het? Drugs?'

'Drugs?' Lacht hij.

'Ja, dealen jullie drugs? Wapens?'

'Ben je gek?'

'Ben jij gek?'

'Moet dit?' Zucht hij

'Moet wat?' Bijt ik hem toe.

Harry loopt kwaad naar me toe. Zijn gezicht maar een paar centimeter van mij vandaan.

'Het is beter als je het niet weet, dat zouden dingen alleen maar ingewikkelder maken.'

'Ik kan het best aan'

'Kan je niet. Je bent maar een meisje. Zwak'

'Ik ben niet zwak!'

'Je kunt me aan? Dat wil je zeggen?'

'Kom maar op' Ik duw tegen zijn borst aan met beiden handen. Hij waggelt naar achter.

Met een windvlaag sta ik drie meter naar achter, met mijn achterhoofd tegen tegen het koude raam. Harry houd mijn armen strak tegen de muur.

'Hoe deed je dat?'

'Daag me niet uit' Zijn groene ogen veranderen in diep rood.

'Harry..'

'Niet' sist hij in mijn gezicht.

'Of anders?' Ik ben niet bang voor hem en zijn stoere tatoeages. Ik weet dat hij waarschijnlijk een klein hartje heeft. Als hij die überhaupt heeft.

Hij buigt lachend naar achter net zoals hij gisteren deed. Hij schud zijn hoofd.

'Waarom intimideert je dit niet?'

'Zou dat moeten dan?'

'Je bent raar' Hij laat me los, maar blijft voor me staan.

'Oh, ik ben raar? Ik ben niet de persoon die-' Hij drukt zijn hand op mijn mond voordat ik iets kan zeggen.

'Als je gewoon in je bed was blijven liggen was er niks gebeurt'

'Wie zegt dat, misschien was hij naar me toe gekomen. Had hij me vermoord of-'

Hij gaat met zijn wijsvinger over mijn neus. 'eigenwijs' Lacht hij.

Zijn ogen zijn weer dezelfde vriendelijke kleur groen. Hij stapt van me vandaan.

'Je snapt dat ik je nu niet meer kan laten gaan hè?' Zegt hij terwijl hij op de bank ploft.

BadWhere stories live. Discover now