Hoofdstuk 64

8.2K 343 32
                                    

'Moordenaar!' Gil ik naar mijn vader en ren naar Harry toe.

'Het spijt me. Ik wist niet dat die raak zou zijn' Zegt hij, duidelijk geschrokken van zijn eigen actie.

'Harry, zeg iets.' Fluister ik. 'Alsjeblieft'

"Als een vampier geraakt word in zijn hart, betekend dat het einde" Niall's woorden vliegen door mijn hoofd.

Ik probeer ze weg te duwen, Helder na te denken.

'Blijf hier. Ik haal de jongens' Ze moeten buiten staan. Ik ren naar de achterdeur, de tuin is leeg.

'Louis!?' Gil ik. Geen reactie. Ze zijn nergens te bekennen. 'Fuck!' Gil ik.

Ik ren terug naar binnen, Harry ligt kreunend op de grond. Hij probeert de ijzere pin uit zijn lichaam te trekken.

'Ik heb de ambulance gebeld' Zegt mijn vader. Opluchting en paniek gaan door me heen bij het idee van Harry die word verzorgt in het ziekenhuis.

'Ik weet niet of ze iets kunnen doen' Fluister ik tegen mezelf. Ik ga langs Harry zitten en pak zijn hand. 'Wat moet ik doen?!'

'Trek die pin eruit!' zegt mijn vader en met een ruk ligt dat ding eruit.

'Hij bloed niet?' Vraagt mijn vader. Hij knielt aan de andere kant.

'Rot op! Dit is jou schuld!' Gil ik

'Hij ademt niet meer.. Kan jij mond op mond?'

Mijn vader knikt en gaat langs hem zitten. Voordat hij naar voren leunt tilt Harry zijn hand op. Trillend schud hij zijn hoofd. 'Ik adem nooit.' Kreunt hij met zijn ogen dicht.

'Wat zei ie?'

'Hij ademt nooit, hij is een vampier' Het kan me niks schelen dat mijn vader het nu weet. Harry moet het redden.

Dan gaat de bel. Mijn vader springt op. 'Daar zijn ze'

Ik pak Harry's hand en geef er duizend kusjes op. Ik leun naar voor en druk mijn lippen op zijn voorhoofd. Hij knijpt in mijn hand, dan ontspant hij al zijn spieren en laat hij zijn hoofd zachtjes naar de zijkant glijden.

'Ik geloof in je. Ik hou van je' Ik knijp in zijn hand en wacht op een reactie, maar die krijg ik niet.

Ik spring op en laat de ambulance broeders erbij. 'Hij ademt niet!' Roept er één. Hij begint met reanimeren.

'Stop! Je doet hem pijn! Hij ademt nooit'

Een vrouw met een geel met blauw pak komt naar me toe. 'Laat ons gewoon ons werk doen'

Ze tillen hem op een brancard. 'Je snapt het niet. Hij is geen gewoon mens! Hij is..'

"Als ze het weten, vermoorden ze ons"

'Fuck, ik kan het niet zeggen!' De vrouw kijkt me moeilijk aan.

'Je bent in shock, omdat je zonet meegemaakt hebt-'

'Houd je mond!' Bijt ik haar toe en ren naar Harry.

'Mevrouw!' Roept een ambulancebroeder. ik negeer hem en pak Harry's hand. Ik ren met hem mee. Ze schuiven hem achterin de ambulance.

'Je mag meerijden'

'Ik rijd mee' Zeg ik bot terug en ga naast Harry staan.

'Clear!' Schreeuwt een man.

'Nee! Nee! Wacht! Dat helpt niet!' Huil ik. Ik zie troebel door alle tranen in mijn ogen.

Ze sluiten de ambulance en rijden aan. Met trillende vingers pak ik mijn mobiel, Ik laat hem vallen.

'Fuck!' Ik raap hem op. Het scherm blijft zwart, hoe vaak ik ook op de aan knop druk.

Ik bel in het ziekenhuis wel..

'Mevrouw, word even rustig. Zo kunnen we ons werk niet doen.'

'Je snapt het niet! Hij is geen mens, maar een vampier! Daarom bloed hij niet!'

'Je bent in de war'

'In de war?'

'Vampiers bestaan niet!' Roept ze boven de sirenes uit.

'Clear!' Roepen ze weer, ze geven Harry's hart een schok.

'Ze bestaan wel. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar.. Alsjeblieft. Zo red je hem niet' Roep ik hysterisch.

Ze knikt en loopt naar de rest. Ze fluistert iets in zijn oor. Ze ritselt in één van de laatjes en komt naar me toe.

'Dit doet maar even pijn' Zegt ze dan en steekt een naald in mijn arm.

'Wat is.. Wat is dat?' De kamer begint te draaien.

'Kalmeringsmiddel' Zegt ze. Ik zak in haar armen, ze duwt me op een stoel.

'Harry' fluister ik en dan word alles zwart.

BadWhere stories live. Discover now