Hoofdstuk 15

10.6K 371 24
                                    

'Schat, je ziet eruit alsof je heel de nacht hebt liggen woelen' Zegt Vera als ze me van de trap af ziet komen.

Ze is één van Mijn tante's dure vazen aan het afstoffen. Ze neuriet mee met de zachte muziek die vanuit de woonkamer komt.

Ze moest eens weten. Nadat Harry en ik vertrokken waren bij Zayn heeft hij me afgezet in mijn kamer. Omdat Vera laat terug kwam van haar zuster heeft ze niet gemerkt dat ik weg was.

'Waarom heb je een verband om?'

Ik kijk naar het witte verband om mijn linkerarm.

'Het is niks.. Ik heb me gisteren verbrand aan de open haard' lieg ik.

'Ben je naar het ziekenhuis geweest?' Ze legt haar stoffer neer en loopt naar me toe onderaan de trap.

'Nee, ik.. het doet geen pijn' Weer een leugen, het doet vreselijk pijn.

'Weet je het zeker?'

Ik knik.

'Dan is het goed. Zou je me vandaag willen helpen met een paar boodschapjes?'

'Natuurlijk!'

Ze geeft me een warme glimlach. Ze pakt haar stoffer weer op en begint aan de andere vaas.

'Er staat eten voor je, in de keuken'

'Je bent de beste Vera'

Ze haalt haar schouders op. Ik hoor haar weer neuriën als ik naar de keuken loop.

'Je tante is van plan om eerder terug te komen, zodat je niet alleen bent met kerst'

'Wat, dat is fantastisch!' Ik zit aan tafel en neem een slokje van mijn thee. Vera schrijft een boodschappenlijstje.

'Ze neemt haar nieuwe vriend mee, hopelijk vind je hem aardig' lacht ze

'Prima, ik kan niet geloven dat ze echt komt!' Ik glimlach van oor tot oor.

'Ze heeft al een terugreis geboekt voor vanavond'

'Dat betekend dat ze er morgen is! Dit is zo geweldig, Ik heb haar zo gemist'

'Fijn dat je het zo leuk vind. Hier is het lijstje, schat'

Ik neem het lijstje aan en lees het door. Dat mijn tante terug komt.. Ik kan het nog steeds niet geloven. Ik had een eenzame kerst verwacht.

Net zoals een oude vrijster op de bank zitten met haar 27 katten terwijl ze huilt omdat ze niemand meer heeft.

Ik kleed me warm aan, dan bedoel ik ook echt warm; eens winterjas, sjaal, handschoenen en een muts. met moeite maak ik de deur open en houd de sleutel van Vera's auto onhandig in mijn handen. Een pak sneeuw bedekt de auto.

Mijn auto staat nog steeds op dezelfde plek, helemaal ondergesneeuwd.

Zuchtend begin ik met het eraf schuiven van de sneeuw en zet de kachel in de auto aan om het laatste beetje sneeuw van de ramen eraf te krijgen.

'Hey Jess, ga je weg?' Louis stapt uit zijn auto. Hij trekt de rits van zijn jas helemaal tot aan boven vast en steekt zijn handen in zijn zakken.

'Ja, ik ga boodschappen doen voor Vera'

'Jammer, ik dacht ik kom je weer gezelschap houden aangezien je.. ik bedoel je vrienden wonen hier best ver vandaan en.. ja'

'Heb je zin om mee te gaan? Ik wilde daarna toch nog even ergens iets gaan drinken'

'Ja, goed idee'

'Okee stap in dan. Ik heb de auto zo net sneeuwvrij gemaakt' Zeg ik trots.

Een tak boven de auto waar een lading sneeuw op rust buigt naar beneden waardoor al de sneeuw bovenop de auto stort.

Louis barst uit in lachen. Ik loop naar hem toe en geef hem een speelse duw. Ik draai met mijn ogen en stap naast hem in de auto.

'Je ziet eruit als een eskimo' Lacht Louis. Ik kijk naar mezelf in de zijspiegels. Ik trek blozend mijn muts van mijn hoofd.

'Waar wilde je heen?' Hij start de auto en rijd de straat uit. Een rotonde op, naar links.

'Winkelcentrum. Ik geloof dat hij ergens..' Ik wijs met mijn hand naar een afslag naar rechts. Hij knikt en volgt de afslag. Hij rijd het pad af totdat de verharde weg ophoud. Hij zet de auto langs de weg.

'Dit klopt niet helemaal..'

'Weet jij de weg niet?' vraag ik Louis.

Hij haalt zijn schouders op 'Ik weet hoe ik naar Je tante's huis moet rijden, maar de weg naar het winkelcentrum'

'Shit.. Rijd maar terug'

'Ik kan hier onmogelijk draaien. Ik rijd een stukje door' Hij start de auto en rijd het pad verder door. Hoe verder we rijden hoe dieper we in en bos rijden.

'Louis, we moeten nu echt terug'

'Ik weet het.. Als ik hier maar kon draaien!'

'Daar, aan het eind van het pad brand een licht! Misschien kan je daar draaien'

'Mijn benzine is bijna op'

'Dat meen je niet. Rijd snel door'

'Ik doe mijn best'

'Ik ben bang'

'Maak je geen zorgen. Er gebeurt niks.' stelt hij me gerust.

We blijven maar rijden, maar het licht blijft verder weg. Ik bijt nerveus op mijn nagels. Het bos ziet er angstaanjagend uit. Ook al is het geen nacht, de donkere wolken boven de bomen maken het bos donker.

'Jess..'

We staan voor een splitsing. We kunnen naar recht of naar links, maar niet terug uit..

'Linksaf, er moet daar iets zitten!' Nog steeds brand er een lamp aan het einde van het pad.

Het is stil in de auto. Ik kijk zwijgend naar de donkere lucht boven de auto. De radio staat zachtjes aan.

'We rijden nu al bijna een uur op dit pad. Er komt maar geen einde aan' Zucht louis.

'Sorry, ik dacht echt dat hier misschien een winkelcentrum zat..'

'Hè, het is niet jou schuld. Ik rijd er zo vanaf. Ik tank en dan hebben we nog genoeg tijd om boodschappen te doen.'

Ik knik en kijk weer naar voor. Sneeuwvlokken dwarrelen uit de lucht, op het pad waardoor het nog moeilijker is om niet uit te glijden.

'Volgens mij zijn we er bijna' zeg ik. Ik kijk Louis aan. Hij tikt zenuwachtig met zijn vingers op het stuur.

De auto rijd het pad af die steeds dunner begint te worden. Aan allebei de zijkanten een diepe sloot. Hij houd stevig het stuur vast en kijkt strak vooruit.

ik kijk op mijn horloge. We zitten nu al bijna twee uur in de auto en ik begin me ernstig zorgen te maken. De benzine tank raakt leeg en we rijden hier..

In the middle of nowhere.

BadWhere stories live. Discover now