Mijn vergiftiging.

1.7K 75 29
                                    

Dit word wel een lang hoofdstukje, dus bereid je maar voor. *grinnikt als een maniak*

Als ik wakker word lig ik in een vreemde kamer. Ik lig op de grond, met een kussen en deken natuurlijk. Tot mijn genoegen(sarcasme) lig ik in de jongensslaapzaal. Waarschijnlijk hebben de jongens me meegenomen toen ze me zagen slapen. Ik kijk op de wekker van Remus en het kwart over acht. Shit, over drie kwartier begon de eerste les af. Ik wilde opstaan, maar mijn lichaam bleef liggen. Ik probeerde het nog een keer, maar weer lukte het niet. Ik sloeg de dekens af en voelde de kou om mijn lichaam heen stromen. Ik had mijn kleren nog aan, maar toch was het koud, dus sloeg ik snel de dekens weer om me heen. Ik sluit mijn ogen weer en hoor een gekreun en gekraak van een bed. Diegene loopt om me heen richting de badkamer. Ik zie door mijn wimpers heen dat het James is. De deur sluit en ik draai me om, om wat fijner te liggen. Na zo'n 5 seconden, of zo leek het, werd ik door elkaar geschut. 'Laat me met rust,' mompel ik en sla de dekens over mijn hoofd. Ik hoor gelach en voel weer die kou. Blijkbaar heeft iemand mijn dekens afgegooid. Ik doe mijn ogen open en zie drie wazige gezichten boven me hangen. 'Hè, hè, eindelijk is de schone slaapster wakker,' zegt een van de jongens. Mijn zicht word wat scherper en ik kijk boos naar de Marauders. Ik kom moeizaam overeind en wrijf over mijn gezicht. Mijn rug en nek doen zeer van de vloer waar ik op geslapen heb. 'Hadden jullie niet effe een matrasje kunnen pakken ofzo. Die vloer is zo hard als steen,' zeg ik schor en ga staan. 'Moet je even op iemands bed gaan liggen?' vraagt Sirius. Oh en nu is hij zorgzaam? Ik knik en Sirius leidt me naar een van de bedden. Ik ga liggen in het bed en geniet van het zachte matras. 'Moeten we niet zo naar de les?' vraag ik. 'Nee, eerste uur vrij,' zegt Remus schor. 'Waarom maakten jullie me dan wakker?' zeg ik. 'Omdat het kon,' grapt James. De jongens lachen en ik rol met mijn ogen. Daarna vallen mijn ogen weer dicht en val ik in slaap.

Weer wat later voel ik een druk naast mij en zie dat Sirius naast mij zit. Hij zit te praten met James en Remus(Waar Peter is, weet ik niet) over nieuwe pranks. Ik open voorzichtig mijn ogen en zie Sirius' rug. Ik ga overeind zitten en voel mijn haar alle kanten op zitten. James lacht zich helemaal kapot en Remus moet zijn best doen om het niet uit te proesten. Sirius draait zich om en valt op de grond van het lachen. 'Ja ja, lachen jullie maar,' zeg ik, wanneer ze wat uitgelachen zijn. IK lach gemeentjes en loop de badkamer in. Ik hoor de jongens mompelen, maar niet meer lachen. Als ik in de spiegel kijk zie ik mijn haar alle kanten op zitten. Snel spring ik even onder hun douche en fris me op. Als ik klaar ben loop ik de badkamer uit en ga met mijn armen over elkaar tegen de muur staan. Ik zie Remus een wenkbrauw op trekken en dat maakt me aan het lachen, dus ik grinnik. 'Wat is er?' vraagt James. 'Nee, laat maar,' grinnik ik. 'Gaan we dan naar de Grote Zaal?' vraag ik dan maar. De jongens knikken instemmend en samen lopen we naar de Griffoendor tafel. Daar zit Lily en twee andere meisjes. 'Hee Lils,' zeg ik terwijl ik tegenover haar ga zitten. 'Oh hee Nin, dit zijn trouwens Alice(een bruinharig meisje met sproetjes en grote bruine ogen) en dat is Marlene( een blond meisje met lieve blauwe ogen),' zegt Lily. 'Hoi ik ben Nina,' stel ik mezelf voor. Remus en James gaan naast me zitten en Sirius tegenover ons. Ze zijn luidruchtig met elkaar aan het praten. Ik prop een broodje in mijn mond en praat met mijn vrienden. 'Gaan we zo?' vraag ik aan iedereen. Ze knikken instemmend en we lopen naar het bezweringen lokaal. Ik ga weer naast Remus zitten en James en Sirius voor ons. We moeten vogels uit onze stok te voorschijn halen. We beginnen meteen en het lukt me voor geen nanometer. Boven Remus' hoofd vliegen al een paar vogeltjes rond. 'Dit gaat me echt niet lukken,' zeg ik tegen Remus. 'Dat is te zien,' zegt Remus grinnikend. Ik lach ook. 'Kijk wat je moet doen is dit,' zegt hij en maakt een bepaalde beweging met zijn stok. 'En dan zeg je "Avis"'.                Ik doe hetzelfde en er komen een paar gele vogeltjes uit mijn stok. 'Jaa! Gelukt!' roep ik door de klas. Iedereen kijkt me aan en ik word rood. James en Sirius beginnen kei hard te lachen. 'Wat nou? Ik riep alleen dat het me gelukt was,' zeg ik tegen ze. 'Ja, ze hebben je in China nog niet gehoord, dus schreeuw nog wat harder,' Grinnikt James. 'Ha. Ha. Ha,' zeg ik sarcastisch. Na een paar minuten gaat de bel en hebben we weer pauze. We lopen met z'n allen naar de Grote Zaal. Ik sla mijn ene arm om Sirius en mijn andere om Remus. Sirius slaat zijn arm om James en zo lopen we naar de zaal. We gaan al lachend naast elkaar zitten en beginnen aan onze lunch. Ik pak een broodje en wat pompoensap. Ik drink wat en voel me op eens heel misselijk. 'Wat is er?' vraagt James. Ik schud mijn hoofd en ren de zaal uit. Snel ren ik naar de eerst voorbij komende wc. Ik hang over de wasbak met tranende ogen. Wat had ik gedronken? Wie had dit gedaan? Ik voelde me heel zwak en kwetsbaar. Ik zakte op de grond en voelde me heel licht in mijn hoofd. IK hoorde mensen binnenkomen en naast mij knielen. 'Nina, hoor je me?' vraagt een bezorgde stem vaag. En het laatste wat ik zie/hoor zijn een paar stemmen en vage gezichten.

Wanneer ik weer bijkom zie ik alleen maar wit licht. Ik schrik even(je snapt vast weel waarom) maar besef, wanneer mijn beeld duidelijk wordt, dat ik op de ziekenzaal lig. Ik kijk naast me en zie James op een stoel zitten slapen. Aan mijn andere kant zit Remus met zijn handen gevouwen voor zich uit te staren en Sirius praat even met madame Pleister. 'James, Remus, Sirius,' mompel ik schor. Sirius draait zich met een ruk om en die andere twee schieten overeind. Ik lach in mezelf, want die reactie was best grappig. 'Gaat het met je?' vraagt James bezorgd. 'Jawel,' zeg ik schor. 'Hoelang lig ik hier al?' 'Een dag,' antwoord Remus. 'Wat was er gebeurd?' vraag ik. Ik wist helemaal niks meer, na ja, van dat incidentje waardoor ik hier lig. Sirius wil net antwoorden als Lily met haar vriendinnen binnen komt lopen. Lily rent naar me toe en omhelst me. 'Nina, gelukkig ben je zo goed als ongedeerd,' zegt ze en ik maak me los van haar omhelzing. Ik grijns naar haar en ze lacht. 'Zo fijn als je weer lacht,' zucht ze blij. 'Sirius, wat was er ook al weer gebeurd?' vraag ik aan Sirius. 'Nou,' zegt hij en gaat op mijn bed zitten, 'We gingen lunchen en jij pakte je drinken, gewoon pompoensap en toen zag je ineens heel bleek. Je rende de zaal uit en wij volgde je en we zagen je door je knieën gaan en toen...' verder wilde hij niet gaan. 'Je ogen werden helemaal zwart en begonnen te tranen... en het was gewoon vreselijk,' maakt Remus Sirius' zin af. 'Dat klinkt niet best,' zegt Lily. 'Nee, het was verschrikkelijk,' zegt James. Ik huiver bij het idee dat ik mezelf toen kon zien. Gelukkig is dat niet zo. 'Oké allemaal, ze krijgt nu rust, dus wil ik graag dat jullie weggaan,' zegt madame Pleister. Iedereen kijkt spijtig en ze gaan weg, behalve Remus, die blijft staan. Madame Pleister is al in haar kantoortje en ziet hem niet staan. 'Wat is er, Remus?' vraag ik. Hij gaat op mijn bed zitten en pakt mijn hand. Als hij mijn hand pakt en me recht in mijn ogen. Mijn maag maakt op een of andere manier een sprongetje. Geen idee wat het was, maar ik kijk Remus recht in zijn ogen. 'Heb je enig idee wie het was?' vraagt hij. 'Nee, ik ben hier pas en heb geen vijanden,' zeg ik nadenkend, 'als je Voldemort niet meetelt natuurlijk,' lach ik er achterna. Remus grijnst naar me. Ineens krijg een domme giechelbui en begin te lachen. Hij kijkt me raar aan en begint ook te lachen. 'Ik had gezegd dat "iedereen" weg moest dus jij ook!' Zegt madame Pleister die ons duidelijk gehoord had. We stoppen met lachen en Remus geeft me een knuffel. Ik word helemaal warm van binnen en ik begin te blozen. Hij laat me los en verlaat de ziekenzaal. Daar lig ik dan; in m'n uppie helemaal alleen. Ik sluit mijn ogen en dank na. Ik had toch helemaal geen vijanden? Wel mensen die ik niet mocht ofzo, maar geen niet iemand die ik haat. Ik hoor iemand aan komen lopen en ik kijk op. 'Gelukkig heb je het vergif niet helemaal opgedronken en heeft James een bezwering gebruikt, waardoor je bloed stopt met stromen. Als hij er niet was, was jij er ook niet,' zegt madame Pleister die naast mijn bed staat. 'Heeft James dat gedaan?' vraag ik ongelovig. Ik vond het meer iets voor Remus om een spreuk te gebruiken die mijn zou stoppen. Maar het was heel goed van James. Madame Pleister knikt. 'Ga maar slapen, dan kun je morgen weer ontbijten in de Grote Zaal,' zegt ze wanneer ze wegloopt. Ik doe mijn ogen weer dicht en denk na hoe het kan, dat James meteen in actie is gekomen. Dag drie en mijn vrienden zijn nu al overbezorgd. Dat maakte me aan het lachen, tot ik in eens getik op het raampje naast mij hoor. Ik kijk op en zie een uil zitten. Het raam zet ik open en de uil vliegt naar binnen, waar hij een plekje neemt op mijn nachtkastje. Ik bind het briefje van zijn pootje los. Op bed bekijk ik het briefje zorgvuldig en lees wat er staat:

Ik weet je geheim. Je zal ervoor boeten wat je me hebt aangedaan en ik zal er voor zorgen dat je hoopt dat je nooit geboren bent! Succes met je leven, Fontaine.

Ik schrik van het briefje. De uil is ondertussen al weer weg gevlogen en ik staar met open mond naar het briefje. Over welk geheim had diegene het? Wie was dit en wat heb ik hem of haar aangedaan? En hij was grof! Ik legde het briefje neer en ga onder de dekens liggen. Op Zweinstein was ik tenminste veilig en niemand kon hier naar binnen. Ik sluit met een raar gevoel in mijn maag mijn ogen en val in een rustige slaap.

OMG ik heb dit verhaal in een uur geschreven en heeft 1818 woorden! Das een nieuw record! (voor mij dan). Verder... wie is dat persoon die wraak wil hebben op Nina en is die Franse  unicorn verliefd? (sorry ben gek op unicorns!)

Me and the MaraudersWhere stories live. Discover now