Het medaillon

850 56 13
                                    

"Het doet geen pijn, echt niet!" Ik glimlachte naar iedereen en ging verder met mijn Toverdrank. Dit ging mij nooit lukken, dit te verbeteren.

"Waarschijnlijk heb je te veel bloedpoeder er in gegooid," zei Alice in mijn oor. Ik draai me naar haar om.

"Ik denk het," zei ik schouderophalend. Gelukkig voor mij, riep Slakhoorn naar iedereen dat ze een flacon moesten vullen en inleveren. Ik mocht herkansen. Gelukkig. Van Slakhoorn kreeg ik een stuk perkament mee, waarop stond dat ik mocht herkansen...

"Ging niet heel goed, hè?" vroeg Sirius met een grijns. We waren met z'n allen al naar buiten gelopen. 

"Nou en?" zei ik arrogant. "Ik mag herkansen." James lachte.

"Net als Peter," zei hij. Ik keek opzij en zag dat hij hetzelfde blaadje had als ik. "Gezellig."

Ik mepte James op zijn schouder. Hij stak zijn tong uit en rende weg. Wacht maar, jij!

"James Potter!" schreeuwde ik en rende achter hem aan. "Hier blijven!"

Ik hoorde de andere lachen. Na een tijdje kon ik hem niet meer vinden en gaf het op. Stomme, rot, slechte, stomme conditie. Oh, ik had al 'stomme' gezegd. 

"Nanadiepoepoe!!" schreeuwde iemand. Ik draaide me om en zag James staan. Hij maakte allemaal spastische bewegingen en ik fronste. 

Met tegenzin rende ik naar hem toe. James had zijn rug naar me toe gedraaid en zag me dus niet aankomen.

"Heb je," zei ik, terwijl ik een rukje aan zijn gewaad gaf. James keek me quasi-boos aan. 

"Ukkie," zei hij uitdagend. Ik keek hem nep beledigend aan. De oelewapper!

"Ik ben niet klein," zei ik verontwaardigt. James knikte.

"Echt wel," zei hij en wurmde zich los. "We moeten naar Geschiedenis." Ik rolde met mijn ogen en liep hem achter na.

Gelukkig was Kist er nog niet. We gingen snel zitten en ik pakte mijn staf uit mijn tas.

"Wat ga je doen?" Vroeg Remus, die naast me zat.

"Niks," zei ik onschuldig en richtte mijn staf op James. Hij kreeg een kleine revenge. "Snaternix " Als het goed was, was James' tong aan zijn gehemelte geplakt.

Hij draaide zich naar me om.

"Mmm hmm!" Murmelde James. Ik schoot in de lach.

"Nanadiepoepoe," zei ik en pakte een stuk perkament. "Hier, zal je nodig hebben om te praten." Ik gaf het aan James en hij maakte verontwaardigen geluiden.

Naast hem lag Sirius helemaal in een deuk.

Ik rolde net mijn ogen en pakte mijn boeken.

Nu kwam Kist binnen. Hij ging achter zijn bureau zitten en begon te vertellen over een Kolbolden-opstand. Zijn monotone stem, maakte me moe.

"Wat gaan we straks doen?" Vroeg Remus. Ik zette een vinger op mijn kin en dacht na.

"Zwerkbal?" Stelde ik voor. Remus schudde zijn hoofd. "Vliegen?" Hij schudde weer zijn hoofd. "Overgooien?" Remus zuchtte.

"Iets wat niet met Zwerkbal te maken heeft," zei Remus. Ik grinnikte. 

"Euhm..." Ik zette een vinger op mijn kin en er verscheen een kleine frons in mijn voorhoofd. 

"We kunnen ook gewoon huiswerk gaan maken," zei Remus na een tijdje. Ik haalde de vinger van mijn kin en mijn frons verdween.

"Ja, oké," zei ik een beetje verslagen. 

Me and the MaraudersWhere stories live. Discover now