Stap 3; nieuw plan dan maar! (POV Sirius)

978 66 11
                                    

"WAT is er gebeurd?!!" schreeuw ik naar mijn vrienden. "En jullie hebben haar laten gaan?" Remus kijkt me hysterisch aan en James ijsbeert.

"We dachten dat ze... Nina zou terug zou komen," zegt James. "Ik bedoel, als ze iets wil zeggen, dan laat ze ook wel echt weten!"

"Het hele plan kan de goot in!" vloekt Remus. "We gaan haar nu zoeken!" Hij wil naar het portret gat rennen, maar ik houd hem tegen.

"Laten we eerst Lily halen, zij weet er ook van. Dan zijn we met iets meer," zeg ik. 

"EVERS!!" gilt James naar de meisjesslaapzaal. De deur daarvan vliegt open en Lily kijkt James geïrriteerd aan.

"Wat moet je, Potter?" snauwt ze. 

"Jackson heeft Nina," antwoord ik, voor iemand anders het doet. Lily wordt bleek en sleurt ons mee de leerlingenkamer uit. 

Al snel staan we buiten. "Wat gaan we doen?" vraagt Remus. 

"We gaan het bos in, met stok in aanslag," zegt Lily strijdlustig. "Weten jullie waar dat veld is?"

Ik en Remus halen onze schouders op. "Volgens mij weet ik wel waar," zegt James. We kijken hem verbaasd aan.

"Als jij dan voorop gaat, geven wij je rugdekking," zeg ik. De andere knikken. Wij zijn eigenlijk bijna nooit zo serieus. Dus dit is een erg zeldzaam moment. Al geven we er weinig aandacht aan.

Zoals gezegd, loopt James voorop. Ik loop naast hem en Remus en Lily achter ons. Stiekem ben ik best wel bang, maar ik laat het niet zien. Niet waar mijn vrienden bij zijn. 

"Zullen we haar vinden, Sluipvoet?" vraagt James aan mij. 

"Natuurlijk. We moeten haar vinden!" antwoord ik. "Levend."

"Ja, inderdaad! Maar loop een beetje door, anders vinden we haar nooit!" zegt Remus. We lopen gelijk een tandje harder. 

"Weet je honderd procent zeker dat we goed gaan?" vraagt Lily na een tijdje. 

"Natuurlijk! Nina had mij al eens verteld waar dat veld was," zegt James zeker. "Het moet niet ver meer zijn."

We lopen nog wat en dan komen we bij een heel groot veld uit. Er staan twee donkere schaduwen op het veld te ruziën. De een houdt de andere vast bij de keel. Ook schelden ze tegen elkaar, alleen hoor ik niet wat ze zeggen. 

"NINA!?" schreeuwen Remus en ik tegelijk. De gedaanten stoppen met praten en ze kijken -zo als ik vanaf hier kan zien- deze kant op. Degene die bij de keel vast gegrepen was, wurmde zich los en komt op ons af.  Als die dichterbij komt, horen we de stem van Nina. Ze valt snel in onze armen.

Als we elkaar weer loslaten, zien we dat ze een bloedneus heeft en een hoop blauwe plekken.

POV Nina.

"Kom je nog of niet?" vraagt Jackson met een lach. Hij staat vijf meter bij me vandaan op het veld en ik sta aan de rand van het Bos.

"Nee, ik wil terug," zeg ik. "Je hebt me net mee gesleept, ik ben gevallen, heb takken in mijn gezicht gekregen, en ben zelfs tegen een boom aan geknald!" Goed, ik overdrijf een beetje, maar ben wel een paar keer gestruikeld... en tegen een boom aan geknald. Niet om lachen, het deed pijn, hoor!

"Wat maakt dat uit? Kom nou, gewoon!" roept Jackson ongeduldig. Ik veeg wat bloed van mijn wang en schud mijn hoofd. Hij loopt op me af en ik voel mijn wang branden op de plek waar hij me sloeg. Jackson grijpt mijn pols en sleurt me het veld over. Zijn nagels drukken in mijn huid.

"Au! Jackson, laat me los!" roep ik boos en probeer me los te wurmen. Hij knijpt zowat mijn hand eraf! Als ik net wil gaan gillen, laat hij me los. "Ik wil terug!"

Me and the MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu