Nu al de tweede keer in een paar maanden tijd!

1K 64 4
                                    

Na een tijdje weet ik me tegen de vloek te weren. David heeft nog steeds de Cruciatus-vloek op me gericht. Maar ik ben een ware Griffoendor, dus ik geef me niet zo maar over. Ik weet eindelijk op te staan en kijk David recht in zijn ogen. Hij kijkt verbaasd, maar daarna wordt zijn gezicht rood van woede.

"Hoe...?" stamelt hij. David heft de vloek op en spreekt het opnieuw uit. Ik weer het deze keer af. Hij scheldt (ik ga niet zeggen welk woord hij gebruikt) een keer en probeert het vele malen opnieuw. Met weinig succes.

"David, houd op met vloeken op me afvuren!" schreeuw ik en hij stuurt -bijna wanhopig- een serie vloeken op me af. 

"Je moet boeten voor wat je hebt gedaan!" schreeuwt David. Ik zie dat zijn ogen rood en dat ze waterig zijn. Hij wilt dit helemaal niet. 

"Dit helpt helemaal niet en het was een ongeluk van tien jaar geleden," zeg ik en stuur een ontwapeningsspreuk op hem af. Davids toverstok vliegt uit zijn hand en ik van het op. 

"Nee!!" schreeuwt hij. Ik richt mijn stok op hem. "Dit is niet te geloven..."

"Geloof het maar! En waarom wil je wraak nemen op iemand die het niet expres deed?" vraag ik en laat mijn stok zakken.

David laat zijn schouders zakken. "Omdat het niet voor wraak van tien jaar geleden is." Ik trek een wenkbrauw op. "Ik heb een opdracht gekregen, samen met iemand en we moeten je naar de Heer brengen, hij kan je krachten stelen en daarna een pijnlijke dood geven. Terwijl ik je heb vergeven."

"Wie is die Heer? En met wie moest je mijn vermoorden?" vraag ik.

"De opdracht is van de Heer Van Het Duister en ik moest het samen met Jackson Vilijn doen, zijn zoon," zegt David. Ik krijg ineens een hele erge hoestbui.

"HO EFFE!!! Jackson Vilijn!? Die gast met donkerblonde haren en felblauwe ogen?" kuch ik. David knikt.

"Hij moest op Zweinstein komen en jou in de gaten houden. Daarna als hij jou vertrouwen heeft gewonnen, kon hij je meenemen naar de Heer.," zegt David. 

"Dank je voor het zeggen... maar hoe ben je een dooddoener geworden?"

"Mijn ouders waren dooddoener, dus ik was er blijkbaar ook een.," zegt hij beschaamd.

"Maar, David, op welke school zat je?" zeg ik.

"Ik kreeg thuis les in De Zwarte Kunsten en Bezweringen, meer niet." ik knik. 

"Ik heb een idee," zeg ik opeens. David kijkt me raar aan. "Wat nou als jij me ook komt 'bespioneren'. Dan kan je toch nog meer vakken volgen. Blijf dan gewoon bij mij, oké?"

David knikt. "Goed idee. Ik blijf gewoon op Zweinstein en keer niet mee terug naar mijn ouders. Ik haat het om dooddoener te zijn." Ik grinnik en geef hem zijn stok terug. Samen lopen we naar het kasteel.

Het begint alweer te schemeren. De zon komt dus al op. Hoelang ben ik wel niet in het bos geweest? Het kasteel wordt langzaam aan zichtbaar tussen de bomen en ik merk nu pas dat ik zowat bevries in kou.

"Grote school, zeg," concludeert David. Ik grinnik, dat dacht ik ook toen ik Zweinstein voor het eerst zag. We lopen het bordes over, door de eikenhouten deuren.

"Laten we naar professor Perkamentus gaan, dan kan hij je indelen," zeg ik. David stemt in en we lopen naar boven toe. 

Maar op de trappen moeten we natuurlijk weer Zwadderaars tegenkomen.

"Heb je nu al een nieuw vriendje? Werd Lupos je al zat?" zegt Lucius Malfidus. Ik zucht geërgerd.

"Dat hoop ik niet, maar goed, laat ons er even langs, Malfidus," zeg ik. De Zwadderaars lachen.

"Ga weg Malfidus!" zegt David hard. Lucius schrikt en gaat snel weg.

"N-natuurlijk," zegt hij. Waarschijnlijk weet hij wie David is. Die glimlacht en we lopen verder. 

"Weet je, dit is de tweede keer dat ik met een nieuw iemand, die ik zeg maar hebt overgehaald om naar Zweinstein te gaan, in een paar maanden tijd!" zeg ik tegen David. Hij glimlacht.

"Heb je een vriendje?" vraag David. Ik trek een wenkbrauw op en zet de noodrem in.

"Waarom vraag je dat?"

"Dat zei Lucius toch net? Zo van; 'heb je nu al een nieuw vriendje?'" antwoord David en hij loopt naar mij toe. 

"Euhm... ja, ik heb een vriendje?" het klonk eigenlijk meer als een vraag, omdat het eigenlijk ook zo was/is. Hij, of ik, heeft me geen verkering gevraagd, of ik hem. Dus weet ik het niet.

"Is het nou ja of nee?" lacht David. Ik grinnik en haal mijn schouders op en loop verder. 

Plots krijg ik weer een steek in mijn hoofd. Het is waarschijnlijk de Volle Maan al. "Hey, David... weet jij de weg naar Perkie? Ik heb koppijn, dus wil ik graag naar de leerlingen kamer."

"Ik denk het wel, en anders vraag ik het wel. Rust goed uit, oké?" David geeft me een korte knuffel en we lopen beide een andere richting in. Mijn zicht wordt steeds wazig en scherp, wazig en scherp, wazig en scherp... bluh, vervelend!

"Pompoentaartje," zeg ik tegen de Dikke Dame en ik kruip door het portretgat. 

"NINA!!!" gillen een paar mensen en die rennen op me af. Yep mensen, dat zijn Sirius, James, Remus, Lily, Marlene, Alice en diegene die er achteraan hobbelde was Peter. Ik mag die gast nog steeds niet. Er schieten allemaal vragen op me af, zoals; 'Waar was je?' 'We zochten je overal!' 'We waren zo bezorgd!'

"OKÉ, OKÉ, CALM DOWN!!" schreeuw ik over de harde stemmen heen. Mijn vrienden zijn gelijk stil. "Ik beantwoord alle vragen en zo, maar eerst moet ik even liggen," zeg ik en loop langs ze heen.

"Nina, dat is de jongensslaapzaal," hoor ik iemand vaag zeggen. Ik wuif met mijn hand, mompel iets en loop verder. En inderdaad zie ik de spullen van Remus, Sirius, James en Peter liggen. Ik haal onbewust mijn schouders op en laat me op een willekeurig bed vallen. 

Ik slaap al half als de slaapzaal deur open gaat en allemaal weer stemmen hoor. Ze sussen elkaar en dan worden de stemmen gefluister. Het matras zakt in en ik glijd naar de persoon die op het bed is gaan zitten toe. Als ik door mijn wimpers kijk, zie ik dat het James is.

"Mag ik wel op jou bed liggen?" zeg ik zacht en James draait zich naar me om.

"Ja, hoor, maar wil je anders liever op Remus' bed liggen?" antwoord hij net zo zacht terug. Ik knik, maar verroer me niet. "Ga je dan nog?" Ik knik weer, maar kom weer niet in beweging. "Remus, help me even." James staat op en pakt mijn polsen. Ik voel dat iemand mijn enkels vastpakt en ik word zo naar een ander bed gedragen.

"Bedankt, voor het fijne ritje," zeg ik sarcastisch en draai me om op mijn zij. De jongens grinniken en alweer zakt het matras in. Deze keer gaat diegene naast me liggen en slaat zijn armen om me heen. Ik kruip naar hem toe en sluit mijn ogen(alweer). Met wat dempende stemmen, val ik als een blok inslaap, al is het al ochtend...

 Hey wezentjes, ik ben gister naar Fantastic Beasts geweest!! Het was een geweldige film, alleen ben ik een watje en schrik snel, dus zat ik soms achter mijn telefoon te verschuilen. Jullie moeten die film echt zien! (als je het nog niet hebt gezien)... Maar goed, daarom had ik geen zin om gister te uploaden, maar tatadataaaa!! Dat was het! Hierzoo bovuuhhh!
Bye Delfstoffertjes!!


Me and the MaraudersWhere stories live. Discover now