"Het is weer goed?"

876 61 17
                                    

"Kom op, Nina." Lily keek me geërgerd aan. "Je  moet met hem praten, anders komt het nooit meer goed." 

"Ik wil niet met hem praten, Lils," zei ik en verborg mijn hoofd in mijn trui. "En wat maakt het uit dat het niet goed komt." 

We zaten in de meidenslaapzaal en we hadden net lunch gehad. Ik was naar boven gevlucht, toen James en Sirius me probeerden over te halen, om met hem te praten. En nu wilde Lily dat ook. 

"Nina, je houdt van hem!" Lily schudde me door elkaar, waardoor ik bijna van mijn bed viel. "Ga met hem praten, anders sleur ik je mee naar hem." 

"Goed dan," zuchtte ik. Lily juichte en pakte mijn pols. "Je zou me dan toch niet meesleuren?"

Lily lachte. "Maar anders zou je pas over een paar jaar met Remus gaan praten. Dat moeten we niet hebben, dus ik sleur je gewoon nu mee." Ze sleurde me mee naar de jongensslaapzaal. 

"EVERS!!!!" James opende zijn armen als begroeting en ik schoot in de lach. Lily rolde met haar ogen.

"Waar is Remus?" vroeg ze aan Sirius, James negerend. 

"In de bibliotheek," antwoordde Sirius en hij keek James lachend aan. 

"Natuurlijk," mompelde Lily en ze sleurde me weer mee. Ik struikelde bijna over mijn eigen voeten, maar wist me overeind te houden aan Lily. 

Uiteindelijk kwamen we aan bij de bieb en ik zag Remus aan een tafel zitten met een boek in zijn handen. 

"Ga!" siste Lily en ze duwde me richting Remus. Maar door mijn onhandige voeten struikelde ik en knalde vol tegen de grond. Ik hoorde Lily naar adem happen. "Oh Merlijn, sorry," zei ze.

"No problemo," zei ik en stond moeizaam op. Remus stond voor me. Hij keek me bezorgd aan.

"Gaat het?" vroeg Remus en hij bekeek me. Ik knikte en haalde nog even diep adem. "Het spijt me van gister." We liepen naar zijn tafel en gingen daar zitten. 

"Waarom zoende je iemand anders?" vroeg ik zacht. Remus beet op zijn lip.

"Kijk, ik was dronken," zei hij. Ik trok een wenkbrauw op. Remus die dronken was? "Het gebeurt niet vaak, weet ik." Hij glimlachte even. "Maar ik was het wel. Ik stond gewoon wat te praten met een Huffepuf, toen iemand me aantikte. Ik draaide me om en degene zoende me ineens. En ik had ze wel weggeduwd, als ik wist dat jij het niet was." 

Ik staarde naar mijn Allstars die ineens heel bijzonder waren. Was dit waar? Natuurlijk, Remus loog niet zomaar. Daar was hij te goed voor.

"Euhm..." zei ik en friemelde aan een plukje haar. "..." Ik wist gewoon niet wat ik moest zeggen.

Remus glimlachte.

"Mond vol tanden?" Vroeg hij. Ik knikte en trok een mondhoek op.

"Maar ik geloof je wel," zei ik en keek hem nu aan. "Ik vertrouw je."

Remus pakte mijn hand en wreef met zijn duim over de rug van mijn hand.

"Waarom zou ik tegen jou willen liegen?" Vroeg hij en glimlachte.

Ik haalde mijn schouders op.

"En het spijt mij ook," zei ik. "Dat ik weigerde om met je te praten."

"Maar ik hielp haar!" Hoorden we iemand roepen. Ik draaide me om en zag Lily met een grijns achter een boekenkast staan.

"Thanks, Lily!" Riep Remus en ik schoot in de lach.

"Geen probleem," zei Lily. Ze zwaaide en liep weg.

"Dus..." zei ik na een tijdje.

"Dus..." zei Remus mij na. "Het is weer goed?" Ik knikte.

Hij boog zich voorover en gaf een kus op mijn voorhoofd. Er kwam een domme giechel uit mijn mond. Snel deed ik er een hand voor.

Remus grinnikte.

"Zullen we naar Toverdranken gaan?" Zei hij. Ik knikte.

We hadden na de lunch een uur uitval. Vandaar dat we niet al meteen naar een les gingen. Ik stond op en Remus volgde.

"Oh, we moeten nog onze tas pakken!" riep ik, waardoor ik een boze blik van Madame Rommella kreeg. 

"Kom snel," zei Remus wat zachter. Hij greep mijn hand en we renden naar de Leerlingenkamer. Hijgend kwamen we daaraan en we grepen onze tassen.

"Net op tijd," zei Slakhoorn, toen we het lokaal binnen sprintten. "Ga maar gauw zitten." 

Met een zucht plof ik neer naast Alice. 

"Hoe?" vroeg ze zacht aan me.

"Bieb. Tijd vergeten." Ik opende mijn boek. 

"We gaan vandaag de Drank Van De Levende Dood maken," zei Slakhoorn. "Het is eigenlijk een stof voor de zesde jaars, maar het is goed om het al te oefenen. Bladzijde 148." 

Ik bekeek de bladzijde van de Dood of hoe dat drankje ook heet. Het zag er ingewikkeld uit maar ik ging het maar proberen.

"De ingrediënten liggen in die kast. Begin maar!" Slakhoorn klapte in zijn handen en iedereen begon te lopen. Ik wurmde tussen iedereen in en greep alle ingrediënten die ik uit het boek had. 

Al snel had ik alles en liep terug naar de tafel. 

"Kan je mij helpen?" vroeg ik aan Alice die al begonnen was. Ze knikte.

"Je moet de Alsem snijden en in een zacht pruttelende ketel doen," zei Alice en ze wees naar de blaadjes op mijn plankje. Ik deed wat ze zei en gooide het Alsem erin.

"Nu die en dan die," zei Alice en ik deed wat ze zei.

"Hoort het er zo te zien?" Vroeg ik na een tijdje. Alice boog zich over mijn ketel en keek naar de rode vloeistof.

"Euhm... het hoort er doorzichtig, slash zilver uit te zien," zei ze.

Fronsend keek ik er zelf naar en het begon te borrelen. Mijn frons werd dieper.

"Nina, ga weg daar!" Riep iemand. Maar door het te laat door te hebben gehoord, ontplofte het in mijn gezicht.

Ik viel naar achter. Ik háát Toverdranken!

Sorry voor het korte hoofdstukje en een beetje laat, maar ik ben een beetje ziek en ben nu op een slaapfeestje op de manege. Ik zal volgende week een beter hoofdstuk updaten😅.




Me and the MaraudersWhere stories live. Discover now