Hoofdstuk 16

4.3K 244 186
                                    

Hoofdstuk 16 ~ Grimmauld Place

Opgedragen aan -SecretBooks-.

'Er is al iemand onderweg om op zoek te gaan naar Meneer Weasley,' zei Dumbledore somber. 'Ik stel voor dat jullie zo snel mogelijk naar Grimmauld Place gaan, zonder dat professor Umbridge het doorheeft.' Alle Weasley kinderen knikten en wachtten op verdere instructies. Ze hadden zojuist het verhaal van Harry gehoord over de aanval op het ministerie en niemand durfde iets te zeggen.

'Professor,' zei Dumbledore. Ik keek verschrikt op. 'Ik verzoek u om mee te gaan. Zorg ervoor dat de kinderen goed aan komen.'

'Maar-,' protesteerde ik.

'U kent Grimmauld Place beter dan iedereen. Het is alleen maar verstandig als u ze vergezeld.'

'Maar ik kan daar niet heen. Niet na alles wat er gebeurd is.' Dumbledore negeerde mijn opmerking en nam een voorwerp vanonder zijn bureau tevoorschijn.

'Dit is de Portkey. Hij vertrekt over een halve minuut, dus ik hoop dat iedereen klaar is.' De Weasleys stonden op en grepen het voorwerp vast. Ook Harry, die eerst nog twijfelend naar me keek, volgde de instructies op. McGonagall keek me nog met medelijden aan, maar deed verder niets aan de situatie. De moed zakte me in mijn schoenen, maar toch legde ik mijn vinger op de Portkey.

'Het komt wel goed, professor,' zei Harry geruststellend. 'Hij is vast erg blij om u te zien.' Met die laatste woorden begon de Portkey te draaien en werd alles wazig. Ik keek om me heen en zag de contouren van Grimmauld Place.

'Oké, wacht nog heel even... en... laat los!' riep ik. Eén voor één lieten de kinderen los en landden ze op de grond voor het gebouw. Ik kwam op twee voeten terecht en keek om me heen. De tweeling leek ook staand te zijn geland, terwijl de rest krabbelend overeind kwam.

'Nou, hier zijn we dan,' fluisterde ik meer tegen mezelf dan tegen de kinderen. Ik keek toe hoe het oude gebouw tevoorschijn kwam tussen twee bestaande muggle woningen. De muggles binnen hadden niets door en dat was maar beter ook. Toen het huis er helemaal stond liepen we naar de voordeur. Doordat ik jaren in het huis had gewoond, ging de deur zonder moeite voor me open. Achter de deur lag een donkere gang. Alle kleur en levendigheid waren eruit verdwenen. Het leek niet meer op het huis dat ik kende.

'Nou, jullie zijn er. Dan kan ik weer weg,' mompelde ik. Zonder te reageren haakte Harry zijn arm door de mijne en trok hij me mee naar binnen.

'Harry!' siste ik. 'Ik ben je professor!'

'En u bent ook mijn peetmoeder en ik wil alleen maar wat goed is voor jou... en Sirius' antwoordde hij eigenwijs. Ik stond in de slecht belichte hal en ik hoorde zachte voetstappen op de trap. Niet veel later verscheen er een huiself die walgend naar het gezelschap keek. Toen zijn ogen op mij landde, lichtte hij op.

'Mevrouw Black?' vroeg hij hoopvol.

'Hoi, Kreacher,' zei ik met een glimlach. De kleine huiself boog diep voor me, maar ik hielp hem snel overeind.

'Ik had nooit verwacht dat ik Kreacher zo blij zou zien,' fluisterde Fred tegen George die een instemmend geluidje maakte.

'Meesteres zal zo blij zijn u te zien,' zei Kreacher terwijl hij naar een gordijn aan de muur liep. Ik volgde hem nieuwsgierig en hij trok het gordijn weg.

'Kreacher, nee!' riep Harry nog, bang dat mevrouw Black het hele huis bij elkaar zou schreeuwen. Ik keek naar het schilderij en de vrouw deed haar ogen open.

'Luciana, ben jij dat kindje?' vroeg ze. Ik knikte naar het schilderij. 'Vertel me, kindje. Heb jij die verrader van een zoon van me op straat gezet? Dat zou hij verdienen!' Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar er kwam enkel lucht uit. Ik keek opzij naar Harry die grijnsde, maar ik wist niet waarom.

Sirius Black ~ Black and White 《Voltooid》Where stories live. Discover now