Hoofdstuk 19

3.6K 237 91
                                    

Hoofdstuk 19 ~ Licht en Duisternis

Opgedragen aan ThirzavanOosterom.

Ik deed mijn ogen open en het licht veroorzaakte een brandende pijn. Snel kneep ik mijn ogen weer dicht, voordat ik het nog een keer probeerde. Deze keer was de pijn iets verzacht. Ik keek om me heen en zag een onbekende kamer met een bekend interieur. Het was Grimmauld Place, maar de kamer waarin ik lag deed me geen belletje rinkelen. Ik ademde in door mijn mond en voelde dat het moeizaam ging. Mijn hand ging moeizaam naar mijn keel en ik voelde er een enorme rol verband omheen. Flashbacks van het gevecht op het ministerie kwamen weer naar boven. Toen ik het mes van Bellatrix herinnerde, raakte ik in paniek. Mijn ademhaling versnelde en een piepend geluid was hoorbaar. Ik probeerde overeind te gaan zitten, maar ik werd terug geduwd in de diepe berg van kussens.

'Rustig, Lucy,' zei Remus die me tegenhield. 'Je maakt het alleen maar erger.'

Ik keek hem smekend aan en alsof hij het aanvoelde, begon hij te vertellen wat er gebeurd was nadat ik bewusteloos was.

'Iedereen is oké nu,' vertelde hij. 'Er zijn geen doden gevallen aan onze kant, dankzij jou.' Ik keek hem verbaasd aan en de uitdrukking was waarschijnlijk erg lachwekkend geweest, want Remus begon te schateren. 'Weet je niet meer dat je Sirius aan de kant had geduwd?' Ik schudde mijn hoofd lichtjes. Sirius. Hoe zou het met hem zijn? Hij haat me vast.

'Hij is nogal stil geweest de laatste paar dagen. Hij komt alleen zijn kamer uit om te eten.' De schuld borrelde op. Ik had hem veel eerder moeten vertellen dat ik een Deatheater was.

'Hij draait wel weer bij,' zei Remus geruststellend. 'Hij heeft gewoon tijd nodig.' Remus stond op van de stoel naast mijn bed en liep naar de deur. 'Ik ga even wat te drinken voor je halen.' Hij verliet de kamer en liet de deur op een kier open staan. Voor even was ik weer alleen met mijn vreselijke gedachten. Ik hoorde voetstappen op de trap en zag Sirius heel even door de deuropening. Hij zag er niet goed uit en ik wilde zijn naam roepen, maar het enige wat mijn keel kon produceren was een zacht gefluister en een helse pijn.

'Ze is wakker,' hoorde ik Remus van ver zeggen. Hij kreeg geen antwoord van, vermoedelijk, Sirius en ik wachtte totdat hij weer naar binnen kwam. Hij zette een klein dienblad met een glas water en een stuk brood naast het bed neer en hielp me overeind.

'Molly wilde dat je ook iets zou eten,' legde hij uit. 'Maar eerst wat water.' Hij tilde mijn kin op en goot heel voorzichtig wat water in mijn mond. 'Beter?' vroeg hij. Ik knikte zacht en ging tegen de kussens aanliggen.

'Harry wilde je zien,' zei Remus terwijl hij het brood sneed. Mijn ogen lichtten op bij het horen van zijn naam. 'Zodra je zelf naar beneden kan, mag je hem zien,' zei hij grijnzend. Ik rolde met mijn ogen en gooide mijn benen van het bed af.

'Wow! Niet nu!' protesteerde Remus nog, maar ik was eigenwijs. Voorzichtig zette ik wat druk op mijn benen en vreemd genoeg zakte ik er niet doorheen.

'Nou, dat ging stukken beter dan verwacht,' zei Remus opgelucht. Een geest van een glimlach verscheen rond mijn lippen. Nog steeds deed het pijn. De wond bij mijn keel zeurde bij iedere beweging, hoe klein dan ook. Remus linkte zijn arm door de mijne en hij hielp me de trap af. Ik hoorde geluid vanuit de keuken komen en ik zag op de klok dat het tijd was voor het diner van Mrs. Weasley. Ik had geen honger, maar ik kon niet wachten om iedereen weer te zien.

Ik stapte door de deuropening en zag wat verbaasde gezichten.

'Lucy!' riep Harry uit. Hij wilde me om de hals vliegen, maar besloot op het laatste moment dat toch maar niet te doen. 'Hoe gaat het?'

Sirius Black ~ Black and White 《Voltooid》Donde viven las historias. Descúbrelo ahora