*036*

515 43 3
                                    

Even een mededeling vooraf: het hoofdstuk wat is geschreven door @MadameNorman is wanneer Jaxissa weer wakker is. Eigenlijk moet er nog een stuk daartussen komen. Don't worry, ik zal het hoofdstuk plaatsen. Maar dan iets later☺️

----

Noah/Demi POV

De volgende ochtend wanneer ik wakker word duurt het even voordat ik me herinner wat er allemaal aan de hand was. Ik zucht luid en sta me tegenzin op.

'Goedemorgen Dangel' hoor ik een rustige stem zeggen. Remus ligt naast me met wallen onder zijn ogen. Arme Reem.

'Goed geslapen, Moony?' zeg ik.

'Wat denk je'

'Je bedoelt wat zie je' grijns ik.

'Hoe bedoel je?'

'Professor Lupin. Zoals u misschien kunt zien in mij ziet u dat u er niet op uw best uitziet' zegt de betoverde spiegel. Ik lach. Remus kijkt verschrikt in de spiegel en is een seconde later de badkamer alweer ingevlogen.

Ik maak gebruik van dat moment door me om te kleden. Vandaag ga ik Lisa en Sirius vinden, ik weet het zeker. Als Remus de badkamer uitkomt poets ik mijn tanden en borstel ik mijn haren. Door de jaren heen ben ik te lui geworden om make-up op te doen. Iedereen mag zien hoe beroerd ik eruit zie, het boeit me niets.

Eenmaal tijdens het ontbijt zit ik in de keuken. Ik kan niet meeontbijten in the Great Hall want dat zou te veel opvallen. Maar gelukkig zijn alle huiselfen hier zo lief.

'Wat wilt u mevrouw?' vraagt er een die meteen naar mij komt toe hobbelen.

'Doe maar een roereitje alstublieft' zeg ik beleefd en ik ga op een bar langs de rand zitten. Alle huiselfen zijn druk in de weer met het ontbijt te verzorgen voor alle Hogwarts-leerlingen. Maar eentje staart een beetje voor zich uit. Ik wenk hem.

'Sorry Mevrouw' zegt die meteen.

'Waarvoor?' vraag ik verbaasd.

'Dobby wist niet wat hij moest doen. Dobby werkt hier pas net. Dobby dat het niet goed' zegt de huiself. Hij pakt een lamp die langs de kant staan en begint zichzelf te slaan.

'DOBBY!!!' Schreeuwen meteen alle huiselfen, maar gaan dan al snel weer terug naar hun werk. Ik pak de lamp voorzichtig van Dobby af.

'Waarom deed je dat?' vraag ik beleefd.

'Dobby doet iets stouts, daarom moet Dobby gestraft worden'

'In mijn ogen doe je niks stouts hoor'

'Mevrouw is veels te aardig voor Dobby' Ik lach.

'Zeg maar Demi' zeg ik.

'Oke mevrouw' zegt Dobby. Ik lach even, toch zei hij mevrouw.

'En wilt Dobby iets voor mij doen?' vraag ik. Hij knikt meteen enthousiast. 'Zou Dobby een glaasje water voor Demi kunnen pakken?'

'Ja natuurlijk mevrouw, Uh Demi bedoelt Dobby natuurlijk' zegt hij en hij sprint weg. Ik lach om deze gekke huiself.

'Uw roerei mevrouw' zegt een andere huiself en hij geeft me een bord aan.

'Bedankt' zeg ik en de huiself wordt rood. Snel sprint hij weg.

'Glaasje kraanwater voor Mevrouw Demi!' Dobby komt aangehold. Ik lach.

'Dankje Dobby, kom je gezellig bij me zitten terwijl ik zit te ontbijten?' Vraag ik.

'Heel graag mevrouw!'

Ik kijk hem fronsend aan.

'Demi bedoelt Dobby!!!' Zegt hij snel en ik lach.

-

Na mijn ontbijt komt Dumbledore naar me toe.

'Ga je mee Noah, er zijn een paar adressen waar Lisa zou kunnen zijn. Ik dacht zomaar dat jij wel mee zou willen. Remus heeft les in die moet hij wel geven want hij laat het al vaak uitvallen door zijn "probleempje" daarom gaat Severus met ons mee' zegt hij. Ik knik.

'Hoelaat vertrekken we?' vraag ik.

'11 uur bij Zwijnskop' zegt hij en ik knik.

'Is goed professor' zeg ik.

'Noem me maar Albus hoor' lacht hij. Ik glimlach ook heel even en ga dan snel naar mijn kamer waar ik mijn spullen pak en Remus succes wens met zijn lessen. Ik zie aan hem dat hij baalt dat hij niet meekan en les moet geven. Ik stel hem gerust.

-

Ik was Severus tegengekomen op de gangen. Het was inmiddels al vijf voor elf en we waren nog op Hogwarts. Severus loopt snel. Ik loop hijgend en puffend achter hem aan. Dan besluit ik maar te rennen, dat is een stuk minder vermoeiend dan snel lopen. Serieus dat is echt zo, geloof me!

'Niet zo snel!' hijgt Severus die inmiddels ook aan het rennen is. Ik lach. Het ziet er echt niet uit als hij rent.

'Severus toch kan je niet meer rennen' plaag ik hem. Hij kijkt me zuur aan. 'Ja je wordt ouder he, dat zie je aan je grijze haren'

'Wat ik heb geen, Noah Flesier' zegt hij boos en ik ga nog iets harder rennen. Uiteindelijk zijn we net op tijd bij Dumbledore aangekomen. Hij kijkt naar ons, waarschijnlijk zijn we beide helemaal rood.

'Laten we gaan' zegt hij en hij steekt zijn armen uit, we gaan verschijnselen.

Lost parents of Jaxissa BlackWhere stories live. Discover now