Hoofdstuk 64

106 17 0
                                    

'Had je haar werkelijk zo moeten toetakelen?' Een nieuwe stem die ik nog niet kende. Een vrouw. Hoewel ik wil kijken en zien of ze ook een AI is, durf ik mijn ogen niet open te doen. De man is bij haar. Hij was degene die me in elkaar getrapt had en ik wilde hem liever niet duidelijk maken dat ik wakker was. Zelfs nu voelde mijn lichaam overal bond en blauw, daar had de slaap geen verandering in gebracht. Ik heb in ieder geval een ding geleerd: bij AI maakt de mate van hoe vriendelijk ze eruit zien niets uit wat betreft hoe vriendelijk ze daadwerkelijk zijn.

'Ze vroeg erom. Ze probeerde weg te lopen', gromt de man met zijn Britse accent. De vrouw laat tot mijn opluchting een afkeurend geluid horen. Ik ben bang dat ook zij een AI is, maar misschien hebben sommigen toch een iets groter gevoel van menselijkheid. Zou dat in verschillende hoeveelheden geprogrammeerd kunnen worden?

'Het laatste deel van de operatie is nu uitgesteld totdat ze weer grotendeels hersteld is. Dit kost ons alleen maar kostbare tijd.' Een operatie? Gaat dat over hoe ze me gered hebben? Ik voel me nu weer goed, op de blauwe plekken na, er is geen vervolg van de operatie nodig.

'Natuurlijk, maar Kazinski heeft gezegd dat ze haar snel weer op kunnen lappen en alles alsnog op schema zal blijven.' Geen excuses, niets. Ik weet ook niet wat ik eigenlijk verwacht had.

'Ze moet ons vertrouwen Gilles. Nu heb je haar waarschijnlijk getraumatiseerd. Er is al genoeg gerommeld met haar brein, dus we kunnen dit niet ook wissen.' Het woord ook blijft steken in mijn gedachten. Ze hebben al eerder iets gewist. Gaat dit over mijn geheugenverlies, want dat was door de aanval geweest toch? Of hebben ze nog recenter iets gewist, iets waarvan ik nu niet eens weet dat ik het me niet herinner?

'Haar hartslagfrequentie gaat omhoog. Ze is bij bewustzijn', merkt de man, die blijkbaar Gilles heet, op. Iemand buigt zich over me heen, ik voel de nabijheid. Hoe zorg ik ervoor dat mijn oogleden stoppen met trillen? Ik ben bang dat het Gilles is, al is die vrouw misschien wel net zo erg.

'Doe je ogen maar open, we weten dat je ons hoort', fluistert de vrouw. Haar mond moet vlakbij mijn oor zijn. Toch voel ik geen ademhaling alleen de lucht die zich iets verplaatst als ze spreekt. Voorzichtig open ik mijn ogen. Het heeft geen zin om niet te luisteren. Gilles staat in de hoek van de kamer. Op zijn gezicht ligt een grimmige blik en ik krijg het idee dat hij overweegt of de straf die hij krijgt als hij me nog eens in elkaar trapt het waard is. De vrouw staat vlak naast mijn hoofdeind. Als ze een stap opzij doet, kan ik haar beter zien. Net zoals de anderen draagt ze een labjas, maar ze weet het voor elkaar te krijgen er alsnog uit te zien als een fotomodel. Haar perfect golvende roodbruine haar en gezicht met duidelijk veel make-up, lijkt hier totaal niet thuis te horen. Ze tuit haar felrode lippen neemt me kritisch in zich op. Ze is geen mens en toch bespeur ik bij haar, afgezien van haar gebrek aan ademhaling, geen enkel teken van onmenselijkheid. Ze lijkt net zo menselijk als dat Lynn had geleken voordat ze onthoofd werd. Ze is duidelijk een hogere kwaliteit AI.

'Wat zijn jullie met me van plan?', grom ik. Probeer dreigend te klinken, houd ik mezelf voor. De kans dat ze bang voor me zullen zijn is klein, maar alsnog lijkt het me een goed plan om ze het idee te geven dat ik sterker ben dan ik lijk.

'Zie je, ze is een en al verdenkingen nu.' De vrouw praat niet tegen mij, maar richt zich tot Gilles die met zijn armen over elkaar naar mij kijkt. Zijn ogen stralen iets wolfachtigs uit, zelfs terwijl ik weet dat het geen echte menselijke ogen zijn. 'Je denkt vast dat je heel veel beter bent dan wij', fluistert ze tegen mij, maar voordat ik kan antwoorden richt ze zich alweer tot Gilles. 'Ze gelooft niet in onze menselijkheid.'

'Jullie zijn ook geen mensen.' Wat ze ook zeggen, daar kunnen ze me niet van overtuigen. Lynns dood heeft het bestaan van geavanceerde AI bevestigd en ik heb bewijs gezien dat zij hetzelfde zijn, zeker de man. De vrouw laat een schrille lach horen.

'Natuurlijk zijn we dat niet, maar waar denk je dat AI een afspiegeling van zijn? We zijn ontworpen om zo menselijk mogelijk te zijn, alleen met wat extra eigenschappen.' Ze kan het zo simpel zeggen, ik geloof er niets van. Nooit heb ik erover nagedacht wat menselijkheid precies inhoudt, wanneer je als mens kan worden beschouwd, maar er is op zijn minst vlees en bloed voor nodig.

'Stop maar met proberen. Ze gelooft ons toch niet', grauwde Gilles. 'Dit gesprek is tijdverspilling. Breng haar gewoon opnieuw in slaap en laat ze de operatie voortzetten.' Alweer wordt die operatie benoemd, maar ik kan geen kant op. De vrouw en Gilles staan beide gereed om me opnieuw te verdoven als ik ook maar iets probeer, ik kan geen kant op. Het enige wat ik kan doen is zo lang mogelijk tijdrekken. Net zoals ik bij Noah had gedaan, al is alles van toen tamelijk wazig. Er is een zin die me wel nog helder voor de geest staat: "Er is meer gebeurd die nacht. Het waren niet de moordende rollen die dat briefje hebben geschreven." Noah had mijn nieuwsgierigheid geprobeerd te gebruiken om me over te halen me bij de moordende rollen aan te sluiten, of was het meer dan dat? Ik zal misschien nooit weten of hij echt iets weet. Ik heb geen idee waar hij het over had, behalve dat hij waarschijnlijk de avond van de aanval bedoelde. Een ding kan ik wel beredeneren: als het de moordende rollen niet waren die dat briefje hebben geschreven, dan moeten het waarschijnlijk de bazen zijn geweest.

'Hebben jullie, bazen, mij al eerder uit het dorp gehaald?' Het is een wilde gok en ik verwacht dan ook dat ze het zullen ontkennen. Hopelijk vertellen ze me in plaats daarvan de waarheid, of kan ik een glimp van de waarheid opmaken uit hun antwoord. De vrouw haar gezicht licht op in een mysterieuze glimlach.

'Wie zegt dat wij de zogenaamde "bazen" zijn?'


Untold Tales (Nederlands)Nơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ