Hoofdstuk 1

763 29 53
                                    

Vroeg op een mooie zomerochtend daalden de schaarse dauwdruppels neer uit een dunne mist, het landschap lag nog even gehuld in een grijze schaduw. De zon begon net aan een strijd tegen de grijze nevel, waardoor het landschap al gauw in een rode gloed zou oplichten.

Midden in de licht glooiende velden lag een oude boerderij, omringd door de stilte. De hoeve was ooit een bruisend bedrijf geweest. Iedereen in de wijde omgeving had zich willen associëren met de bekende Charlie Hopkins, een befaamde fokker van renpaarden. Hopkins slaagde er generaties lang in om kampioenen af te leveren. Iedere trainer, jockey, fokker of potentiële koper kende Charlie Hopkins.

De bruisende fokkerij was inmiddels zijn grote glorie echter kwijt. De grote schuren waren ooit blinkend rood en wit gekleurd, de kleuren van Hopkins werden destijds goed onderhouden. Ieder jaar werd het hout herschilderd en beschadigingen of vuile plekken werden steeds meteen verwijderd.

Ondertussen was de verf op veel plaatsen afgebladderd, waardoor het ondergelegen en vergrijsde hout zichtbaar werd. De lange oprit, die ook zeer strak had gelegen en waar wekelijks de bermen gemaaid werden, telde nu vele bosjes wild groeiend gras en bloemen. Het grind was niet langer een strakke rijweg, maar een hobbelige en stoffige dreef.

De vergane glorie van de stal stond in schril contrast met zijn trots. Hoewel de wereld hem de rug had toegekeerd, hield de oude man zijn hoofd hoog.
De grote en beroemde Charlie Hopkins, geliefd en gevreesd op en rond de renbaan, was drie jaar geleden ziek geworden.

Toen de diagnose van kanker amper bekend gemaakt was, had zijn hele omgeving hem uitgespuwd. Alsof hij besmettelijk was, stroomden de mensen bij hem weg. Het leven op en rond de renbaan was altijd hard geweest. Mensen waren bij Charlie's slechte prognose angstig geworden over hun eigen toekomst. Als hij plots zou wegvallen, zou ook hun loon wegvallen. Zijn concurrenten maakte daar ook gretig gebruik van.

De man had wel geweten dat zijn gezondheid impact zou hebben op zijn bedrijf. Dat het zo snel en zo hard zou gaan had hem verbaasd en zelfs verbitterd.

Charlie Hopkins werd verlaten en verraden. Zijn jockeys en trainers gingen hun carrière elders zoeken, kopers plaatsten plots lagere biedingen op zijn paarden.

Hopkins was en bleef een trots man, maar zonder jockeys om zijn paarden uit te brengen of stalknechten om ze te verzorgen, raakte hij snel in de problemen. Ook zijn rekeningen van het ziekenhuis moesten betaald worden en al snel was hij genoodzaakt om zijn paarden te beginnen verkopen.
Toch was Charlie er nog en liepen er nog steeds paarden op zijn erf. Hij moest vechten om de eindjes aan elkaar te knopen, maar hij hield zich staande.

Na maandenlange wanhoop, was er uit onverwachte hoek plots hulp gekomen. Toen die hulp kwam, had Charlie alle verkoop stilgelegd en zich vol goede moed op zijn nieuwe kans gestort.

***

Een alarm klonk door het kleine huis op het erf. Sarah duwde vermoeid haar wekker af. Geeuwend kwam ze uit haar bed. Het werd overdag bloedheet in Californië, dus was ze genoodzaakt om in de zomer telkens vroeg te starten. Aan de warmte was ze ondertussen gewend, maar zo vroeg opstaan bleef haar lastig.

In de badkamer staarde ze uit het oude en gebarsten raam, naar de zonsopgang. Een zicht dat niemand ooit kon vervelen. Ze duwde haar blonde haren in een slordig staartje en ging naar beneden. In de keuken gaf Charlie Hopkins haar een bord aan. Ze glimlachte haar grootvader toe terwijl ze haar toast begon op te eten.

Ze wist dat haar grootvader niet meer sliep, drie jaar na zijn diagnose had de man veel pijn. Te veel pijn om te slapen, wist Sarah. Charlie was echter een trots man en deed alsof er niks aan de hand was. Hij leefde inmiddels langer dan dokters voorspeld hadden en dat was voor hem het bewijs dat dokters niks wisten. Charlie keek toe hoe Sarah haar toast op at.

Riding for hope DUTCHWhere stories live. Discover now