Hoofdstuk 16

104 12 11
                                    

Hij liep traag de trap op en klopte op de deur, waarachter zich een slaapkamer bevond, die ooit de zijne was geweest.
"Ga weg!" bromde Sarah aan de andere kant van de deur. Zachtjes duwde Joey de deur open. Sarah lag op een bolletje, met haar rug naar hem, rond haar hoofdkussen gerold. Joey zuchtte nogmaals en deed de deur zachtjes weer dicht. 

Zonder op te kijken wist Sarah dat het Joey was die haar kamer binnen kwam. Hij ging op het uiteinde van haar bed zitten en nam eerst even de kamer in zich op. Die zag er vreemd genoeg niet zo heel anders uit dan vroeger. De foto's die hij van de muren had gehaald, waren nauwelijks door nieuwe vervangen. Aan het hoofdeinde hing nog steeds een grote foto van Yet, Charlie's favoriete hengst. Het paard had voor Joey ook veel betekend, maar Sarah had hem nooit gekend. 

"Tyler is nooit bepaald de meest tactvolle geweest", zei hij toen hij vond dat hij lang genoeg gewacht had om te spreken. Sarah snoof luid in haar hoofdkussen en Joey grinnikte. "Ik neem aan dat hij er vanuit ging dat je zo taai bent als je jezelf voordoet."
Nu draaide Sarah zich fronsend in zijn richting. "Ik bedoel dat het soms lijkt alsof niks in de wereld je hart zal raken", ging Joey snel verder en hij schoof zich een beetje dichter naar Sarah toe. "Het heeft bij mij ook drie jaar geduurd voor ik doorhad dat je niet zo hard bent als je lijkt." Sarahs ogen werden zachter, maar haar frons bleef even diep. Joey schoof zich nog een beetje dichter. "Ik snap dat je bang bent, Sarah, maar ik ben niet zeker dat dat de enige reden is."

"Natuurlijk ben ik bang. Weet je hoe dikwijls ik dat moment al opnieuw beleefd heb?" Joey boog zijn hoofd.

Hij was er een keer bij geweest toen Sarah in volle paniek was wakker geschoten. Hij had het dienblad, met haar avondeten, bijna uit zijn handen laten vallen en was op haar bed gaan zitten op haar te kalmeren. Ze had haar handen paniekerig tegen haar oren geduwd, om het gedreun niet te hoeven horen.  Met haar benen had ze de lakens van haar afgeschopt, terwijl ze paniekerig rond zich keek in een poging om de aanstormende paarden te vinden. Zodra ze besefte dat ze in haar bed lag en de zoveelste nachtmerrie had over het ongeluk, had ze zich snikkend weer in het bed laten vallen.  Ze had meteen een kreet van pijn  moeten onderdrukken. Door dat ze steeds wakker sprong vol adrenaline, overzette ze elke keer haar gekneusde ribben. Joey slikte moeilijk toen hij aan dat moment terug dacht. 

"Je opa wil die hengst zien lopen, Sarah. De vraag is of dat met jou gaat zijn." Hij zag haar ogen weer harder worden en nam haar hand vast. "Sarah, Charlie gaat achteruit, dat weet je net zo goed als ik." Hij zag haar ogen vochtig worden.

"Wat heeft dat hiermee te maken?" antwoordde ze nors, maar ze trok haar hand niet weg. Joey schudde zijn hoofd.
"Ik vraag me gewoon af of je alles uitstelt omdat je bang bent voor de renbaan, of omdat je denkt dat je grootvader op pure wil de dood zal uitstellen." Sarah slikte en Joey vervolgde: "Jij en ik weten allebei dat je altijd bang bent geweest van de renbaan." Ze draaide zich naar hem toe en antwoordde, zachter dan ze wou.

"Ik ben wel nooit eerder onder de paarden beland."

"Nee," gaf Joey toe "Maar ik zag je voor elke race wit trekken van angst. Jouw trots heeft je nooit doen opgeven. Ondanks je angst deed je altijd gewoon je ding. Ik heb ook getwijfeld of je nog terug op de renbaan zou verschijnen toen ik je na die valpartij zag, maar toen herinnerde ik mezelf aan alle dingen die je hebt doorstaan om hier te geraken. Je bent zo veel sterker dan eender wie ik ken. Sterker dan je zelf denkt! Ik ken geen enkele jockey die na enkele maanden training op de renbaan verscheen. Ik ken niemand die de jonge zwarte hengst zou kunnen aanpakken zoals jij dat deed. Ik ken niemand die zo hard op Charlie Hopkins lijkt als jij en ik ken Charlie beter dan wie dan ook. Charlie geeft nooit op en ik denk dat jij dat ook niet doet."

De traan die in haar oog was opgeweld, liep nu over haar wang. Joey ving die op met zijn wijsvinger. 

"Het is oké dat je bang bent, Sarah. Meer nog, moest je dat niet zijn, zou ik terug naar het ziekenhuis gaan om hersenschade te laten vaststellen." Sarah giechelde nu even en liet zo nog een paar tranen ontsnappen, die ze snel uit haar gezicht wreef.

"Oké", zei ze dan, met iets meer zekerheid. "Dan zullen we maar meteen beginnen zeker?" Joey grinnikte, niks met deze meid verliep zoals hij dat verwachte. "Bedankt, Joey", zei ze nu wat zachter. "Je hebt gelijk, misschien hoopte ik wel dat opa zou leven tot hij Black Diamond ziet rennen. In plaats van het uit te stellen moet ik zorgen dat hij het nog kan meemaken", zei ze nu, met haar vertrouwde vastberadenheid.

Joey lachte haar flauwtjes toe. Het idee om Charlie te verliezen viel hem ook zwaar en hij vroeg zich plots af wat de oude man ervan zou vinden dat zijn aangenomen zoon allerlei vreemde gevoelens kreeg voor zijn kleindochter. Hij werd zich plots heel bewust van Sarahs hand in de zijne en liet die vlug los. 

"Goed!" zei hij een beetje opgelaten en Sarah glimlachte.
"Ik weet dat je hem graag ziet, Joey. Het is niet eerlijk dat je mij steeds moet opbeuren", zei ze en hij haalde schijnbaar onverschillig zijn schouders op. Sarah schoof naar hem toe en Joey keek haar nu met een vleugje angst aan.

Ze negeerde zijn blik en sloeg haar armen om zijn hals. Met haar rechterarm wreef ze over zijn rug.

"Het spijt me", fluisterde ze in zijn oor. Joey, die nauwelijks geloofde wat er gebeurde, trok haar stevig in zijn armen. "Jij kent hem langer dan ik. Ik weet dat je er zal zijn voor mij en ik wil er ook zijn voor jou, Joey", ging ze verder en Joey werd overspoeld met tegenstrijdige emoties. "Ik weet dat ik moeilijk kan zijn, maar ik ga echt mijn best doen", besloot ze, terwijl ze aan haar grootvader dacht, die haar talloze keren gezegd had om Joey in vertrouwen te nemen.

Ze voelde Joey's handen trillen op haar rug en sloot hem steviger in haar armen. Licht snikkend liet Joey zijn hoofd tegen het hare rusten. Zo bleven ze even zitten, pas als het verdriet over het nakende verlies weg ebte lieten ze elkaar opgelaten los. Sarah schraapte haar keel terwijl ze haar tranen wegveegde.

"Wel", zei ze, met een blik op Joey, die ook met de rug van zijn hand over zijn gezicht wreef. "Aan het werk dan maar zeker?" Joey sloeg grinnikend zijn blik neer. Hij was zeker dat ze net zo gegeneerd was als hij en toch voelde hij zich tegelijk plots vreselijk comfortabel.

Charlie en Tyler vroegen niet wat er op Sarah's kamer gezegd was. Ze besloten gewoon rustig verder te gaan. Sarah was Joey naar beneden gevolgd en was recht naar de stallen gelopen. Daar had ze eerst Chex opgezadeld, Joey vroeg Tyler om Starrider op te zadelen terwijl hij Sarah een zetje gaf. Hij begeleidde de witte merrie naar de renbaan. Sarah was nerveus en gespannen, maar vastberaden. De gepensioneerde merrie maakte zich niet druk in Sarah's zenuwen. Ze liep met een stevige tred de renbaan op. Rustig reed Sarah de merrie warm en ze voelde haar schouders stilaan ontspannen. Deze rustige merrie en de lege renbaan waren nauwelijks reden tot angst, besefte ze.

Ze zag uit haar ooghoek hoe Tyler Starrider longeerde om die op te warmen. Het grote veulen sjokte log in het rond en Sarah haalde diep adem, zelfs die jaarling was niks om bang voor te zijn, wist ze. Ze moest er gewoon weer wat in komen. Ze galoppeerde met de witte merrie de baan rond. De eerste passen was ze zich heel bewust van iedere beweging die het paard maakte. Het geluid van de hoeven op het zand zinderde lang na in haar oren, maar na de eerste honderd meter ontspande ze. Joey had gelijk gehad, ze was hier gewoon goed in. Ze was er goed in omdat de snelheid op zich haar plezierde. Iets later stapte ze op het grote rode veulen en reed rustig de baan rond. De jonge hengst scheen nog minder geïnteresseerd dan Chex om te rennen en Sarah spoorde hem aan met haar zweep. Het paard versnelde nauwelijks, maar Sarah grijnsde breed. Haar angst was voor niks nodig geweest.

Riding for hope DUTCHWhere stories live. Discover now