Hoofdstuk 21

110 10 4
                                    

De volgende morgen wou Charlie de jonge hengst zien rennen. Tyler bracht hem in zijn rolstoel naar de trainingsbaan. Hij parkeerde hem op de exacte plaats waar hij weken eerder in de ambulance was geholpen. Hij keek over de kale trainingsbaan. Zelfs hier waren de bermen weer gemaaid. De reling was weer witgeschilderd, waar die voorheen op vele plaatsen roest was geweest.

Hij kneep zijn ogen wat toe en tuurde naar de achterzijde van de renbaan, waar de afsluiting weer zichtbaar was. De voorbijgaande jaren had de afscheiding tussen zijn grond en het achterliggende bos overgroeid geweest door bramen.

De oude man was dik ingepakt met meerdere jassen, muts en sjaal. Zijn adem bleef in wolkjes voor zich hangen. Hij was vatbaarder voor de koude dan hij ooit geweest was. Zijn huid hing inmiddels los om zijn beenderen. Spieren en vet om hem warm te houden had hij al tijden niet meer. Joey hielp Sarah op de grote hengst, die in de laatste weken enorm gegroeid was.

Charlie hapte naar adem terwijl het paard de baan opstapte.
"Hij is enkel mooier geworden", fluisterde hij ademloos en Tyler grinnikte. Het was een zachte morgen en de zon deed de jonge hengst blinken. Zelfs in zijn lange wintervacht was het veulen niet dof.

Zijn tred was stevig en zelfzeker. Zijn kleine hoofd hield hij trots hoog in de lucht. Charlie genoot van iedere stap die hij het dier zag zetten, van de golvende spieren in zijn schouder en het wapperen van zijn korte staart. Sarah warmde het gewillige dier op en liet hem dan voluit over de baan rennen.

De drie mannen keken vol ontzag toe hoe de jong hengst de baan verslond. Zijn hoeven klauwden ongedadig in de zachte bodem. Geen paard had ooit zo snel gelopen als deze Black Diamond, daar was Charlie Hopkins plots heel zeker van. Bovenop het jonge dier was ook Sarah Hopkins zeker dat dit dier een echt renpaard was.

De wind sneed in haar gezicht en ze kon de baan nauwelijks zien door haar waterige ogen. De kracht die het paard met iedere sprong voortbracht was onbeschrijfelijk. Op dit dier was ze onoverwinnelijk. De hengst had een sterk karakter en zij had zijn volle vertrouwen gewonnen stap voor stap en na maanden van geduld. Hier was haar beloning, ze had nu de volle overgave van dit geweldige en waanzinnig snelle paard.

Ze hield het paard weer in en galoppeerde hem soepel naar haar grootvader. Charlie beantwoorde haar brede grijns door ademloos met zijn hoofd te schudden.

"Hij is ongelooflijk", bracht hij uit. Sarah sprong van het paard en gaf hem klopje in zijn natte hals alvorens ze de teugel aan Tyler overhandigde.

Terwijl Tyler het dier ging droog stappen en verzorgen, ging Sarah naast haar grootvader zitten.

"We wisten dat hij goed zou zijn."

"Dit had niemand kunnen voorspellen. Hij is een fenomeen."

"En hij is bijna klaar", grijnsde Sarah terug. Ze keek in haar grootvaders grijsblauwe ogen en was blij dat die blonken van vreugde en opgetogenheid. "Nog even, opa. Nog even en Jim en alle anderen zullen zich beklagen dat ze Charlie Hopkins de rug toe keerden!" beloofde Sarah hem plechtig, terwijl ze de rolstoel vastnam en die richting het huis begon te duwen.

"En nog veel meer dat ze Sarah Hopkins onderschat hebben!" antwoordde de oude man met een krakende stem.

"Komend voorjaar zal hij rennen en hij zal alles en iedereen verslaan. Hij zal dan toch nog zijn eigen naam maken", grinnikte Sarah, maar Charlie zuchtte vermoeid. Sarah liet haar dunne wenkbrauwen vragend zakken.

Toen haar grootvader zijn zucht niet verklaarde vroeg ze hem wat er scheelde. Ze reed hem ondertussen het huis binnen, waar warmte hen weer omhulde en Charlie dankbaar over zijn armen wreef.

"Ik zal het niet meer zien, Sarah." Voor Sarah hem kon onderbreken ging hij met verheven stem verder. "Dat is niet erg. Ik weet na vandaag immers wat onze jongen zal doen."

Sarah wou hem vertellen dat hij het wel zou meemaken, maar ze had zelf ook wel gemerkt dat zijn huid vergrijsde en zijn haar verdunde. Hij had mee van het kerstmaal gegeten, maar hij had niet alles kunnen binnen houden. Zonder eten kon de man onmogelijk de lente halen. De oude man had al zo dapper gevochten dat ze niet meer van hem kon vragen.

Ze trok zijn tweede jas uit en haalde de kop warme chocomelk uit de magnetron. Charlie warmde zijn handen aan de dampende kop. Sarah ging voor hem zitten en slikte moeilijk. Ze knikte zachtjes en een zwakke glimlach bekroop Charlie's gebarsten lippen. Eindelijk had ze aanvaard dat hij zou sterven. Dat hij alles gekregen had wat hij wou en dat hij er vrede mee nam.

Even bleven ze zwijgend zitten tot Charlie de stilte doorbrak om haar te vragen hoe haar menu voor oudejaarsavond eruit zag. Sarah lachte haar spanning weg. Een traan glipte over haar wangen. Ze wist best dat het menu weinig spannends was voor de oude en verzwakte man. Hij zou er nauwelijks van kunnen eten. Sarah veegde snel de traan van haar wang en haalde haar schouders op.

"Tyler gaat zijn ouders opzoeken, dus we zijn met ons drieën. Ik wou gewoon pompoensoep maken en dan een gebraad met gekarameliseerd witloof." Charlie knikte goedkeurend. Hij was altijd gek geweest op Sarah's witloof.

"Hoelang is Tyler weg?"

"Hij vertrekt morgen en komt op de tweede terug." Wederom knikte Charlie.

"Dat is goed. Het is een goede jongen die Tyler."

Sarah knikte instemmend, ook al had ze in het begin niets moeten weten van de immer charmante man. Ze moest dan ook toegeven dat ze zelf  niet de meest aangename persoon geweest was. Haar bittere wantrouwen in haar omgeving had haar gevormd tot een persoon die ze zelf niet wilde zijn. Haar nieuwe omgeving en de jonge zwarte hengst niet in het minst, hadden haar daar op gewezen.

Langzaam was ze teruggekeerd naar de persoon die ze wél wilde zijn. Haar blik gleed naar het keukenraam. Ze zag Joey en Tyler naar het huis komen. Ze liet haar blik even op Joey hangen. Trouwe, lieve Joey. De jongen die er altijd was geweest voor haar grootvader, maar ook voor haar besefte ze nu. De laatste tijd had Joey weer wat afstand van haar genomen en dat leek Sarah maar best.

Ze wou vrienden zijn met Joey, maar het gekriebel in haar buik joeg haar angst aan.

"Ja, Charlie", zei Tyler breed grijnzend toen hij de kleine keuken binnen stapte. "Waar ga je die jongen klasseren?" Charlie grinnikte en hoeste. Hij nam een grote slok koel water en keek Tyler dan serieus aan.

"Ik klasseer hem bij de allergrootsten! Hij en Sarah samen gaan de wereld wat laten zien."

Riding for hope DUTCHWhere stories live. Discover now