Hoofdstuk 17

109 12 9
                                    

In de daarop volgende dagen trainde Sarah verder met Starrider, tot groot genoegen van haar grootvader.

"Ze rijdt nog niet op de renbaan, Charlie!" waarschuwde Joey hem. De oude man schudde grinnikend zijn hoofd.

"Ken je haar nu nog niet?" Sarah was koppig en trots, net als haar grootvader. Eens ze haar zinnen ergens op zette, maakte ze dat af. In dit geval had ze haar grootvader beloofd dat de jonge zwarte hengst op de renbaan zou verschijnen. Dat ze Jim Sawyer een lesje zouden leren. Het oude gezicht van Charlie Hopkins was helemaal opgeklaard toen Sarah hem dat plechtig beloofd had. Nu keek hij door het keukenraam toe hoe Sarah de jonge hengst over de lange oprit leidde.

"Wat doet ze toch met die jonge hengst?" vroeg hij en Joey schudde zijn hoofd.

"Elke dag gaat ze een stukje met hem wandelen. Ze zoekt kleine confrontaties op om zijn vertrouwen in haar te doen groeien", antwoordde hij "Ik snap het niet helemaal, maar ze denkt op deze manier dat hij met haar mee wil werken in plaats van tegen haar."

Charlie knikte: "Als iemand weet hoe je moet omgaan met een sterke persoonlijkheid, die geen vertrouwen heeft in de omgeving, is het Sarah wel." Joey trok veelzeggend zijn wenkbrauwen omhoog. Naast hem wendde Charlie zijn blik nu naar hem toe. "Jij bent met haar wel ver gekomen", stelde hij en Joey schuifelde een beetje ongemakkelijk.

"Sinds Black Diamond hier is, is Sarah -- " hij pauzeerde even en vervolgde dan: "-- zachter." Charlie knikte.

"Hoe meer ze met hem werkt, hoe meer ze beseft dat ze zelf ook mensen hun handen verbrand. Ook van mensen die geen slechte bedoelingen hebben." Joey keek toe hoe Sarah de jonge hengst geruststelde en een stukje de baan op liep.

In stilte keken de twee mannen toe hoe het paard gespannen naar het voorbijgaande verkeer keek. Stilaan, zakte zijn hoofd en staart en liet het jonge dier zich leiden. Joey glimlachte, dit had hen een onmogelijke opdracht geleken en Sarah kreeg het voor elkaar. Hij werd uit zijn gedachten opgeschrikt door een hoestende Charlie. Hij hielp de oude man in zijn zetel en gaf hem een glas water.

"Joey, jongen. Ik hoop dat ik het zelf ook te zien krijg." Joey knielde naast hem neer.

"Je moet wel, Charlie. Je moet wel van Sarah!" Charlie grinnikte.

"Ik ben blij dat jullie het beter met elkaar kunnen vinden, Joe. Je bent een goede jongen voor haar." Joey keek hem geschrokken aan en zocht wanhopig naar een zinnig antwoord, maar de oude man lachte. "Geen zorgen, Joey. Ik stel geen verwachtingen, maar hoe mooi zou het zijn. Mijn twee favoriete mensen in de hele wereld."

"Nu word je wel heel melig, oude man", grijnsde Joey hoofdschuddend.

"Dat is net omdat ik oud ben, Joe. Ik ben op." Joey fronste nu.

"Jou kennende houd je het nog wel even vol", zei hij en hij nam het hand van de oude man vast. "Sarah kan nog niet zonder jou."

"En jij?" Joey keek de oude man vragend aan. "Sarah is mijn kleindochter, dat is waar. Jij, Joey, jij bent mijn pleegzoon. Je bent al twintig jaar aan mijn zijde." Een traan vormde zich nu in Joey's linker oog en hij wendde zijn blik af.

"Dat is het leven, Charlie", zei hij zo onverschillig mogelijk en Charlie nam zijn hand steviger vast.

"Dat is zo", zei hij alleen maar en Joey voelde de krop in zijn keel groeien. "Je moet sterk zijn, Joey. Verlies jezelf niet in een poging om Sarah te helpen. Hoor je me? Erken je eigen pijn, je hebt er net zoveel recht op!"

Nu liet Joey zijn ingehouden adem ontsnappen: "Je bent er toch nog?" Hij wou niet nadenken over de dag dat Charlie er niet meer was. Over wat die dag met zich zou meebrengen. Hij wist dat de man gelijk had. Zelfs na twintig jaar was Charlie de man die hem in huis gehaald had, niet zijn grootvader zoals bij Sarah wel het geval was.

Riding for hope DUTCHWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu