Hoofdstuk 23

89 10 6
                                    

“Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één, Gelukkig Nieuwjaar!” Sarah schreeuwde mee met de televisie en omhelsde haar grootvader. Ze gaf hem drie luide smakken en Charlie lachte haar toe. Dan schudde hij Joey’s hand.

“Je hebt het gehaald, Charlie!” grapte hij en dan draaide hij zich zo nonchalant mogelijk naar Sarah toe.

De hand die hij zonet naar Charlie had uitgestoken legde hij nu op Sarah's smalle taille terwijl hij zijn lippen tegen haar wang zette. De spanning en opwinding gierde door zijn lichaam, maar hij weerstond de drang om haar dichter naar zich toe te trekken. Hij keek haar wel even in de ogen. Ook Sarah voelde kriebels door haar hele lijf. Ze hield zijn blik even aan en draaide zich dan ongemakkelijk weg. Wat had die man plots controle over haar. Charlie schudde zwijgend zijn hoofd.

"In moet maar eens gaan slapen", verkondigde de oude met een onderdrukte geeuw. Hij onderbrak de wisselende blikken tussen de jonge mensen niet graag, maar zijn lichaam en geest waren doodop. Sarah en Joey hielpen de oude man in het ziekenbed, dat sinds een week in de woonkamer stond. Sarah gaf hem een kus op zijn wang voor ze zelf de trap op liep.

Joey, die bij het eten wel wat glazen wijn gedronken had, zou in Charlie's oude slaapkamer overnachten. Klinken op het nieuwe jaar leek Sarah zinloos bij een slapende Charlie en Joey ging daar snel mee akkoord. Een deel van hem wou met haar klinken, met haar alleen zijn. Voor het grootste deel was hij bang, van afwijzing of iets anders dat was hem niet duidelijk.

Hij wenste haar snel een goede nacht en glipte Charlie's oude slaapkamer in. Zijn alcohol bedwelmde geest viel makkelijk in slaap. Ook Sarah werd snel in een dromenloze slaap getrokken.

De volgende ochtend werd Sarah wakker met een vleugje opgewektheid. Haar grootvader had het nieuwe jaar gehaald en na de ongelooflijke pech ze met Inyanga, de fantastische kleine merrie die hij gefokt had, hadden gehad, kwam nu een nieuwe kans. Black Diamond mocht dan wel een enorme gelukstreffer zijn in de zin dat niemand verwacht had dat de hengst zo snel zo zijn.

Niemand anders dan Charlie Hopkins had het dier ook een kans gegeven. Mensen zouden na afloop alleen maar kunnen zeggen dat niemand anders dit paard zo groots had kunnen maken. Ze sloop de trap af en stak haar hoofd even binnen in de woonkamer. Ze zag dat haar opa inderdaad nog sliep en ging naar de keuken om koffie te zetten, verzonken in haar gedachten.

Nog voor de hengst aan de wereld getoond zou worden zouden ze Inyanga door hem laten dekken. Hun veulen kon immers niet anders dan het ultieme renpaard worden. De fok met Black Diamond zouden ze voorbehouden voor de weinigen die Charlie niet verraden hadden. 'Wie laatst lacht, best lacht' dacht ze, terwijl ze met een glimlach op haar lippen en twee koppen koffie in de woonkamer liep.

Ze zette de koffie op het tafeltje naast Charlie's bed neer. Een rimpel trok tussen haar wenkbrauwen.
"Opa?" Charlie werd al jaren wakker bij het minste geluid, nu ze hem bekeek zag ze dat zijn huid nog grauwer was dan voordien. Zijn oogleden waren licht blauw en roze verkleurd. Paniek sloeg Sarah om het hart.

"Opa!" herhaalde ze luider, terwijl ze zijn hand vastnam. De koude van zijn huid deed tranen in haar ogen springen.
"Nee. Alstublieft. Nog niet. Opa!" Ze schudde tevergeefs aan zijn schouders en liet een schreeuwend gehuil aan haar lippen ontsnappen. Het gelukzalige gevoel van even eerder had haar volledig verlaten en het grote contrast aan emotie deed haar door haar knieën zakken.

Haar verdraaide kreet wekte Joey, die meteen wist wat er aan de hand was. Toch wilde hij het niet geloven, met grote passen spurtte hij in zijn boxershort de trap af. Hij zag een huilende Sarah op de grond zitten. Ze wiegde zichzelf in een poging troost te vinden. Joey liep naar Charlie's bed.

Daar lag hij, de man die alles voor hem betekende, de belangrijkste persoon in zijn hele leven. Hoewel hij geweten had dat Charlie niet lang meer had gehad, had hij nu hetzelfde gevoel als Sarah: Nog niet, het is te vroeg. Het zou altijd te vroeg zijn besefte hij, terwijl hij zich naast Sarah op de grond liet zakken.

Ze leunde zich snikkend tegen hem aan en hij sloeg zijn arm rond haar, terwijl hij geen enkele moeite deed om zijn eigen tranen te bedwingen. Hoewel Sarah nu tegen zijn ontblote borstkas lag, had geen van beide een aangename kriebel, ze werden geen van beiden spanning gewaar. Er was alleen maar de ijskoude pijn die een beetje verzachtte bij de warmte van hun omhelzing.

Minuten passeerden of waren het uren geen van beiden had het kunnen zeggen, maar toen Joey zich uiteindelijk bewust werd van de koude op zijn blote lichaam zei hij: "We moeten het ziekenhuis bellen." Sarah knikte, ze kon niet spreken. Haar lichaam was leeg van energie en haar hoofd leeg van woorden.
"Ik zal wel bellen", verkondigde Joey en wederom knikte Sarah. Toen wat later Charlie's lichaam werd opgehaald verstopte Sarah zich in haar slaapkamer. Ze hoefde niet te zien hoe zijn lichaam voorgoed aan het zonlicht werd onttrokken door een zwarte zak.

Joey ging de paarden eten geven en liet zich daarna in de woonkamer op een stoel vallen. Onwezenlijk was het verlies van Charlie Hopkins. Joey ging die avond niet naar huis. Hij wilde Sarah niet alleen laten, hij wilde zelf niet alleen zijn. Ook al sprak geen van beiden, het was een soort troost om te weten dat ze beide verloren waren in hun verdriet.

Op twee januari kwam Tyler vrolijk het erf opgereden. Hij was lang niet meer thuis geweest en had genoten van een week tijd met zijn familie, hij was echter verbazend opgetogen om weer terug op het erf te zijn. Het lag er stilletjes bij. De paarden stonden allemaal binnen en hij vond Joey noch Sarah in de stallen. Hij liep afwachtend naar het huis. Met een blik op het lege ziekenhuisbed in de woonkamer kreeg Tyler al een slecht voorgevoel. In de keuken vond hij zijn teneergeslagen vrienden. Zonder een woord te zeggen liet hij zich bedeesd op een stoel zakken.

Riding for hope DUTCHWhere stories live. Discover now