Wat als ik denk dat 'als' niet bestaat?

8 0 0
                                    


Als ik de uren zou kunnen tellen, zouden ze dan opgeteld leiden tot een betekenisvol getal, of zouden ze zich verliezen in de oneindigheid van nutteloze momenten? Het tikken van de klok is de voetstappen van een fantoom, rondjes lopend in de tuin van mijn verbeelding. Voor elk getikt uur, is er een niet-getikt uur, een kans voor een andere werkelijkheid, ergens in een parallel universum waar de keuzes die ik niet maakte tot volledige levens zijn uitgebloeid.

Als ik mezelf van een afstand zou zien, als een passant in mijn eigen levensverhaal, zou ik dan sympathie hebben met die eenzame figuur? Zou ik mijn hand uitsteken om haar aan te raken, alleen maar om te ontdekken dat zij niets meer is dan lucht en mist, een gedachte die nooit volledig is gevormd? Net als de rook die opstijgt van een uitgedoofde kaars, ben ik een vorm die heel even bestaat voordat ik me meng met de onpeilbare lucht van het niet-zijn.

Als een woord zou kunnen omvatten wat het betekent om te 'zijn', wat zou dat woord dan zijn? Het kan niet 'ik' zijn, want dat is al een illusie, een etiket geplakt op een verzameling van veranderlijke cellen en gedachten. Het kan niet 'nu' zijn, want dat is slechts een vluchtig moment tussen het verleden en de toekomst. Misschien is het woord wel 'als', een voorwaardelijkheid die alle mogelijke en onmogelijke toestanden in zich draagt.

Als ik de tijd kon keren, zou ik dan de rivier van het leven anders laten stromen? Zou ik tegen de stroom in zwemmen, gedreven door het illusoire licht van het verleden, of zou ik me laten meeslepen door de onvermijdelijke stroom van het heden? De rivier kent geen spijt; het water stroomt, onaangedaan door de rotsen en takken die het tegenkomt. Het is de mens die blijft hangen, die zich afvraagt: wat als?

En als de zon ondergaat op dit leven dat ik heb gekend—of denk te kennen—wat dan? Zal het een glorieuze ondergang zijn, gekleurd door de vurige tinten van voldoening en acceptatie, of zal het verdwijnen in de grijstinten van spijt en onvervulde dromen? In het halflicht van dit besef begrijp ik dat beide waar zijn en beide niet waar zijn. Want in de schemering van mijn bestaan zijn voldoening en spijt slechts de twee zijden van dezelfde medaille, een muntstuk dat ik eindeloos opwerp in de lege put van het universum, hopend op een antwoord dat nooit komt.

Hier, in de labyrinthische corridors van het zelf, waar spiegels reflecteren wat misschien nooit is geweest en wat misschien altijd is geweest, daar stel ik de ultieme vraag: wat als 'als' niet bestaat? Wat als de veelheid van paden die voor me uitstrekt, niet meer is dan een hallucinatie, een koortsdroom in het sterfbed van de kosmos? Wat als alles en niets één zijn, een singulariteit van eindeloze mogelijkheden en onmogelijkheden?

Onthoud mijn liefde als je mij vergeetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu