Adam en Eva, maar vooral Eva

8 0 0
                                    


Ik kan niet begrijpen hoe we onze knieën buigen voor een God die dreigt met een hel, terwijl we reeds in één leven. Is dit niet de ultieme absurditeit? Het leven houdt ons bezig om ons de leegte te doen vergeten; de dood dient om ons deze vergetelheid te herinneren. En dan de hel? Een fabel, een farce. We zijn onze eigen inferno, een labyrint van ongelukkigheid dat zichzelf oneindig reproduceert. Het idee van een hel van vuur en duivels lijkt dan kinderlijk, een goedkoop decorstuk in het theater van menselijke ellende.

Zou ik Eva verachten voor het eten van die verdoemde appel? Of was haar 'overtreding' misschien een onvermijdelijke daad van verlangen? Het verlangen naar seks met Adam. Als de religieuze teksten te geloven zijn, wist God reeds dat mannen ons zouden schaden. Misschien is dit aardse bestaan onze straf, een voortzetting van de vergissing in het Paradijs. En wij, de dochters van Eva, lijken niets geleerd te hebben.

Het opsnuiven van zijn geur is een terugkerende dwang in mijn dagelijks leven. Zijn afwezigheid, daarentegen, wordt een ritueel dat mij vult met een verdriet dat ik als wijn drink. Hij is het water waarin ik verdrink, en God, vermoedelijk, bereidt een andere straf voor mij. Mijn 'zondigheid' betreft seks buiten het huwelijk; na elke zucht, elke zaadcel die achteloos op mijn huid rust, vraag ik me af of het eeuwige vuur de prijs waard is voor deze momenten van aardse hel. Misschien wel, misschien moet ik boeten voor mijn vergissingen. Wie bedrijft er immers liefde met een man die niet meer kan huilen?

Wellicht is zelfdestructie mijn ultieme creatie, een laatste daad die mijn onbestaanbaarheid bezegelt. Er zal geen bewijs zijn van mijn verblijf in deze zinloze ruimte, geen voetafdruk in het stof van het universum.

Het schrijven dient als een poging om mijn vergankelijkheid te confronteren, een wanhopige strijd tegen het vacuum van vergetelheid. Mijn heilige schrift zal geen parabels kennen, geen hellevuren of hemelse koren; alleen de harde korst van een realiteit die verder reikt dan religieuze verbeelding. Hierin zal de essentie liggen, niet van een God buiten ons, maar van de goddelijkheid en de verdoemenis die we in onszelf dragen.

Onthoud mijn liefde als je mij vergeetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu