Hoofdstuk 7

2.6K 195 2
                                    

POV Abby
Lilly had gelijk toen ze zei dat de bedden hier zacht waren. Ze waren zacht. Veel beter dan de rotsgrond waar ik vaak op sliep. De man die gister hier was stond nog steeds voor mijn cel, maar hij viel zowat in slaap dus ik denk dat hij zo afgewisseld word. Ugh ik verveel me hier echt. Er kwam een andere man aangelopen, en die ging voor mijn cel staan. De man die er al de hele nacht stond strompelde weg. 'Zeg, blijven jullie bij elke gevangene de hele tijd de wacht houden?' Vroeg ik. De man keek me vreemd aan. Nou, dan niet. Hij bleef me maar verbaasd aan staren. 'Wat? Heb ik iets van je aan ofzo' snauwde ik. De man schudde zijn hoofd 'nee... Er is een vloeistof in deze cel die er voor zorgt dat wolven voor drie dagen lang achter elkaar slapen. Jij slaapt zag maar helemaal niet' mompelde hij. Ik haalde mijn schouders op 'dan werkt het waarschijnlijk niet'. 'Het werkt wel. Bij alle Rouge's. Maar het is zo ontworpen dat roedel wolven er geen last van hebben'. Oke, nu was mijn aandacht wel gewekt. 'Wat?' 'Ben jij een roedel wolf?' 'Nee. Niet meer'. Hij keek me met een raar gezocht aan. 'Maar je bent een Rouge... Dat spul moet alle verstoten wolven in slaap brengen...' 'Dan ligt daar je probleem. Ik ben niet verstoten' 'ja, sure. En ik ben Superman. Je bent een Rouge, Rouge's zijn verstoten'. 'Nou, deze voor je neus hier niet. Die is een Rouge geworden doordat haar hele roedel is uitgemoord, en zei de enige overlevende was'. Sukkel. Weten die roedels nou nog niet dat niet alle Rouge's verstoten zijn? Blijkbaar niet nee. Maar we moeten hier weg, als The Legend Wolfs in de buurt is, zullen ze ons maar al te graag willen vermoorden. Jij bent de enige die tot nu toe een aanval van hen heeft overleefd, of die niet gevangen is genomen. Verrek, dat is waar ook. Ik stond op en begon te ijsberen. Ik moest hier zo snel mogelijk weg.

POV Caine
Samen met mijn vader moest ik bezoek bij verschillende roedels. Mijn vader was de Beta, en ik zou na hem de Beta worden. Al generaties lang waren de Alpha familie en Beta familie van de Snow Wolfs goed bevriend, en daardoor was het niet alleen de Alpha die elke keer zijn rol doorgaf aan zijn zoon, maar deed de Beta dat ook. En om me voor te bereiden moest ik wel eens met hem mee. Net zoals deze drie dagen lange reis. Vandaag gingen we weer twijg naar de roedel. Eindelijk. We zaten in de auto en ik staarde chagrijnig naar buiten terwijl mijn vader vrolijk over weet ik veel wat aanhef praten was. Ik zuchtte toen hij weer bij het volgende onderwerp aan kwam. Mate's. 'Je moet weten, dat een mate je wederhelft is. Wijs haar nooit af, tenzij het een Rouge is, die zijn niet te vertrouwen. Maar jouw mate zal geen Rouge zijn, je bent de zoon van de Beta. Maar je bent al bijna negentien, dus de kans word steeds sneller dat je je mate vind. Ik hoop voor je dat je haar vind. Ik weet nog toen ik je moeder vond...' 'Pap, zo is het wel genoeg. Je hebt dat al zo vaak verteld dat ik het hele verhaal in ideële uit mijn hoofd ken. We rijden het territorium weer op, we zijn er bijna. Meld even aan de Alpha dat je er weer bent, oke?'. Mijn vader knikte hoofdschudden en melde vervolgens, althans ik denk dat hij dat deed, dat we er weer waren. We werden opgewacht, en toen mijn vader de auto parkeerde stapten we uit. 'Beta' begroette een van de mannen mijn vader. Mijn vader knikte. 'Kom Caine. We gaan melden wat we hebben gezien en afgesproken'. Ik volde mijn vader met tegenzin. Ik zag een paar meisjes flirterig naar me kijken en ik glimlachte naar hen. Ik zou wel zo'n meisje als mate willen hebben. Mooi, knap, lief, alles in een. Ik grinnikte bij mezelf. Voor het roedel huis, rook ik plots een hele lekkere geur. Volg die geur mompelde Kay, mijn wolf. Nee, ik moet met mijn vader mee naar binnen. Volg die geur! Riep Kay uit. Ik negeerde hem en ging mijn vader achterna naar binnen. Kay vloekte en begon me uit te schelden, maar ik negeerde het. Nadat we verslag uit brachten en vertelde dat er een vreemde, nieuwe, grote roedel was gesignaleerd, en dat er geruchten gingen over een Rouge die de bijnaam The Survivor had, en dat die ook hier ergens in de buurt was, ging ik naar buiten, waar ik die lekkere geur weer rook. O mijn god, wat was die geur lekker. Hij rook naar een frisse boslucht, gemengd met iets zoets... Ik kon het niet plaatsen. Zonder twijfel volgde ik de geur, en tot mijn verbazing leidde hij naar de kerkers. Het zal toch niet...? Ik liep de kerkers in en daalde af, de geur maar volgend. Hij liep een cel in, waar een meisje aan het ijsberen was. Ik keek om me heen, hopend dat het van iemand anders was. Maar het kwam echt van haar. Plots stopte ze met ijsberen, en keek ze op. Recht in mijn ogen. Mate zei Kay.

The Survivor  // ON HOLD  //Where stories live. Discover now