Hoofdstuk 12

2.5K 189 2
                                    

POV Abby
Die Rouge zat me de hele tijd dwars. Ik wist zeker dag ik hem herkende, maar ik kon er maar niet op komen waarvan. Ik schudde mijn kop, en begon een random richting in te rennen. Ik merkte dat ik niet ver van een dorpje vandaan was, en toen ik bijna aan de rand van het bos was veranderde ik. Ik trok de kleding aan die ik om mijn enkel had gebonden en liep het laatste stukje het bos uit, naar het dorp. Daar aangekomen zag ik dat er een herberg was, en ik ging daar naar binnen. Ik vroeg of er een kamer vrij was, en ik kreeg een sleutel. Nu had ik in ieder geval een plek om te kunnen overnachten. Ik liep weer naar buiten en begon een beetje in het dorp rond te kijken. Ik besloot een klein cafeetje in te gaan, wat het enige café was dat ik hier heb gespot, en liep naar binnen. Het café was klein, maar er hing wel een gezellige sfeer. Aan de wanden hingen foto's van wolven, en op krijtborden stonden teksten geschreven, over wolven. Ik liep naar de bar toe, waar een wat oudere vrouw achter stond. 'Kan ik je helpen?' Vroeg ze. 'Mag ik een thee?' Vroeg ik. Dat hebben ze overal wel. Ze knikte 'komt er aan'. Toen ze me de thee gaf, keek ze me nieuwsgierig aan. 'Ik ken je niet. Ben je nieuw hier?' Ik knikte 'soort van. Ik ben op doorreis'. Ze keek me met een waterige glimlach aan 'ik zou niet te lang blijven als ik jou was'. 'Hoezo niet?'. 'De laatste tijd worden we aangevallen. Niemand weet door wat. Er gaan geruchten rond dat het vampiers zijn...' Zei ze zacht, op een geheimzinnige toon. 'Een week geleden is er een familie in een huis aangetroffen, allemaal dood, met twee gaatjes in hun nek. Ze waren de vierde familie die zoiets overkwam. De aanvallen vinden plaats om de twee weken precies, zover ik weet. En daarom, meisje, zou ik niet te lang hier blijven' zei ze. 'En iedereen die hier woont dan?' 'We laten ons niet afschrikken. We wonen hier al generaties, en niemand is van plan om hier weg te gaan'. Ik knikte begrijpend. Plots bedacht ik me iets. Weerwolven en vampiers waren niet echt goede vrienden, op zijn zachte gezegd. Maar toch hadden we afspraken met elkaar. Niemand van ons zou mensen aanvallen en/of vermoorden. Gebeurde dat wel, dan was het toegestaan om die vampier/weerwolf aan te vallen en te vermoorden. Ik kan wel een heel verhaal op gaan zitten hangen, maar het komt er op neer dat ik deze mensen hier kan helpen en de vampiers kan en mág vermoorden. 'Zijn er mensen die die aanvallen onderzoeken?' Vroeg ik. De vrouw knikte 'ja. We hebben een klein politie bureau'. Ik knikte. 'Waarom hangen er hier allemaal foto's van wolven?' Vroeg ik. 'Vroeger was dit dorp bewoont door weerwolven... Vampieren heb en die roedel uitgeroeid en toen zijn er mensen gaan wonen. Dat is ook de reden dat we denken dat het vampieren zijn die hier aanvallen'. Ik knikte. 'Dus iedereen hier gelooft in weerwolven?' 'Ja. De meeste mensen denken dat weerwolven gemene wezens zijn die s'nachts met volle maan in wolven veranderen en alles op hun pad verslinden, maar wij geloven iets anders. Weerwolven zijn mensen die elk moment in een wolf kunnen veranderen, en mensen geen pijn willen doen. Weerwolven nemen het op tegen vampieren, die mensen wel pijn willen doen. En ze geloven in de maangodin, maar het verhaal daar achter kent helaas niemand...' Ik glimlachte 'Luna was een godin, die hopeloos verliefd werd op een mens, genaamd Alpha. Haar man, ook een god, vond het niet kunnen en veranderde de geliefde van zijn vrouw in een wolf. Luna probeerde de vloek op te heffen, maar dat lukte niet. Wel kon ze de vloek half opheffen, waardoor Alpha in een man en in een wolf kon veranderen. Samen kregen ze nakomelingen, die ook half mens en half wolf waren. Luna en Alpha kregen een eigen roedel, die steeds groter werd. Toen de roedel te groot werd, trokken de sterkste weerwolven met hun mate's op pad om nieuwe roedels te stichten. Zo ontstonden er steeds meer roedels van weerwolven' vertelde ik haar. Ze stond met grote ogen aandachtig te luisteren. 'Hoe weet je dat?'. Ik glimlachte 'dat zal ik u een andere keer vertellen. Bedankt voor de thee' zei ik met een glimlach, en ik legde wat geld neer. Vervolgens liep ik het café uit. Niet terug naar de herberg, maar op zoek naar het kleine politiebureau.

The Survivor  // ON HOLD  //Where stories live. Discover now