Hoofdstuk 13

2.3K 190 3
                                    

POV Abby
Het politiebureau had ik zo gevonden, en ik liep er naar binnen. Binnen waren drie stoelen, een kleine balie, een gang en een paar deuren in die gang. Achter de balie stond een war oudere man, en ik liep naar hem toe. 'Waar kan ik de persoon vinden die de aanval behandelt, die van een week terug op een heel gezin?' Vroeg ik. 'Je bedoelt de vampier aanval?' Ik knikte. De man wees naar de gang 'tweede deur links'. Ik knikte en liep naar de deur toe. Dat ging makkelijk. Ik had verwacht dat hij ging vragen waarom en zo, maar dat deed hij dus niet. Ik klopte op de deur en een stem bromde 'binnen'. Ik opende de deur en zag een man achter een bureau zitten, die zuchtend en met een hopeloze blik naar foto's en papieren aan het kijken was. 'Waar kan ik mee helpen?' Vroeg hij, en hij keek op. 'Ik ben hier voor die vampier zaak'. Hij zuchtte 'je bent een kind van zeventien of achttien. Hoe kan je van nut zijn?'. Yara gromde boos in mijn hoofd, maar ik negeerde haar. 'Ik kan u helpen. En ook al ben ik nog maar 17, u kunt alle hulp gebruiken zo te zien'. De man zuchtte 'waarom zou ik jouw hulp aannemen?' Ik liep zonder iets te zeggen naar het bureau en pakte een foto. Het was een foto van de woonkamer, die overhoop lag. 'Die rommel is expres gemaakt' zei ik. 'En hoezo denk je dat?' 'Omdat er daar een gouden horloge ligt' zei ik, en ik wees naar een horloge die in een kistje lag. Het kistje was duidelijk niet verschoven. 'Laat me tenminste het huis bekijken' zei ik. De man twijfelde even, maar knikte toen zuchtend. 'Oké, je mag rond kijken'. Hij pakte een sleutel van zijn bureau en ging me voor. 'Wat is je naam eigenlijk?' Vroeg hij. 'Abby. Abby Stonewood. En u bent?' 'Hoofdcommissaris Lake'. We stopten bij den huis dat aan de rand van het dorp stond. Hij opende de voordeur met een sleutel, en zodra ik binnen stapte kwam er een overweldigende geur van vampier mijn neusgaten binnen. Ik stapte verder naar binnen, en bekeek het hele huis. Daarna liep ik terug naar Lake. 'Het waren inderdaad vampiers' zei ik. 'Vampiers...' 'Bestaan niet?' Onderbrak ik hem. 'Ik heb nieuws voor je. Ze bestaan wel. Net als weerwolven. Alleen weten mensen niks van ze, onder andere omdat ze een verdrag hebben die zegt dat ze geen mensen aanvallen'. 'Hoe weet je dat alles?'. Shit. Ehm.... Zeg dat je mate een weerwolf is. Is dat wel slim, Yara? Doe nou maar. Oke. 'Mijn mate is een weerwolf' zei ik. 'Mate?' 'Weerwolven hebben een mate, zeg maar hun tweede helft. Zonder hun mate zijn ze niet compleet. Het is zeg maar zoals getrouwd zijn, alleen hou je zo veel van elkaar dat je nooit uit elkaar zal gaan en elkaar ook geen pijn kan doen'. Lake knikte aarzelend. 'Dus, kan ik je helpen?'. Lake knikte 'ja. Je mag me helpen'. Ik glimlachte 'mooi. Dan verschijn ik morgen ergens bij je bureau om dingen door te kijken' zei ik, en daarna liep ik weg, naar de herberg. Eenmaal binnen liep ik meteen door naar mijn kamer, waar ik me op het bed liet vallen. Ik sloot mijn ogen en viel al snel in een diepe slaap.

POV Caine
Vanmorgen zijn ik en Ramon naar het meertje gegaan dat op de rand van ons nieuwe territorium ligt, en daar zijn we gaan zwemmen. Daarna zijn we naar de stad gegaan en hebben we wat rondgehangen. Nu zijn we terug naar onze roedel aan het rennen. Maar hoe dichterbij we kwamen, hoe meer er een geur van bloed en een andere roedel hing. Snel zette ik nog een tandje bij, tot we bij het dorp aan kwamen. Met grote ogen nam ik de ravage in me op. Dode wolven, zowel van onze roedel als een onbekende roedel die ons waarschijnlijk heeft aangevallen, verwoeste huizen, en de geur van bloed. Voorzichtig liepen Ramon en ik, nog steeds in onze wolf vorm, richting het roedelhuis waar in bloed wat op de muur geschreven stond. "Voor de wolven die er niet bij waren. We nemen jullie territorium in beslag. We hebben jullie Alpha, Luna, Beta alle overlevende wolven van de roedel. Legend Wolves". 'Ramon?' Vroeg ik voorzichtig via de link. 'Ze gaan hiervoor boeten. Als toekomstige Alpha beloof ik om mijn roedel te bevrijden' zei Ramon zonder enige emotie. 'We moeten hier weg Caine'. Ik knikte 'en ik weet precies wie ik moet zoeken. Ik weet alleen niet waar ze is en of ze ons wil helpen' 'we vinden haar, wie het ook is. We moeten wel. Voor mijn roedel'.

The Survivor  // ON HOLD  //Where stories live. Discover now