Mijn naam?

56 4 1
                                    

'Hier is het.' De bediende doet een deur open. Ik stap een kamer in. Er staat een hemelbed in het midden van de kamer met rode gordijnen. Naast het bed staat een klein kastje. Door een groot raam valt licht binnen. Ik kijk om me heen. Ik kan hier wel aan wennen. De bediende kucht om mijn aandacht te krijgen. Ik draai me om. 'U kunt zich hiernaast opfrissen.' Ze wijst naar een deur die naar de badkamer lijdt. Ik knik. 'Op het bed ligt een perkament met de regels. Ik zou ze even doornemen als ik U was.' Ik kijk naar het bed nu valt me het briefje pas op. 'Er zal zo een jurk voor U worden klaargelegd. De koning verwacht U over een uur bij het diner.' Ik kijk hem vriendelijk aan. 'Dank U.' De bediende buigt en loopt dan de kamer uit.

Ik kijk rond in de kamer. Ik zucht diep en pak het briefje van mijn bed. Ik loop naar de kamer die vast zit aan die van mij. Er staat een grote tobbe in het midden van de kamer. ik ga in het water en lees het briefje door er staan wetten op met de straffen die je krijgt als je het overtreedt. Met elke regel die ik lees kijk ik met meer afschuw naar wat er staat.

Stelen, hand er af. Vluchten, marteling gevolgd door de dood. Verraad, de galg. En nog veel meer. Mijn ogen gleden over het papier, op de laatste regel blijven mijn ogen hangen. Mijn hart slaat een slag over. LIEFDE IS TE ALLE TIJDEN VERBEDEN!!! ANDERS WORD JE OP DE BRANDSTAPEL GEZET!!! Wat is dat voor onzin!?! Ik blijf er maar naar kijken. waarom? Dat blijft maar door mijn hoofd dwalen. Na een tijdje kijk ik op. Het is al laat. Ik sta op uit het bad en loop terug naar mijn kamer.

Op mijn bed ligt een zwarte jurk met rode details. Ik trek hem aan. Het is niks voor mij maar de koning wil het.  Ik kijk bedenkelijk maar durf geen andere kleding aan te trekken. 

Er word op de deur geklopt. 'Binnen!' Roep ik. Een bediend doet open. een andere ditmaal. 'De koning wacht op U.' Ik knik en sta op. Samen lopen we naar de troonzaal.

Er word een grote houten deur open geduwd. Ik stap een grote kamer in verlicht door kaarsen. In het midden staat een tafel waar zo'n 24 mensen aan kunnen zitten. De koning zit aan het hoofd aan de tafel. Aan beide kanten van de koning stonde borden. Ik kijk bedenkelijk wie komt er nog meer? De koning kijkt op en lacht. Ik maak een kleine buiging en kom naast hem zitten. Na een tijdje gaat de deur weer open. 'Gegroet koning Cemal' Ik kijk op, er staart een jongen in een vechtoutfit aan.  Ik kijk hem vragend aan. De koning krijgt een lach op zijn mond. 'Dit is Stefan, Onze generaal.' Stefan knikt. 'Aangenaam kennis te maken.' Ik knik netjes terug. Hij kijkt me aan en ergens verwacht ik al wat hij wil vragen. 'En hoe heet jij?' Vraagt Stefan  Voorzichtig. Ik lach. 'Als ik het weet zal ik het je zeggen.' Hij kijkt me vragend aan. 'Ze is haar geheugen kwijt.' legt de koning uit. Ik knik. 'Oké, aangenaam kennis te maken' Zegt Stefan met een grijns op zijn gezicht. Hij gaat zitten en we beginnen te eten. Ik kijk naar mijn bord maar honger heb ik niet. Ik voel Cemals ogen branden. 'Heb je geen honger?' Ik kijk op en knik. Cemal lacht, ergens had ik niet verwacht dat hij zo vriendelijk zou zijn (en lelijk was hij ook niet). Waarschijnlijk door de regels van en hand, en het feit dat hij me bij de eerste ontmoeting wilde doden. 'Als je wilt kan je gewoon naar je kamer gaan. Je hebt die rust nodig.' Ik kijk hem aan. 'Dank U koning.' 'Noem me alsjeblieft gewoon Cemal ik word gek van dat koning gedoe. Alleen mijn volk en bediendes horen me zo te noemen.' Ik knik en sta op. Ik wil weg lopen. Ik word draaierig. Ik voel dat ik door mijn benen zak, uit reflex pak ik een stoel vast maar die valt te gelijk met mij op. Dan word het zwart.

In mijn hoofd galmt een stem. Het klinkt bekent maar kan niet plaatsen wie het is . 'Nina ren. Nina! Nina!' Het blijft maar door mijn hoofd spoken.

Ik doe mijn ogen open. Boven mijn hoofd hangen Cemal en Stefan. 'Gaat het?' Vraagt Cemal bezorgt. Voorzichtig zetten ze me rechtop. Ik zit in een waas het enige waar ik aan kan denken is die naam. 'Hallo? Gaat het wel?' Ik kijk voor me uit 'Nina' Dat is het enige wat ik kan uitbrengen. 'Wie?' Vragen de jongens in koor. 'Ik.'

Liefde in een wereld zonderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu