Marteling

31 2 1
                                    

POV Nina

Ik word vast getekend aan de grond. Ik zit in een kamer. Het is snik heet. Achter me stoken ze vuur waarvoor weet in niet maar het maakt me bang. Ik hoor voetstappen en een lagen stem galmt achter me. "Waarom ben jij zo bijzonder voor Cemal." De stem bezorgt me kippenvel. Het is laag, dringend en er is geen sprankje genaden te bekennen. "Zeg het" Ik hou mijn lippen op elkaar. "Je hebt nu nog de kans" Zegt de stem. Ik zeg nog steeds niks. Ik hoor de man bewegen om iets pakken. "Vertel" "Nee" Kaats ik terug. Hij duwt iets tegen mijn rug. Een helse pijn verspreid zich. Tranen vormen in mijn ogen, ik mag niet schreeuwen alles behalve schreeuwen. Hij duwt het dieper in mijn rug en ik kan het niet tegen houden. Een schreeuw ontsnapt uit mijn mond en tegelijkertijd lopen er een paar tranen over mijn wangen. Het ding word van mijn rug gehaald maar de pijn gaat nog altijd door. Ik draai me om en zie de man een stuk metaal in het vuur leggen. Hij past precies bij zijn stem. Breed met een kille uitstraling zonder enige genaden in zijn blik. "Ik vraag het je nog eens. Wat is er zo belangrijk aan jou?" Vraagt hij op dreigende toon. "Gaat je geen donder aan" snauw ik naar de man. Hij pakt het metaal weer en duwt hem tegen mijn rug. Weer schreeuw ik het uit. Zo gaat het door. Hij stelt steeds de zelfde vraag en ik antwoord steeds dat het hem niet aangaat. Met de seconden word mijn pijn erger en ik sta op het punt om het op te geven. "ZEG HET!" Snauwt de man. "NOOIT" Schreeuw ik terug. Mijn pijn is ondragelijk. Ik zak door mijn benen en de tranen lopen over mijn wangen. Weer de pijn, verschrikkelijke pijn. Ik krijs het uit. Op dat moment word de deur opengedaan. Mijn ogen worden groot.

POV Luke

Gekrijs vult mijn oren. De deur gaat open en mijn ogen worden groot.

Voor mijn ogen zit Nina. De tranen lopen over haar wangen en ze kijkt me gebroken aan. Ik wil naar haar toe maar word tegen gehouden. "Blijf" Sist de wachter. Ik blijf staan maar went mijn blik niet van Nina af. "Ze wil niks loslaten" Zegt een man achter haar. "Misschien deze wel maar hij heeft een trigger nodig." Ik hoor de wachter gewoon grijnzen. Hij duwt me de kamer in. We komen recht voor Nina tot stilstand. Ze kijkt me smekend aan, ik wil iets doen maar ik kan niet. "Waarom was je opzoek naar haar?" Vraagt ze wachter achter me. Ik kijk Nina aan die onopvallend haar hoofd schud. Ik snap wat ze bedoelt en zwijg. Ik zie de man achter haar een metalen stang uit het vuur halen. Hij duwt het tegen Nina's rug. Ik zie dat ze haar schreeuw probeert in te houden maar het lukt haar niet. haar pijnlijke kreet vult mijn oren. Ik wil dit niet, ik wil haar helpen. "Vertel het en ze is er vanaf" fluistert iemand in mijn oor. Maar ik hou mijn lippen op elkaar. Ze wil niet dat het gezegd word, dan word het ook niet gezegd. Weer en schreeuw en nog een, en nog een. Ze vragen het niet eens meer. Ze martelen haar gewoon. Ik probeer me los te trekken maar het lukt me gewoon weg niet. Ik kijk naar haar. Het word stil en een angstig gevoel bekruipt me. Opeens word Nina rechtop getrokken. Het gloeiend hete metaal word naar haar keel gebracht. "Laatste kans" Dreigt de man. Ik moet iets bedenken en wel nu. "3...2...1" "WACHT!" Roep ik. De man kijkt me aan. "Alleen de koning en de generaal weten het. Ze willen het niemand vertellen, ze mocht het zelf niet eens weten. Dat zou te gevaarlijk zijn." Zeg ik. Dat ging soepeler dan verwacht. De martelaar lacht tevreden. Hij haalt het gloeiende metaal weg van haar keel. Hij duwt het nog even in haar rug en laat haar dan vol op de grond vallen. Ook ik word losgelaten. De mannen lopen de kamer uit. We zijn alleen. Ik ren naar Nina. Ze ligt zwaar ademend op haar buik. De tranen lopen over haar wangen. Maar ze is muisstil. Er klinkt geen enkele snik. Ergens maakt het me bang. Ze staart voor haar uit zonder enige emotie, als ze niet zo zwaar zou ademen zou het lijken of ze dood is. "Nina" Fluister ik. "Luke" Zegt ze bijna geluidloos. "Ja" Zeg ik met een brok in mijn keel. Ze ziet er zo kapot uit. "Alles komt goed oké?" Fluister ik naar haar. "Zeg Cemal hier niks over. Ga hier weg zeg niks tegen iemand en laat mij hier. Ik red me wel." Ik kijk haar verbaast aan. "Ik ga je niet achterlaten." Zeg ik. "Luister naar me alsjeblieft" Fluistert ze. De smekende toon in haar stem maakt me aan het twijfelen. 

De deur gaat open en de mannen komen weer binnen. De wachter pakt me vast en trekt me van Nina weg. "Jij gaat naar je koning en verteld hem dat hij morgen om exact 12 uur bij de stads muur moet zijn. Wil hij dat meissie daar nog levend terug zien." Hij gebaard naar Nina. Die me nog altijd smekend aankijk. Ik zucht en knik. "Mooi zo, meekomen." Ik word afgevoerd. Het laatste wat ik nog zie is Nina die ook afgevoerd word.



Liefde in een wereld zonderWhere stories live. Discover now