H13. The Escape -E,P-

573 33 44
                                    

 Elizabeth

Ik moet iets weten.

Voordat ik mijn plan uitvoer, moet ik het vragen.

In de tijd dat ik hier ben, ben ik er achter gekomen dat ik bitter weinig weet. Wat Neverland is. Wie er zijn. Wie ze zijn. Welke ondergrondse oorlog hier afspeelt. Wat we hier doen. Wat ík hier doe. Waarom ik er toe doe.

Ik schraap mijn keel.

Tinkerbell heft geërgerd haar hoofd vanaf haar comfortabele stoel, waar ze onderuit gezakt in zit.

"Waarom ben ik zo waardevol?" vraag ik voorzichtig.

Ze haalt haar schouders op. "Geen idee, liefje."

Ik frons. "Maar... Waarom zei je dat dan? Waarom ben ik hier dan?"

Tinkerbell gaat voorover zitten. "Je bent waardevol. Dat is alles wat ik weet. De anderen willen je bezitten. Gebruiken of aan een muur hangen en naar kijken, dat is niet mijn zorg. Alles waar ik om geef, is jou bezitten zodat de anderen dat niet kunnen. Naar hun gezichten kijken als je niet meer bruikbaar bent. Maar waarom, geen idee. Vraag het je vriendje. Of noem je hem eigenaar?"

Ik slik. Ze praat over mij alsof ik een object ben.

Ook weet ze dat ik niet meer klappen aankan. En alles wat ik wil, voordat ik haar hopelijk nooit meer zie, is toch een klein beetje terug steken. Maar dan op de enigste manier waarop ik van haar zou kunnen winnen. Emotioneel.

"Waarom haat je Peter en Hook?" vraag ik.

Haar gezicht vlakt af.

Ze wilt dat ik stop.

Dus ik praat verder. "Je zei dat alles waar je om geeft, is Peter en Hook dwars zitten. Dat is niet zomaar een hobby of een leuke bezigheid, dat is leven voor wraak. Wat hebben ze je aangedaan?"

In plaats van de woede die ik had verwacht, is er pijn, scherp in haar ogen te lezen. "Niet Peter. Alleen Hook. En hij heeft mij het meest waardevol afgenomen, dus ik ga hetzelfde bij hem doen. Uiteindelijk."

Ik ben maar al te bewust van het dreigement. Slikkend wend ik mijn blik af en vraag niet verder.


Tinkerbell denkt mij te kennen. Ze denkt te weten welke positie ik in dit eiland heb, wanneer ik aanval, hoe ik me beweeg. Wanneer ik opgeef.

Maar ze kent me niet.

Ze weet niet wat mijn stiefbroers voor de plezier deden. Zoals mij te pakken krijgen, vastbinden aan stoelen zoals deze en vervolgens vergeten dat ik er zit. Ze weet niet hoe vaak ik mezelf heb moeten verstoppen, verdedigen, losmaken en heb moeten vluchten.

Hoe vaak ik een alternatieve manier moet hebben vinden om weg te komen.

Hoe vaak ik niet heb moeten opgeven.

Tinkerbell is in slaap gevallen. Ook ik voel mijn oogleden zwaar worden, maar ik mag nu niet wegvallen. Dít is mijn kans.

Ik wring één hand pijnlijk door de touwen. Deze keer heb ik er niet in paniek aan getrokken en heeft Tinkerbell ze losser gelegd, dus is dit te doen. Met genoeg tijd.

Het zakje in mijn hand, met sterrenstof erop geschreven, klem ik nog steeds in mijn hand. Blijkbaar kan Tinkerbell veel, maar onthouden wat er in alle zakjes, potjes en flesjes zitten, is er niet één van.

Eindelijk kan ik het touw onder mijn duim krijgen. De rest volgt gelijk.

Met die hand haal ik voorzichtig de touw rondom mijn linker, pijnlijke pols weg. Daarna maak ik mijn voeten los.

The Other Side Of The Moon | Neverland story | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu