H23. We Stayed Till Sunset -E,P-

573 26 78
                                    

We zijn tot zonsondergang gebleven.

Nu lopen we door een donker bos, terug naar het kamp. Ook al houden donkere bossen pijnlijk scherpe herinneringen voor mij, ik voel me veilig bij Peter. Gek genoeg. Deze ochtend was ik er nog van overtuigd dat hij de vijand was.

Ik weet niet of ik Peter vergeven heb. Wat ik wel weet, is dat ik op kijk tegen de nacht die voor mij ligt. Alleen. Gisteren was ik te moe, maar ik ben vandaag wakker genoeg om te veel na te denken.

Het onderwerp is inmiddels gevallen op de "test". Ik vind het niet erg om te bespreken. Ook al was het mijn bijna-dood ervaring van deze middag, ik vind het minder erg dan de toer van Peter in mijn hoofd.

Ik kom er achter dat ze de test letterlijk "de cliff jump" noemen. Peter kan van iedereen nauwkeurig na vertellen hoe het was gegaan. Tot mijn verbazing was Jasper aardig snel, en Greg houdt één van de records die als laatste het door hadden. Ver boven mij, uiteraard.

"En Wendy?" vraag ik voorzichtig. Ik weet heel goed dat het een gevoelig punt is en dat dit één van de factors was waarom hij doordraaide, maar hé, hij heeft al mijn gevoelige punten uitgebreid kunnen bekijken.

Peters gezicht slaat inderdaad om. Maar deze keer gaat hij er niet onder uit komen, en hij weet het. Daarom glimlacht hij zwakjes en vertelt. "Ze was een natuurtalent. Ze gilde wel, maar ze is geen eens helemaal naar achter gevallen. Slechts een halve meter van de klif vloog ze al. Ze houdt het record. En daarna maakte ze een looping. In de lucht," zijn glimlach is een stuk groter geworden.

In mijn hoofd speel ik de scène na. Ook al weet ik niet hoe ze er uit ziet, mijn brein vult het gezicht in. Ik lach ook. "Ze doet me denken aan iemand die ik op Aarde kende."

Peter blijft akelig stil.

Ik kijk opzij, verwachtend dat hij wel iets zou vragen van, 'Oh ja? Wie dan?', maar misschien denkt hij dat hij geen recht meer heeft om ook maar iets meer te weten te komen van mijn tijd op Aarde. Of hij is nu te druk bezig om aan Wendy te denken.

We stappen plotseling uit de schaduw en komen het kamp binnen.

De terugweg ging een stuk sneller dan de heenweg.

Jasper, de kleine drommel die al lang op bed had moeten liggen, komt onze kant op sprinten zodra hij ons in het oog krijgt en slaat zijn tengere armpjes om mijn middel. Hij heeft, zoals wij al hadden voorspeld, koppig gewacht tot wij terug zouden komen. "Elizabeth!" zucht hij tegen mijn buik en dan begint hij te ratelen. "Sorry sorry sorry echt heel erg sorry! Ik dacht dat het wel kon iedereen kon het ze zeiden dat iedereen het zou halen dus jij zou het sowieso ook halen en ze wisten dat jij mee zou gaan als ik jou zou vragen en ik wou het niet maar het moest wel en ik was zo bang en ik was flauwgevallen en dat was erger want ik wist pas tien minuten daarna dat je veilig was en Pan was zo heldhaftig geweest maar tijdens mijn knock-out moest ik de hele tijd aan je denken en...."

"Jasper." Onderbreek ik hem.

Met een pruillip haalt hij zijn gezicht uit mijn buik en kijkt omhoog. "Sorry..."

Ik ga door mijn hurken en knuffel hem stevig. "Het is oké. Ik leef nog." Probeer ik grappend te zeggen. 

Niet een goede timing.

Hij begint hard te snikken en slaat zijn armpjes opnieuw om mij heen. Met mijn hoofd op zijn schouder kijk ik Peter hopeloos aan en mime naar hem: 'wat moet ik nu?'

Ik ben heel slecht met huilende mensen. Vooral kinderen.

Maar Peter lacht me stilletjes uit en haalt zijn schouders op.

Ik rol mijn ogen naar hem en mime nu: 'Aan jou heb ik ook niks.'

Hij geeft me een flauwe blik van ik-heb-net-anders-wel-je-leven-gered en draait zich om, naar Greg die hem aanspreekt. Ik hoor Greg nog net zeggen: "Het was mijn idee," voor ze iets van ons vandaan lopen. Greg valt bijna flauw van zijn zenuwen, maar hij heeft wel het lef om gelijk op Peter af te stappen. Misschien bewonder ik hem toch wel een beetje.

The Other Side Of The Moon | Neverland story | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu