H34. I Was Never A Killer -P-

489 22 10
                                    

Met een grote zwaai slinger ik de deur open en stap woedend het kantoor van Captain Hook binnen. De deur klapt precies in de deuk. De kamer ruikt, of stinkt als je het mij vraagt, naar Hooks favoriete drankje en sigarettenrook.

Ik heb Elizabeth bij het kamp gedropt, maar ik kan de woede niet langer binnen mij houden. Het moet er uit. Bij de persoon die voor dit alles aansprakelijk is. Zodra ik kon, ben ik er tussen uit gegaan.

Schreeuwend confronteer ik hem met zijn fouten. "Hoe dúrf je! Waar zit je verstand, Hook? Je bent te ver gegaan! Te ver!"

De kapitein roert kalm en neemt een slokje. Zijn rust irriteert mij mateloos. Hij zou bang moeten zijn. Bang voor mij.

Ik loop naar voren en sla hard op zijn bureau. "Zeg wat, schoft! Je bent verantwoordelijk voor de dood van één van mijn jongens! Verklaar je nader, alsjeblieft, ik luister!"

Captain Hook gebaart met rustige bewegingen naar de stoel achter mij.

Maar ik blijf stevig staan. Ik ben niet van plan lang te blijven. Ik wil een verklaring en een boodschap afleveren. Dan zijn we klaar.

"Peter Pan, jij hebt woede problemen." zegt Hook sloom. Hij zet zijn mok neer en kijkt mij eindelijk aan, met een hooghartige, walgelijke blik.

"Ik ben hier niet degene die problemen heeft, Hook." Ik leun ver over het bureau heen. Voor zijn bestwil, pikt hij het dreigement beter op.

"Kom nou, kom nou. Beiden weten we dat je me niet vermoorden kan. Je eigen regels, je eigen magie, jochie." Zijn ogen hebben een vervelende, ondeugende glinstering, die weten, of denken, dat ik hem niks maken kan.

"Jouw gestelde regels, mijn grootste fout." verbeter ik hem.

Captain Hook gebaart nog een keer dat ik moet gaan zitten. Ik weet dat het hem irriteert als mensen waar hij mee in gesprek is, op een andere ooghoogte zitten als hij. Dus ik blijf staan.

"Je doet wel heel onschuldig en onwetend, maar helaas voor jou weten we beiden heel goed dat jij Tinkerbell hebt ingehuurd. Om Elizabeth te ontvoeren, die nog voor een week onder mijn toezicht viel. Daarbij heeft Tinkerbell iemand vermoord. Vermóórd, hoor je me?"

Hij draait geërgerd met zijn ogen. "Het zou Tinkerbell niet zijn als ze wat hints heeft laten vallen. Voor de laatste keer; Ga. Zitten."

We kijken elkaar aan, vijandelijk en koppig. Ik geef niet toe. Captain Hook weet het. Uiteindelijk slaakt hij een diepe zucht. Hij neemt een tweede beker, schenkt er het vreemde spul in waar ik een hekel aan heb en schuift hem naar mij toe. "Peter, wees nou even redelijk. Je tijd zat er bijna op, en het zag er niet naar uit dat jij van plan was haar te brengen. Ik moest maatregelen nemen."

"Nee, dat moest je niet. Je moest precies niets doen, je enigste taak op dit moment. Ik had nog een week. Je kon niks weten. En ik ben altijd degene geweest die hier eerlijk is, terwijl jij mij keer op keer verraad, teniet doet, verwaarloosd. Vanaf het moment dat je me in een menselijk lichaam hebt vast gezet."

Hij trekt zijn mond open, maar ik hou mijn hand op. Ik ben nog niet klaar. Ik voel me kalmer dan ik ben gekomen en ook een stuk vastbeslotener. "Het is klaar, Hook. Het is voorbij. Je hebt het weer goed voor elkaar. Ik verbreek ons verbond. Succes in je eentje."

De wenkbrauwen van Captain Hook heffen zich langzaam.

Ik wou omdraaien, maar er komt meer bij mij op. Meer te zeggen."Nee, eigenlijk, ben ik niet degene die het verbreekt. Jíj hebt ons verbond al verbroken. We hadden afspraken, en jíj hebt je er niet aan gehouden. Dit heb je zelf veroorzaakt, Hook." Ik spuw de naam uit alsof het een stuk afval is. De vergelijking is groot. "Ik breng Elizabeth hier niet heen. Je krijgt haar niet. Ik hou haar en ik hou haar veilig van jou."

Captain Hook staat langzaam op, eindelijk op zijn hoede, zoals hij zou moeten zijn. "Ik denk niet dat jij dit wil doen. Ben je al je geliefde jongens op míjn dek vergeten? Je weet waartoe ik in staat ben. Ik draai me geen enkele keer om in mijn bed om één van hun, desnoods meerdere, om te leggen." Hij spreekt de woorden langzaam en indringend uit.

Dat is waar de volledig rust op mij daalt. Ik neem een gok. "Nee. Dat doe je niet. Want je zult elke jongen nodig hebben om mij en mijn kamp te overmeesteren. En je weet het."

Captain Hook zwijgt, en dat is alle bevestiging die ik nodig had. Ik had gelijk. Hiervoor heeft hij de jongens nodig. Hiervoor bouwt hij een leger. Om ze tegen mij op te zetten. Om de laatste persoon die in deze wereld meer macht heeft dan hem, te overmeesteren.

Ik kijk hem strak aan, strek mijn rug. "Dat was alles, Hook. Daarvoor kwam ik hier naartoe. Om je dit te melden. Je hebt geen enkel nut meer voor mij. En ooit zal ik mijn jongens hier, van dit schip, bevrijden. En jij zal ten onder gaan. Voorgoed."

Ik draai me op mijn hakken om, tevreden. Ik voel me onoverwinnelijk, vrij van deze giftige banden.

Het is de kapiteins beurt om in wanhoop op de tafel te slaan. "Nee! Dat doe je niet, kereltje! Daar ben je te zwak voor! Te paranoia!"

Maar ik luister niet naar hem. Ik loop weg, naar de deur. Ik hoor wat sissen. De luchtstroom veranderd. Naast mijn hoofd vang ik het mes tussen twee vingers op. Ik draai langzaam terug. "Je bent niet goed geweest in messen gooien, Hook. Nooit geweest. Je zou het moeten houden op je lafaards wapen, daar in je riem. Maar dat deed je niet.... Je hebt me nog steeds nodig."

Met een vloeiende beweging laat ik het mes tussen mijn vingers draaien en gooi het dan terug, net over zijn schouder. Het heeft, uiteraard, het gewenste effect en snijdt de sjerp door die over zijn schouder loopt. Het valt op de grond.

Captain Hook kijkt verschrikt naar het voorwerp op de grond, dan terug naar mij. Ik geniet van de angst in zijn ogen. Ik ben niet meer het kind dat hij denkt te kennen. Ik ben opgegroeid. Ik ben mijn eigen leider. Ik heb de controle.

"Ik hoefde niet te missen, Hook. Ik had je makkelijk kunnen verwonden, doden zelfs. Maar ik deed het niet. Want in tegenstelling tot jou, ben ik geen moordenaar. Ik heb, diep vanbinnen, een goed hart. Het klopt voor de juiste redenen. En dat is waarom ik het uiteindelijk zal overleven, en jij en Tinkerbell niet."

Gerust loop ik de deur uit, het dek over. Ik hoor Hooks opgelaten ademhaling, de mok die hij van zijn bureau slaat. Ik ben blij dat hij mij deze voldoening geeft. Ik zie Felix mij gedachteloos aan staren, geen dag ouder geworden sinds ik hem hier heb achtergelaten. Wetend dat hij diep van binnen nog zijn verstand heeft, wachtend op vrijheid, pak ik zijn gezicht vast. Ik weet hoe het is om opgesloten te zitten in een lichaam. "Het duurt niet lang meer, vriend. Het is bijna voorbij. Na al die jaren wachten, is ze er eindelijk. Ze is er. Hou vol."

Dan verlaat ik het schip. Op mijn gemak loop ik door de koude nacht terug naar het kamp.

-

Ik laat een erg gefrustreerde Captain Hook achter. Hij slaat zijn mok weg, vloekt vervolgens om de vlek die het veroorzaakt, zakt terug in zijn stoel en dept zijn voorhoofd droog. "Wat een kleine smeerlap... Zo naïef... Zo vol van zichzelf.... Denkt dat hij de hele wereld aan kan...." Mompelt hij.

Hij pakt de schelp op, wrijft er driemaal overheen. Dan gaat hij achteruit zitten en wacht.

Niet veel later gaat de deur opnieuw open. Deze keer is het Tinkerbell die binnen komt. "Ja, Cap, ik weet het ik heb gefaald, je hoeft het me niet uit te leggen." zegt ze verveeld. Ze gaat lonkend op het bureau zitten en drinkt de mok gevuld voor Peter in één keer leeg. Er hangt een zweem van bloemenlucht om haar heen, waarvan de kapitein aardig zeker weet dat ze die op heeft gedaan om hem te verleiden. Vandaag werkt het echter niet. vandaag haalt het niets uit.

"Hoe heb je kunnen falen. Hoe heb je zo stóm kunnen zijn om niet op het goede moment te wachten? Hoe heb je zo ongeduldig kunnen zijn? Hoe heb je onze beste kans kunnen laten verschieten?" Ratelt Captain Hook, zijn neusvleugels trillend van woede.

"Hou er maar over op. We krijgen heus nog wel een kans." beweert Tinkerbell met een zoete stem, waarbij ze verleidelijk een hand op Hooks wang legt.

Nijdig slaat Hook hem weg. "Nee, niet meer één zoals deze. We moeten het groter aanpakken. We slaan toe waar ze het minst verwachten, waar ze denken veilig te zijn."

En hij rolt een map van het eiland over het bureau uit. In het midden is het kamp van de Lost Boys dik omcirkelt.

The Other Side Of The Moon | Neverland story | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu